Bureaucratisch bouwen

Voor de inrichting van een nieuwe unit voor stamcelonderzoek moet flink worden betaald, merkte hoogleraar Marian Joëls. Met weemoed denkt ze aan de tijd dat ze nog zelf aan de slag ging met verf van de HEMA.

Zo’n vijftien jaar geleden werd ik benoemd tot hoogleraar en met de functie kwam een kamer beschikbaar die een slagje groter was dan degene waar ik tot dan toe in had vertoefd. Bij binnenkomst leverde de kamer echter een droeve aanblik: de muren waren grauw, met zichtbaar verkleurde plekken waar een poster had gehangen. Het donkerbruine tapijt lag rommelig op de vloer, met rafels bij de drempel zodat iedereen mijn kamer binnenstruikelde.

Dat kon zo niet, besloot ik. Het eerstkomende weekend kocht ik bij de HEMA voor 50 gulden (het was 1997, de ‘gulden tijd’) een pot verf, een stel kwasten en wat plamuur om de gaten te dichten. Samen met een aio toog ik enkele dagen later aan de slag, oude spijkerbroek aan en een doekje om het hoofd tegen de verfspetters.  Binnen een dag zag de kamer er weer fris geverfd uit. Bij IKEA bestelde ik een bureau met bijbehorende stoel, een vergadertafel en vier keurige blauwe fauteuils waarin de gasten plaats konden nemen. Nu het tapijt nog. Ik had net de offerte van Piet’s Tapijtzaak ad zeven honderd gulden op mijn bureau liggen -totaalprijs voor de gehele renovatie van de kamer inclusief meubels: 2750 gulden, dat is 1250 euro voor de jongere lezers-, toen er een ambtenaar in de deuropening verscheen met een notitieblok. Hoe die muren zo geverfd kwamen en waarom er IKEA meubilair stond, in plaats van stoelen van de fabrikant waar onze universiteit mee handelde? Daar had ik geen ander antwoord op dan dat ik snel in de kamer wilde trekken en me dit het handigste had geleken. Uit zijn reactie begreep ik dat dit veel te simpel geredeneerd was, zoiets liep via de facilitaire dienst en ging met veel formulieren gepaard. Voor tapijt was helaas geen geld, antwoordde hij op mijn vraag, want het budget van het jaar was al overschreden. Het hielp dat hij struikelend mijn kamer binnenviel, want daarmee werd de noodzaak van nieuwe vloerbedekking duidelijk onderstreept. Het heeft nog een half jaartje geduurd, maar toen lag het nieuwe tapijt er dan toch. De kosten heb ik nooit nagevraagd, maar dat ze qua prijs over Piet’s Tapijtzaak heengingen lijkt me evident.

Aan dit voorval moest ik laatst denken toen we besloten een mooie nieuwe unit te gaan inrichten voor stamcelonderzoek. Iedereen enthousiast, het geld werd ook nog gevonden en binnen korte tijd stond op papier hoe alles gerund zou worden, wanneer en hoe het personeel aangetrokken zou worden en wie wat ging doen. De ruimte voor de unit was ook snel vastgesteld, want met enig schuifwerk kon een kamer vrijgemaakt worden naast een lab waar al heel veel voorzieningen waren, zodat er alleen wat leidingen door de muur heen ‘getrokken’ hoefden te worden. Door die gunstige locatie zouden de verbouwingskosten te verwaarlozen zijn. Dachten we.

Nadat de medewerker van de facilitaire dienst met zijn opschrijfboekje de ruimte was rondgegaan, ontvingen we de offerte. Het geheel kwam neer op ruim 80.000 euro, waarvan ongeveer een kwart nodig was om de projectmanager te betalen. In deze rechtse tijden zou je toch denken dat het marktprincipe hoogtij viert, dus dat we zonder enige moeite een externe partij een concurrerende offerte zouden kunnen laten opstellen. Niets is minder waar, zo blijkt, men werkt allemaal met elkaar samen en de pepernoten zijn zogezegd verdeeld. Misschien dat er op het Polen-meldpunt nog een loodgieter te vinden is die het voor een schappelijke prijs wil doen, maar geen Pool wil zich zo langzamerhand nog met Nederland encanailleren.

Als we nu gewoon eens een spijkerbroek aantrekken, hoofddoekje om, de drilboor van huis meenemen, een pot verf van de HEMA…

Advertentie