O Fortuna

Maan, van Jorn van Leeuwen

Aan : moeder@verzorghuis.hengelo.nl
Betreft: O Fortuna
Bijlage: maan

Ha Moeder,
Heb je het nog gezien? De spreeuwen maken zich op voor hun vertrek. Wat een schitterend gezicht. Je kan het net bekijken vanuit je kamertje. Ze houden het voor gezien in Nederland. Het is mooi geweest. Kom op jongens in de wieken. Op naar het zuiden! Maar eerst oefenen. De jonkies moeten nog flink trainen voordat ze die enorme reis gaan maken.

Je hebt me vaak verteld hoe mooi je ‘s nachts vanuit je bed naar de maan kan kijken. Met de gordijnen een beetje open. Als je niet kan slapen, uren kijken naar de maan. Dezelfde maan die een van je kleinzoons ook zo fascineert en die hij vaak heeft geschilderd.

Buiten het zacht ruisen van de koelventilator is hier niet veel te horen. Het is een mooi appartementje waar je de afgelopen drie jaar hebt doorgebracht. Met precies dat wat je nodig had en net genoeg eigen spulletjes om het jouw kamer te maken. Met een wijds uitzicht op de skyline van Hengelo. Toch kan ik haast niet begrijpen dat je er tevreden mee was. Sterker nog: dat je het er naar je zin had.

Het is er koud nu. Alsof de airco is aangezet door een overijverige verzorger. Er valt niet veel meer te zeggen. Uiteindelijk heb ik alles al wel gezegd en hebben we meerdere malen afscheid genomen. Je was er handig in om toch steeds weer in het middelpunt van de belangstelling te staan. Want wie kan er navertellen dat hij in een Hospice heeft gelegen; maar uiteindelijk toch vond dat het nog niet zijn tijd was om te vertrekken. Je kwam er opgefleurd weer uit. Na ons maandenlang beziggehouden te hebben met je afscheid.

Ik weet niet of jij alles gezegd hebt wat je er nog op je hart lag. Ik ben er het laatste jaar mee gestopt. Oude mensen verstenen van karakter. Ze worden vaak duidelijker in hun eigenaardigheden en ondeugden of deugden. Daar valt niks meer aan te sleutelen. En wie ben ik om dat te willen of noodzakelijk te vinden.

Heeft Johan zijn examen wel gehaald vorige week?, vraag je een van de verzorgers als hij je bed even komt opschudden. Onvergetelijk bemoeide je je met alles en iedereen in je omgeving. Ook las je zelfs nog de krant en mijn columns.

Ik schreef ooit een ronkende column over universitair hoogleraar Stijn Franken die onze studenten meende te moeten blootstellen aan de psychopathische crimineel Holleeder. Een directeur van onze universiteit die tot zijn pensioen nog “projecten” mocht leiden, schreef me: Baaierd, verschoon me van je stukjes. Ik begrijp ze niet.

Ik heb ‘m geantwoord dat mijn oude moeder, van (toen) 92, ze wél begreep, maar dat ik me kon voorstellen dat als je niet echt uitvoerend werk doet aan de universiteit, ze misschien wel te hoog gegrepen zijn.

Jíj begreep ze wel. Aan verstand ontbrak het je zeker niet.

Zachtjes doe ik de deur dicht.
Adieu Moeder.

Oh fortuna

Tags: baaierd

Advertentie