Minder praten en meer doen

Na de opwinding van alle nieuwe studenten die aan het begin van het academisch jaar hun weg zochten, lijkt de universiteit weer terechtgekomen in rustig vaarwater. Maar die rust is schijn: onder het oppervlak borrelt het overal.

Dat werd me allereerst duidelijk tijdens een bijeenkomst van de Leru-universiteiten in Kopenhagen en Lund afgelopen week. Hoogtepunt van die bijeenkomst was een terugblik op de afgelopen 10 jaar. De auteurs van de befaamde publicatie What are universities for?, daterend uit 2008, waren aanwezig en vroegen zich af wat er nu precies van de beloftes en voornemens uit die tijd terecht gekomen was.

Geoffrey Boulton, de voormalige vice-rector van de universiteit van Edinburgh en de belangrijkste auteur, was het duidelijkst: hij vond dat de aanwezige topuniversiteiten uit Europa hun fundamentele onderzoeks- maar vooral hun onderwijsopdracht het afgelopen decennium steeds verder in de steek gelaten hadden. Op typisch Britse wijze pleitte hij gepassioneerd voor minder toegepast onderzoek, maar vooral voor een veel grotere rol van het onderwijs.

Iedereen knikte bedachtzaam, maar dit betoog kreeg pas handen en voeten toen door anderen droogjes werd opgemerkt dat universiteiten niet alleen dit verhaal moeten vertellen, maar eens moesten beginnen met het nakomen van beloftes. Bijvoorbeeld door het geven van onderwijs écht te belonen. Maar bovenal door het zetten van concrete stappen op weg naar een andere universiteit. Daarvoor, oordeelden de aanwezige rectores, moet het verhaal van de universiteit vernieuwd worden: de klassieke narrative die steeds teruggrijpt op de universiteit als bastion van kennis, moet in de steigers.

Wat we nodig hebben, is een verhaal dat niet alleen gaat over de traditionele rol van de universiteit, maar ook over haar rol in de maatschappij, in een digitaal tijdperk waar de Google’s en Amazon.com’s van deze wereld in rap tempo de rol van de universiteit overnemen, maar anders dan universiteiten data en kennis alleen tegen betaling beschikbaar stellen. Dat een nieuwe narrative veel verder gaat dan de klassieke rol bleek ook uit het feit dat door veel van de aanwezige universiteiten dringend gepleit werd voor het duidelijk bijdragen aan de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties.

Nauwelijks thuis van die Leru-bijeenkomst, was ik bij een heel andere: die van ongeveer negentig van onze nieuw benoemde hoogleraren en hun partners. Ondanks de geweldige sfeer onder de aanwezigen, borrelde het ook daar onder het oppervlak. Er werd hoorbaar gemopperd over de in de praktijk heel beperkte waardering die onderwijs krijgt in het UMCU, over het feit dat de universiteit de kool en de geit spaart als het gaat om duurzaamheid of diversiteit. Ook hier werd soms scherp gewezen op de noodzaak van het zetten van concrete stappen op weg naar verdere vernieuwing.

Beide bijeenkomsten illustreerden de onderstroom in de universitaire gemeenschap die pleit voor concrete stappen bij het maken van een nieuwe narrative – een nieuw verhaal dat nu nog voornamelijk op papier bestaat. Hoe maken we onze onderwijstaak beter waar, hoe voegen we daad bij woord als het gaat om inclusiviteit? Wat doen we aan onze voorbeeldfunctie op het gebied van duurzaamheid? En dat laatste gaat natuurlijk veel verder dan het inkopen van groene stroom, waar Greenpeace ons dit weekend voor complimenteerde. Wat doen we bijvoorbeeld aan de enorme aantallen vliegreizen die we maken, wat aan alle auto’s op de campus, wat aan het vlees in de restaurants?

Overal is voor de goede verstaander de urgentie voelbaar: laten we minder praten en meer doen!

 

Advertentie