Verkiezingsinterview: Mariëtte Hamer van de PvdA

Fractievoorzitter Mariëtte Hamer van de PvdA vindt het jammer dat de studentenbeweging zo fel gekant is tegen de invoering van een sociaal leenstelsel. “Wie later goed verdient kan best wat meer terugbetalen.” 

Hamer was in 1983 medeoprichter en eerste voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond. Ze begrijpt dat studentenorganisaties actievoeren en opkomen voor de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. “Dat horen ze ook te doen. Toch vind ik dat ze zich best wat meer mogen aantrekken van volgende generaties, voor wie het onderwijs ook betaalbaar moet blijven. Ik had die houding zeker van de LSVb verwacht, waar ook in mijn tijd al gediscussieerd werd over de ‘studietaks’: het zwaarder belasten van goed verdienende afgestudeerden.” 

Heeft de PvdA zo’n vorm van academicibelasting nog overwogen? “Jawel, maar die is technisch heel moeilijk uitvoerbaar. Daarom is uiteindelijk gekozen voor de lijn van het sociale leenstelsel, waarin je alleen terugbetaalt wat je geleend hebt. 

De VVD schaft de basisbeurs ook af, maar bestemt alle opbrengsten voor het hoger onderwijs. “Wij hebben er in ons verkiezingsprogramma bewust voor gekozen om dat geld niet alleen te oormerken voor het hoger onderwijs. We willen niet dat de VSNU, de HBO-raad allemaal met hun eigen, aparte investeringsagenda’s komen. Het gaat juist om de gezamenlijke aanpak van onder meer de aansluitingsproblematiek tussen onderwijssectoren, bijvoorbeeld tussen mbo en hbo, en tussen hogeschool en universiteit. We zijn gewend in periodes van vier jaar te denken, maar dat is veel te kort voor een goede aanpak van het onderwijs. De Kamer zou een lange-termijn-agenda voor het onderwijs moeten opstellen. Daarin leg je vast wat de kwaliteit van het onderwijs moet zijn, aan welke inhoudelijke eisen het moet voldoen. Vervolgens stel je vast in welke termijnen je die doelstellingen wilt realiseren. Daarna bepaal je hoeveel geld je daarvoor wilt reserveren. Wil Nederland in 2020 in de wereld-top vijf van kenniseconomieën staan, dan heb je zo’n breed gesteund meerjarenplan nodig." 

Zal het hoger onderwijs ook van de afschaffing van de basisbeurs profiteren? “Zeker. We willen ruim 300 miljoen investeren in de uitbreiding van het aantal lesuren in het hoger onderwijs. Maar we willen wel de vrijheid houden om ook eens een tijdlang flink in het beroepsonderwijs te investeren. Want dat is ook belangrijk voor onze kenniseconomie. We leggen alles dus niet tot achter de komma vast.” 

En de toegankelijkheid van het hoger onderwijs komt niet in gevaar? “Nee, niet met dit sociale leenstelsel. Zolang maar voor iedereen duidelijk is dat je je lening alleen hoeft terug te betalen als je genoeg geld hebt. En anders dan de VVD laten wij de aanvullende beurs voor studenten uit minder kapitaalkrachtige gezinnen intact. Ook van de ov-kaart blijven we af.” 

Voor een verhoging van het mastercollegegeld, zoals de ChristenUnie voorstelt, hoeven studenten niet bang te zijn? “Dat is volgens ons niet nodig en ook trage studenten gaan niet meer betalen. Het CDA wil dat wel en bezuinigt daarmee nog meer dan wij met de basisbeurs. Want wie langer dan een jaar uitloopt, gaat een paar duizend euro instellingscollegegeld betalen. Maar daar hoor je het CDA niet over, bij de demonstratie op het Museumplein.” 

Wat vindt u van het advies van de commissie-Veerman? “Er zitten veel wensen in die jarenlang onbespreekbaar zijn geweest. Ik werd in 1998 woordvoeder hoger onderwijs van de PvdA-fractie en heb toen zelf geprobeerd om hbo en wo beter op elkaar te laten aansluiten. Toen viel de halve wereld over me heen en nu omarmt iedereen het eigenlijk. Ook ben ik het met de commissie eens dat er meer geprofileerd en gespecialiseerd moet worden. Zo groot is Nederland niet en het is helemaal niet erg als je voor een specialisatie naar een bepaalde universiteit of hogeschool moet.” 

HOP

Lees ook het verslag over het hoger onderwijsdebat in het academiegebouw waar DUB bij aanwezig was

 

Advertentie