Het oerverschil tussen de sekse

Gemengd onderwijs is weliswaar gezellig, maar versterkt paradoxaal genoeg ook de sekseverschillen, aldus hoogleraar Wilma Vollebergh. Zo kozen op haar meisjesschool meer vrouwen voor de bèta-klas.

Als je ouder wordt, dan behoort de wereld langzaam niet meer aan jou. Jonge mensen spreken ongegeneerd en openlijk over ‘fossielen’ als ze met mensen van boven de vijftig geconfronteerd worden. Fossielen begrijpen de snelle ontwikkelingen in de wereld niet. Ik ben zo’n fossiel.

Fossielen hebben echter ook het voordeel dat zij de historische dimensie achter de hedendaagse verschijnselen  wat beter kunnen zien, al is het maar omdat ze die aan den lijve hebben ervaren. Neem de sekseverschillen in het onderwijs. Jongens en meisjes kiezen in het middelbaar onderwijs zeer traditioneel: jongens de bèta en meisjes de alfa-varianten. Jonge mensen om mij heen denken allemaal dat dat altijd zo geweest is, een oerverschil tussen de seksen zogezegd. Maar in de oertijd, toen ik op het meisjesgymnasium zat, was van dit verschil helemaal niets te merken. De Gymnasium-bèta klas was op onze meisjesschool zeker twee keer zo groot als de alfa-klas, en dat was gedurende mijn gehele middelbare schooltijd het geval. Met bèta had je meer mogelijkheden, zo simpel was dat.

Het gemengde onderwijs is natuurlijk veel leuker en gezelliger, maar mijn stelling is dat het paradoxaal genoeg de traditionele sekseverschillen versterkt. Meisjes kiezen nu minder vaak bèta, omdat dat wellicht niet vrouwelijk genoeg is en hun kansen bij de jongens verkleint. Academische prestaties maken jongens ook niet automatisch populair bij de meisjes – integendeel, zo laat het onderzoek naar  jeugdculturen zien: ‘nerds’ en ‘brains’ zijn loners, geen binken. Juist in de adolescentie met zijn gierende hormonen kan de voortdurende aanwezigheid van het andere geslacht een behoorlijke complicerende factor zijn voor schools presteren. Voeg daarbij de mores van de studentenverenigingen  waar veel – heel veel – drinken vooral voor jongens  gekoppeld is aan sociale status, en het volgende recept voor academisch falen ligt eigenlijk al klaar.

Grappig genoeg hebben de studentenverenigingen de effecten van gemengd organiseren kennelijk beter begrepen en beperken deze zich doorgaans tot ongemengde jaargroepen en disputen, omdat gemengd ‘chaos’ met zich zou meebrengen, zo heb ik me laten vertellen. Grappig, omdat in de oertijd de vrije tijd bij uitstek voor meer romantische activiteiten gebruikt werd. In de oertijd waren de studentenverenigingen dan ook zieltogend en helemaal niet in trek. Maar dat is waarschijnlijk wel een heéél fossiele opmerking...

Advertentie