Crisis in mijn hoofd

Gastvrij Ghana: Vincent krijgt de mooiste stoel aangeboden.

Hey Jesse,

De laatste week zat ik, als development-researcher, in een licht existentiële crisis. Ik dacht terug aan de doelstelling van mijn masterprogramma International Development Studies. Die heb ik voor de zekerheid nog even nagezocht om zeker te weten dat ik heb onthouden wat die is.

“To equip you with the skills necessary to understand and analyze contemporary issues pertaining to international development in broad geographical contexts”.

Als onderzoeker in International Development is het je professie om een bepaald onderwerp, binnen een bepaald geografisch gebied, te analyseren en begrijpen. Soms moet ik daar een beetje om lachen omdat het ons doel is om een stukje van de wereld dat ons totáál vreemd is, en de levens van mensen daar, te vatten in concepten, termen en theorieën die we wél begrijpen. Zodat het minder complex en ingewikkeld lijkt…… Soms vraag ik me af wat de rurale boeren in Ghana zouden vinden van de research papers, gevuld met ingewikkelde termen en concepten, die ik over hen lees.

Ik wil niet stellen dat het niet strevenswaardig is om de wereld te willen leren begrijpen. Het is echter belangrijk om te blijven onthouden dat er altijd een bepaald verlies van complexiteit plaatsvindt. Het is menselijk om beelden van een bepaalde plek die je niet kent, te simplificeren en in te kaderen. Ook dit is geen probleem, zolang we ons blijven realiseren dat we met beperkte kennis en een dikke, gekleurde bril naar de werkelijkheid kijken.

Hoe graag ik ook wil, en hoe veel ik ook lees, ik zal me nooit volledig kunnen vereenzelvigen met de Pentecostal-studenten die hier iedere dag als de avond valt urenlang dezelfde woorden prevelen terwijl ze bezeten heen en weer ijsberen. Of met het ziekenhuispersoneel, zo vertelde een mede-student, dat een meisje van 4 met waterpokken niet kon opnemen, omdat alleen de lokale herbalist haar kon genezen door het offeren van een kip  - het meisje genas.

Hoe ga ik om met deze crisis in mijn hoofd? Een belangrijke vraag is denk ik de volgende: wat is het doel van het leren begrijpen (en onontkoombaar simplificeren) van andere gebieden, mensen en hun manier van leven? En waarom nemen we geen genoegen met de waarheid volgens de mensen die hun hele leven op een plek wonen en het leven meemaken dat wij slechts kort onderzoeken?

Je haalde deze vraag al aan in je brief ‘In Hemelsnaam, waarom ik?, en ook onder mijn medestudenten is dit een veelbesproken onderwerp, als het gaat over de onderzoeken die we over de hele wereld voor onze masterscriptie uitvoeren.

We reizen naar alle uithoeken van de ‘ontwikkelingswereld’ om data te verzamelen. Is de ‘global south’ een experimenteel laboratorium waar wij vrolijk en vrij kunnen ‘oefenen’ hoe de wereld werkt, zonder rekening te houden met de impact die onze aanwezigheid en werk heeft, waar we over de rug van de lokale bevolking ons diploma bij elkaar survey-en?

We moeten immers realistisch blijven, veel van de onderzoeken die we doen zullen (nog) niet direct enorme positieve veranderingen in het welzijn in deze wereld teweeg brengen. Nemen zonder te geven?

De geschiedenis laat zien dat een andere plek leren begrijpen zelden l’art pour l’art is, een puur antropologische wens om de mens te leren kennen, maar dat het bijna altijd een middel is om verandering in gang te zetten. Veranderingen kunnen goed of slecht zijn, maar hebben altijd een bepaald belang en kennen winnaars en verliezers.

Zonder het te hebben over de Wereldbank, geopolitiek, grondstoffen en neokolonialisme, denk ik dat het belangrijk is bewust te zijn van de impact die je op microniveau hebt, op iedereen die je ontmoet. Ideeën uitwisselen en wereldbeelden verruimen is een mooi idee en kan mensen verrijken, maar misschien ook wel erg arrogant en naïef. Als een doorsnee Ghanees na al mijn mooie verhalen over Nederland dit alles eens met eigen ogen wil zien, is de omgekeerde reis óf veel te duur, of onmogelijk doordat onze overheid geen visum verleend.

Ben ik nu pessimist of realist? Om in ieder geval positief te blijven denk ik dat het belangrijk is om als onderzoeker bescheiden te zijn over je vermogen om mensen en culturen te kunnen, en willen doorgronden. Ik weet dat mijn vluchtige analyse nooit volledig recht doet aan de realiteit waarin mensen al jaren leven. Ik probeer hier nog een paar weekjes in alle bescheidenheid de wereld iets beter te begrijpen. En terug in Utrecht moet ik wellicht eens opperen dat wellicht niet professor huppeldepup die toevallig tijd heeft, maar de cocoa-farmers en de lokale ambtenaren die ik heb gesproken, de tweede lezing van mijn thesis zouden moeten doen.

Advertentie