Een aanval van weemoed

Aan: Moeder@verzorgingshuis@hengelo.nl
Betreft: Een aanval van weemoed
Bijlage: Eigen risico

Ha moeder,
Ik ben alweer een poosje aan het werk. We hebben onze stoute schoenen aangetrokken en de terugreis ondernomen. Nadat de kinderen, kleinkinderen, familie en  vrienden waren vertrokken, kwamen we zelf aan beurt.

Ik word dan altijd wat weemoedig. Het wordt stiller om ons heen. Het landschap belangrijker, indringender. Ik sluit het water en de stroom af, we doen de schuurdeur op slot en laden het vee in de auto. Het lijkt wel of de Auvergne elke keer beter zijn best doet om te laten zien hoe mooi het er is en het afscheid wordt dan ook telkens moeilijker. De Hollandse luchten zijn indrukwekkend, maar de Auvergnatse niet minder!

Vakantie is afscheid nemen. Eigenlijk net als alles in het leven. Als ik dit schrijf, weet ik dat er straks iemand naast je bed zit aan wie je gevraagd hebt mijn column voor te lezen omdat het lezen je niet meer goed af gaat. Maar je verstand en de interesse in de wereld om je heen ben je nog niet kwijt, en ik vraag me telkens af hoe vaak ik nog een stukje voor je kan maken dat iemand aan je voorleest.

Ook aan de universiteit is het afscheid nemen. De boekwinkel waar ik al jarenlang in de pauze wat loop rond te neuzelen en waar ik na een tijdje altijd weer een boek vind dat de moeite waard is om te lezen, gaat ook verdwijnen. “Ik kan het wel voor u bestellen. Maar dan zijn we hier niet meer meneer”, zegt een aardig meisje dat had opgezocht hoe duur het werkje was dat ik wilde aanschaffen.

Tja, een universiteit zonder boekwinkel. Gek klinkt dat. Hoe dat in jouw ogen er uitziet, kan ik me niet eens voorstellen. Straks is er niemand meer die je wat zinnigs kan vertellen over boeken. Toch is het zo. Want wie leest er nog? Met goedkope voorgeschreven readers kom je een heel eind. En anders google je toch gewoon wat!

Collega’s vertrekken ook. Niet alleen het tijdelijke volk dat komt binnenwaaien op de duiventil en na een jaartje weer vertrekt. Die zijn allemaal erg belangrijk en weten precies hoe onze universiteit in elkaar zit. Na een paar dagen al, terwijl ze nooit wat vragen! Knap hè? Ik weet het nog steeds niet! Ik probeer hun namen te onthouden zolang ze rondlopen. Maar op het moment dat ze vertrekken en hun foto uit het smoelenboek verdwijnt,  verdwijnen de meeste namen met hun gezichten in mijn moeras der vergetelheid.

Maar ook vaste maatjes verdwijnen. Gezichten die jarenlang met je meegereisd zijn. Van de ene dag op de andere. De een zonder afscheid te nemen, de ander met een receptie waar je al dan niet voor uitgenodigd bent. Waar je eigenlijk ook niet heen wilt. Want afscheid nemen, went nooit.
Dan begrijp ik je ineens weer beter, moeder.

Wij zijn bladeren in de wind.
Wie weet waar hij ons voert,
als er niets meer is dat bindt.

Liefs, Baaierd.   

Tags: baaierd

Advertentie