Was will der Rebo-student?

“Een sterke verbetering.”“Het is fijn dat studenten en docenten nu allemaal bij elkaar zitten.” “Ja, je kunt elkaar nu veel gemakkelijker aanspreken.” Economiestudentes Daniëlla en Sanne zijn duidelijk blij met het nieuwe onderkomen van Economie. Misschien heeft het Rebo-bestuur dat elke opleiding een eigen plekje wil geven, dan toch een punt.

 

De community die Economie heet

KromhoutVanaf augustus zit de hele opleiding Economie (circa 126 medewerkers, ruim 400 bachelorstudenten en bijna 130 masterstudenten op het terrein van de Kromhoutkazerne aan de Prins Hendriklaan, precies tussen het centrum en De Uithof in. In gebouw U zijn twee verdiepingen met in totaal vier collegezalen en studiewerkplekken met computers voor Economie. In de naastgelegen Adam Smith Hall zit de kantine, het Studiepunt, bestuur en medewerkers.

Het is de derde verhuizing voor de relatief jonge opleiding. De eerste standplaats was het Vredenburg in Hoog Catharijne, boven babywinkel Prénatal. Daarna verhuisden bestuur, medewerkers en Studiepunt naar Janskerkhof – naar het pand met ‘de glazen deur’. “Hoewel enkele collega’s er niet bij pasten en in de Boothstraat een kamer hadden”, kijkt Caro Bliekendaal coördinator Onderwijs en Studentzaken terug. De studenten kregen inmiddels onderwijs in gebouw U op het Kromhoutterrein na eerst verspreid over de binnenstad te hebben gezeten.

Nu vormt Economie fysiek gezien een community. Vol spanning zal worden uitgekeken naar de cijfers die de Economiestudenten zullen uitdelen in de volgende Nationale Studentenenquête. Hoewel de opleiding in de meest recente Elsevieruitslagen die gegenereerd zijn uit deze enquête het al veel beter doet dan in 2010, valt er nog wel wat te verbeteren. Maar te oordelen naar de ervaringen van studentes Sanne en Daniëlla, zal dat beter uitpakken.

Daniella SanneDaniëlla, derdejaars Economie met minor Sociale Wetenschappen: “Vroeger zaten de docenten achter de glazen deur op Janskerkhof. Je moest een gegronde reden hebben om die deur door te mogen. Hier kun je zo bij ze aankloppen en zie je ze door de gangen lopen. Je spreekt een docent gemakkelijker aan. Ik denk dat docenten het ook veel prettiger vinden dat ze tussen de studenten zitten. Vroeger zaten ze geïsoleerd.”

Sanne, tweedejaars Economie met minor Geschiedenis: “De studie Economie is al best groot. Omdat iedereen een minor erbij kan kiezen, doet iedere student eigenlijk een andere opleiding. Doordat je met zijn allen deze locatie als basis hebt, leer je ook sneller je studiegenoten kennen. Dat vind ik wel leuker.”

Verder zijn de twee studentes zeer te spreken over de faciliteiten. “We hebben nu meer studiewerkplekken”, zegt Daniëlla. “Ja, dat is fijn”, zegt Sanne. En, zegt Caro Bliekendaal, ze mogen ook in groepen werken in de lege collegezaaltjes en de kantine wordt ook steeds meer gebruikt om samen te werken. “En met mooi weer kunnen we naar buiten”, zegt Daniëlla kijkend naar het grasveld naast de kantine.

De twee hebben niet het idee op een eiland binnen de Universiteit Utrecht te zitten. “Door de opbouw van onze studie, je kunt Economie doen met een grote minor van een andere opleiding, zitten de meeste studenten of ook in de binnenstad of ook in De Uithof”, zegt Daniëlla. Sanne: “Bovendien leer je via je studentenhuis, feesten en verenigingen ook andere studenten kennen. Dus via hen hoor je ook genoeg over andere studies.”

 
 

Quick win Economie

Caro Bliekendaal: “Doordat we nu makkelijk met studenten in gesprek kunnen gaan, vragen we ze ook regelmatig hoe ze het hier vinden en wat we kunnen verbeteren. Eén van de dingen die al is aangepast, is de openstelling van het studiepunt. Die was tot 14 uur open en nu tot 15. Dat sluit beter aan bij de onderwijstijden van de studenten, die kunnen nu voor hun college om kwart over drie begint nog even langs bij het Studiepunt.”

 

Was will der student? Het is de grote vraag waar de faculteit Recht, Economie en Bestuur en Organisatie graag een antwoord op wil. Geven de studenten van Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) hun opleiding jaar in, jaar uit goede cijfers in de Nationale Studenten Enquête, Economie doet het wat minder en Rechtsgeleerdheid krijgt een veel minder mooi rapport. Hoog tijd om daar verandering in te brengen, vindt het bestuur. Maar hoe? Dat is natuurlijk de grote vraag.

De Rebo-faculteit heeft de mogelijkheid de tevredenheid van studenten af te zetten tegen de huisvesting van de drie departementen. USBO zit, vanaf de start van de opleiding, met studenten en medewerkers in één groot pand aan de Bijlhouwerstraat bij het Ledig Erf. “Deze studenten klagen zelden over de faciliteiten of de bereikbaarheid van hun docenten”, zegt decaan Henk Kummeling. “Dit in tegenstelling tot de economiestudenten. Hun voornaamste klacht was dat hun docenten zo moeilijk bereikbaar waren.”

Heel rechten op Janskerkhof

KummelingKummeling denkt dat de Economie en Rechtenstudenten meer tevreden zullen zijn als ook zij een eigen community vormen. De eerste stap is nu gezet. Economie is sinds augustus van dit jaar gehuisvest op het voormalige terrein van de Kromhoutkazerne waar ook het University College en het James Boswell Instituut huizen. De economiestudenten hadden daar al college, maar nu is er ook een pand voor alle medewerkers, het Studiepunt en de kantine. Volgende in rij is Rechten. Over een paar jaar moeten – zo is het plan - het onderwijs, het bestuur en het ondersteunend personeel samen op Janskerkhof 2 en 3.

Maar de huisvesting van de faculteit is slechts één van de vele actiepunten waarmee Rebo een betere score wil halen in de verschillende studentenenquêtes. Deze ambitie staat ook als speerpunt op de bestuursagenda. Aanvankelijk heette het project Hoger op de ranglijst maar de faculteitsraad wijzigde de naam in ‘naar een grotere studenttevredenheid’, omdat dat is waar het feitelijjk om draait en aardiger klinkt.

Eye openers

De afgelopen maanden is hard gewerkt om de klachten zoals die tot uitdrukking komen in de Keuzegids en de Nationale Studenten Enquête in de jaren 2008 tot en met 2010 goed in kaart te brengen. Er is veel op- en aan te merken over werkplekken, computers, studiemateriaal en tentamenlocaties. Maar ook de bereikbaarheid van docenten, de informatievoorziening aan studenten, de termijn waarbinnen tentamenuitslagen bekend moeten zijn en de cursusevaluaties halen een “onvoldoende hoge score”, zegt Kummeling.

Daarna volgden vele gesprekken met studenten uit de gehele faculteit. “Wat wij nu weten, is dat de vragen in de nationale enquêtes door iedere student weer anders worden geïnterpreteerd”, zegt Kummeling. “Als studenten bijvoorbeeld een cijfer moeten geven voor de studiebegeleiding, dan denken ze aan hun tutor of aan de studieadviseur. De begeleiding van de docent komt niet in beeld. Als de studenten van USBO de bibliotheek moeten beoordelen, denken ze niet aan de UB maar aan de kleine bibliotheek aan de Bijlhouwerstraat. Als deze studenten klagen over ICT gaat dat over de rij studenten die voor de printer staat. De gesprekken waren voor ons echte eye openers.”

Tentamencijfers

Tijdens de gesprekken, die werden gevoerd onder leiding van het vorige studentlid van het Rebo-bestuur Leonie Kuhlmann, coördinator onderwijs en studentzaken Caro Bliekendaal en Henk Kummeling, werd de studenten ook meteen gevraagd suggesties te geven voor mogelijke oplossingen. Daar maakt Loura Vlam, het nieuwe studentbestuurslid, op dit moment samen met andere studenten quick wins van.

LouraVlamAls voorbeeld geeft Loura de faculteitsbrede klachten over tentamencijfers die niet op tijd geleverd worden. Volgens de bama-richtlijnen moeten die uiterlijk na 10 en bij hoge uitzondering na 15 dagen bekend zijn. “We weten nu dat studenten het al veel minder erg vinden, als ze te horen krijgen dat de tentamencijfers later komen. Dat zouden we dus aan docenten kunnen meegeven.”

”Maar”, haast de decaan zich te zeggen, “dat zou wel een doekje voor het bloeden zijn. Er kunnen natuurlijk altijd zwaarwegende argumenten zijn waardoor docenten de tentamens niet op tijd krijgen nagekeken, maar in de meeste gevallen denk ik dat de docent het nakijken niet of verkeerd inplant. Maar misschien overzie ik het probleem niet helemaal. Er kunnen natuurlijk ook problemen zijn bij het inkloppen van de gegevens in Osiris.”

Communicatie

Door betere communicatie met studenten zouden zij waarschijnlijk dus al minder hard klagen, maar zo blijkt, communiceren met studenten is niet zo gemakkelijk. “Bij USBO werd dus geklaagd over de lange rij voor de printer, maar toen wij vertelden dat er een printer was bijgekomen, reageerden ze verbaasd. Waarom was hen dat niet verteld? Maar dat hadden wij echt wel gedaan. Maar dan moeten ze wel het nieuws op Blackboard of hun mail lezen”, zegt Loura.

Kummeling en Loura denken dat het verbeteren van de communicatie misschien nog wel het moeilijkst te tackelen probleem is. Hoewel…. de communicatie over ‘wat er met de studentevaluatie van een cursus’ gebeurt wordt hopelijk in een quick win opgelost. “Veel studenten gaven aan de evaluatie niet in te vullen, omdat ze denken dat er niets met de uitslag gebeurt. Dat terwijl er soms in nieuwsbrieven toch naar verwezen wordt. De studenten kwamen nu zelf met het idee om in de nieuwe cursusinformatie de veranderingen ten opzichte van de oude cursus kort te vermelden. Op die manier kunnen studenten zien dat er iets gebeurt met hun kritieken en adviezen en hebben ze niet meer het idee de evaluatie voor niets in te vullen.”

Over andere verbeteringen worden deze periode nog gesprekken met vele studenten gevoerd. In januari moet er een plan liggen waarin de woorden betrokkenheid en commitment leidend zullen zijn. Veel geld kan er niet worden uitgegeven door de faculteit die bezig is met het doorvoeren van zware bezuinigingsmaatregelen. Kummeling: “Zonder bakken met geld, moeten we slimme oplossingen bedenken.”

 

Advertentie