Olympische koorts

Eenmaal in mijn stoel in het vliegtuig naar Italië, op weg naar het laatste trainingsblok, begint de ellende weer: een knalrood hoofd en hevig transpireren. Ik heb gelukkig geen vliegangst en ik heb ook geen (Olympische) koorts, maar ik moet me haasten door Schiphol om op tijd bij de gate te zijn. De vertraging blijkt ineens mee te vallen, waardoor de laatste slok (ijs)koffie rennend genuttigd moest worden. Het is onze eerste internationale ‘minute of fame’ als de namen Versluis, Meylink, Knab en Hendriks worden omgeroepen.

Nog minder dan een maand en dan is het zover: weer een roeiwedstrijd op internationaal niveau. Ditmaal in een nieuwe boot met nieuwe riemen, een andere opstelling, op een voor ons onbekende roeibaan en met iets meer toeschouwers dan we gewend zijn. Verder blijft het gewoon een 2-kilometerrace van een kleine zes minuten tegen praktisch dezelfde tegenstanders, dus zo bijzonder is het toch niet?!

Helaas blijkt dat toch wel het geval, als ik af moet gaan op de reacties en verzoekjes vanuit mijn directe en minder directe omgeving. Een uitzwaaiborrel op mijn roeivereniging. Een laatste avondmaal met mijn familie, inclusief grootouders. Ineens een interview met een dagblad dat wordt verspreid in mijn geboorteplaats. Sponsoring in de vorm van eiwitpoeders. Kleine kadootjes en mascottes, en ga zo maar door.

Ik heb leuke avonden gehad, gezellige gesprekken gevoerd en handige en grappige dingen gekregen, maar ik probeer me toch nog wat af te sluiten van wat er gaat komen. Niet omdat ik er niet van wil genieten of iedereen om me heen niet dat stukje betrokkenheid of Olympisch gevoel gun, maar simpelweg om afleiding te voorkomen.

Want eerlijk gezegd, de enige manier waarop ik namelijk echt harder ga roeien van al die blijken van medeleven is om het allemaal gedaan en meegemaakt te hebben. Dan kan ik me weer enkel en alleen op het roeien richten. Dit blog voelt dan ook als de laatste ‘verplichting’ en zal af zijn op het moment dat ik voet op Italiaanse bodem zet. Vanaf dat moment gaan de oogkleppen weer op en word ik (weer) de egoïstische topsporter.

Een hoop mensen zullen dit jammer vinden en ik zal er ook ongetwijfeld mensen mee tekort doen. Maar  om mij heen zal iedereen me begrijpen en samen met mij, maar op een andere manier, aftellen naar de finaledag op 4 augustus.

Ik heb regelmatig de hoop nog een keer een kijkje in de toekomst te kunnen nemen, maar tot op heden is het gebleven bij het fantaseren over een prachtige afloop of nachtmerries eindigend in een drama.

Veel vaker sta ik stil bij het moment van de dag, bij de zojuist gemaakte haal, bij de net afgeronde training, bij de vermoeiende, maar goede trainingsdag om er vervolgens nog een schepje bovenop te doen. Alles om ervoor te zorgen dat wij er klaar voor zijn op 4 augustus!

Advertentie