Wetenschap speelt hoofdrol in debat ritueel slachten

De Tweede Kamer verbiedt ritueel slachten. Alleen als onverdoofd slachten aantoonbaar geen extra dierenleed veroorzaakt, dan is het toegestaan. Maar kan dat wel bewezen worden? Hoogleraar anesthesiologie Ludo Hellebrekers zegt van niet.

De wetenschap speelt een hoofdrol in de discussie over het verbod op ritueel slachten. Voorstanders van een verbod wijzen naar onderzoeken waaruit blijkt dat schapen en runderen meer lijden bij een onverdoofde halssnede dan bij een pin door het hoofd.

Tegenstanders zetten vraagtekens bij het tot nu toe geleverde bewijzen voor meer dierenleed bij ritueel slachten. TNO heeft in opdracht van het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap vraagtekens gezet bij onderzoeken waaruit blijkt dat onverdoofd slachten slachtdieren ernstig leed aandoet.

De voorstanders hebben dinsdag aan het langste eind getrokken. Een meerderheid van de Tweede Kamer gaat akkoord met een verbod op ritueel slachten. Er is één mits: als onverdoofd slachten aantoonbaar geen extra dierenleed veroorzaakt, dan kan om een ontheffing worden gevraagd, die ritueel slachten weer mogelijk maakt.

Dierenleed versus godsdienstvrijheid
Ludo Hellebrekers (foto), hoogleraar anesthesiologie aan de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht, kiest duidelijk kant in de discussie over onverdoofd slachten. "Alles wijst dezelfde kant op: het dierenwelzijn wordt meer aangetast bij onverdoofd slachten. Alle onderzoekers onderschrijven die visie." Wat hem betreft weegt het dierenleed zwaarder dan de vrijheid van godsdienst.

Bij de 'reguliere' slacht wordt een pin in de hersenen geschoten, waardoor de dieren direct het bewustzijn verliezen. Op die manier maken ze het proces van verbloeden niet bewust mee, vertelt Hellebrekers.

De kans op lijden is bij de rituele slacht veel groter, stelt Hellebrekers. "Eerst moeten de dieren op een bepaalde manier gepositioneerd worden voor de halssnede." Uit hersenscans en het gedrag van de dieren blijkt volgens Hellebrekers dat dit een zeer stressvolle procedure is voor de dieren.

"Dan is er de halssnede zelf en het bloedverlies dat daar op volgt. De dieren kunnen in luttele seconden hun bewustzijn verliezen, maar er is aangetoond dat het ook minuten kan duren." De dieren ervaren in deze minuten veel pijn en stress, mede door het bloed dat in de luchtpijp terechtkomt.

Schijnuitweg
Hellebrekers is tevreden met het verbod, maar het had wat hem betreft nog wat duidelijker gesteld kunnen worden. "Een expliciet verbod was duidelijker geweest, nu wordt er een schijnuitweg geboden die er niet is."

De kans dat nieuwe slachttechnieken tot een andere conclusie zullen leiden, noemt Hellebrekers "buitengewoon gering". "Aan de andere kant: als ooit het tegendeel bewezen wordt, dan moet je openstaan voor consequenties, maar dat is puur hypothetisch."

Hellebrekers heeft twee petten op in de discussie over ritueel slachten, die van hoogleraar aan de faculteit Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht, en die van voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD), de beroepsorganisatie van dierenartsen.

Rechtszaak
Die laatste organisatie is onlangs, tezamen met een onderzoeksinstituut uit Wageningen en de Nederlandse staat, gedaagd door twee joodse instanties. De joodse instanties willen tekst en uitleg over onderzoeken die beweren dat 'bedwelmd' slachten minder dierenleed veroorzaakt dan koosjer slachten.

De KNMvD drong er in 2008 bij de toenmalige minister Verburg op aan om onverdoofd slachten te verbieden omdat het het welzijn van de dieren ‘onaanvaardbaar’ aantast. Die stellingname is gekozen op basis van literatuurstudie, gesprekken met experts, werkbezoeken, zegt Hellebrekers. "Nieuwe onderzoeken onderschrijven onze conclusies."

De joodse instanties willen van de KNMvD schriftelijk antwoord op 33 stellingen. Hellebrekers: "Die zijn in sommige gevallen zo gesteld dat je er niet op kán reageren. Wat ons betreft gaan we met zijn allen om de tafel in dialoog met elkaar. Maar op dat voorstel zijn ze tot op heden niet ingegaan." Over twee weken volgt een uitspraak in het kort geding.

Advertentie