Ik ben blij dat ik me nu weer een stuk beter voel

Op 14 en 15 maart heb ik in een leeg theater in Schiedam samen met mijn vrienden gerepeteerd en videoclips opgenomen van ons nieuwe bandproject: Callplay. Super enthousiast waren we en ik had de Utrechtse Aardwetenschappen Vereniging  (UAV) al aangeboden om deze muziek eens op hun leden uit te proberen. Leek me heel leuk.

Toen ging Nederland op slot. Ik ben nog twee keer met de trein naar de UU gegaan. De eerste keer om een college op te nemen in zaal Wit van het Ruppert. Dat was een vrij bizarre ervaring. Ik stond met een cameraman in een zaal waar normaal 250 mensen in kunnen, twee uur te lullen tegen de camera en het krijtbord. Ik voelde ook toen dat onderwijs mijn roeping is. Of de studenten er zijn of niet, ik wil een verhaal vertellen en overbrengen. De tweede keer moest ik een doos homeworks van een bachelorvak bij de conciërge van het Vening Meineszgebouw ophalen.

Paniekaanvallen
De eerste week vond ik thuiswerken fantastisch!!!! Eindelijk tijd voor mapjes met leuke (hydrologische/wiskundige) problemen die thuis in mijn bureaula liggen. En op mijn gemak de homeworks beoordelen en de filmpjes die bij dat vak horen. Heerlijk ontspannen. Dat was het plan…

Aan het eind van die week was ik plots de weg kwijt. Ik voelde me heel erg gespannen, kon bijna het password van mijn pc niet meer intypen omdat mijn handen trilden. Ik durfde mijn mail niet meer te openen, laat staan mijn telefoon aan te zetten.

Ik heb al eens eerder op DUB gemeld dat ik sinds mijn achttiende soms last krijg van angst- en paniek aanvallen en somberheid. Dit keer overviel het me wel heel onverwacht. Het was prachtig weer en mijn geliefde K. zei steeds weer: “Ruud, kom lekker in de tuin zitten, wat ben je aan het doen?”. Ik zei dan: “Ik heb het verschrikkelijk druk, de studenten verwachten veel van mij”.

Maar ik deed niks, ik zat op mijn studeerkamer naar het scherm van mijn laptop te staren. Ik voelde me leeg, overbodig, triest, duister, uiterst gespannen. Ik had het idee dat dat hele hoogleraarschap van mij gewoon een klucht is waarin ik door een toevallige reeks van gebeurtenissen terecht gekomen ben. Het heet het Imposter Syndrome. Dat is overigens volgens DSM-5 geen psychiatrische aandoening, maar wel vrij vervelend als je er last van hebt, dat kan ik u verzekeren.

Albert Heijn als hoogtepunt van de dag
De eerste weken trok ik mij volledig terug. Mijn hoogtepunt van de dag was een bezoekje aan Albert Heijn. De rest van de dag zat ik boven in mijn studeerkamer. Wat deed ik: ik zat de dag uit. Ik kon gewoon niets doen. Maar ik had constant het gevoel dat ik IETS moest doen. Ik wist ook wat, maar ik kon me er niet toe zetten. Dat is toch bizar! Ik ijsbeerde door mijn kamer. Ik ben God betere het zeer recent 63 geworden, dan wil je dat toch niet.

Anyway. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken (die lagen hier op de een of andere manier nog ergens te slingeren) en heb iemand van het departement Aardwetenschappen opgebeld en uitgelegd hoe ik er voor stond. Ze vertelde me dat er meerdere mensen het niet eenvoudig hadden met deze toestand en  toonde begrip. Ik heb ook één van mijn collega’s gebeld, alsmede een promovenda, en het uitgelegd. Dat deed me enorm goed. Ze toonden begrip en ik ben, door hun support, zelfs zover gekomen dat ik in mijn studeerkamer filmpjes ben gaan opnemen voor een mastervak. Ik vind het altijd al lastig om tegen een camera te lullen, maar ik heb het toch maar gedaan.

Coronatest
Terwijl ik dat deed viel me op dat mijn stem steeds schorder werd en ik vaak moest hoesten. Ik maakte dan een grap tegen de camera (ècht hoe flauw dit is…, ik schaam me dood): “Sorry that I coughed, but if the distance between you and your computer screen is 1.5 meter or more, you are perfectly safe!”.  Ook voelde ik me helemaal niet lekker. Mentaal niet, maar ook fysiek niet.

Ik wilde eigenlijk het liefst de hele dag in bed liggen, wat ik dus niet deed. Somber, moe en leeg. Op 5 mei Bevrijdingsdag werd ik wakker en kon bijna niet meer ademen. Grote ballen slijm hoestte ik op en had het enorm benauwd. Helaas was de huisarts op 5 mei vrij, dus moest ik wachten tot de volgende dag. Gelet op mijn symptomen mocht ik naar het corona spreekuur komen. Dan is iedereen ingepakt en mag je via de achteringang de praktijk binnen.

Langverhaal kort: zowel de arts-assistent als mijn eigen huisarts (die ik 40 jaar ken) waren het eens: er klopt hier iets niet! Er zit iets in je longen en we weten niet wat. Dus kreeg ik een coronatest afgenomen (bepaald geen pretje) en ben ik direct doorgestuurd naar de Spoedeisende Hulp (want die had ik kennelijk nodig).

Het leek wel of ik in de hel kwam, die ook wel bekend staat als de Spoedeisende Hulp. Een totaal ingepakte (best aardige) verpleegkundige ging me op alle mogelijke manieren lekprikken (bloedonderzoek), een infuusingang, ECG, saturatie test, bloeddruk, longfoto, etc, etc. Daarna moest ik uren en uren wachten, in een kamer met piepende medische apparatuur. Heb ik corona? Of heb ik iets anders? Moet ik hier blijven? Ik heb het benauwd, ik voel me erg ziek, maar ik wil hier niet blijven!

Niet ziek genoeg voor opname
Toen kwam de verlosser, dus niet de Here Jezus zelf (wat ik op zich wel prettiger had gevonden), maar een jonge man die internist-in-opleiding is. Hij vertelde me dat er op de longfoto niks bijzonders te zien was, dat ik niet tot de risicogroep behoor (te jong, YES!) en dat ik wellicht een virusinfectie heb van de bovenste luchtwegen die mogelijk tot het corona Covid 19 virus behoort, of een bacteriële infectie (longontsteking of bronchitis).

Hij vond mij niet ziek genoeg voor een opname in het ziekenhuis, wat ik roerend met hem eens was. Super. Ik kreeg een antibioticakuur mee voor het  geval dat de infectie bacterieel mocht zijn. Het wachten was dus op de uitslag van de coronatest die bij de huisarts al afgenomen was.

Een uur gefietst
De uitslag bleek godzijdank negatief, wat dus heel positief is. Vandaag, zeven dagen later, voel ik me weer heel veel beter. Ik heb een uur gefietst en ben niet meer zo benauwd. Ook de nare sombere waas in mijn hoofd lijkt verdwenen. Ik heb weer zin in dingen. Dat gevoel was ik al vele weken volkomen kwijt en het lijkt alsof dat de positieve bijvangst van mijn bacteriële (?) longinfectie is. Ik begrijp soms, zeg maar gerust meestal,  helemaal niets van mijzelf.

En mocht iemand, een student of collega, de dupe zijn geworden door/van mijn probleem, dan hoop ik dat graag, voor zover mogelijk, in de komende weken te herstellen.
 

Advertentie