Ons gezwoeg moet wel wat opleveren

Focus op de toepassing is goed voor de wetenschap, vindt neurowetenschapper Bas Neggers. Dit houdt wetenschappers scherp en dwingt ze tot innovatie en solide kennis.

Wat er mis is met de wetenschap. Of ik daar iets over kan schrijven. Ik slaakte een diepe zucht en dacht “daar gaan we weer”.

Ik zou kunnen schrijven dat de publicatiedwang ontspoord zou zijn. Maar daar is al zeer veel over geschreven. Een aangedragen oplossing van maximaal één paper per jaar vind ik zodanig grenzen, nee gelijk staan aan censuur dat ik daar verder geen woorden aan vuil maak.

Dan de zogenaamd allesoverheersende invloed van bibliometrische indices zoals de gewraakte h-index waarover vaak gelamenteerd wordt. Daar heb ik zelf al eens iets 'controversieels' over geschreven op DUB.

Ik hoorde trouwens pas enkele jaren geleden voor het eerst van deze index (en ik hoor nog wel eens wat), dus ik geloof zelf niet dat die invloed zo groot is als door sommigen wordt beweerd. En al helemaal niet dat die de recente spraakmakende fraudegevallen (mede) heeft veroorzaakt, want die hebben al decennia lang gesmoord voor ze recentelijk tot uitbarsting kwamen, lang voor Hirsch' publicatie over de methode in 2005. Bovendien is opscheppen over je h-index zóóó 2008. En die van mij is 23 dus lekker puh.

Voor ik echt los ga even enkele korte waarschuwingen vooraf. Ik ben zelf fysicus van origine, toen neurowetenschapper, en heb met intervallen een behoorlijke blootstelling aan (experimentele) psychologie gehad. Mijn ervaringen zijn dus vast niet representatief voor de hele breedte van het wetenschappelijk spectrum.

Ook doe ik naast voornamelijk fundamenteel werk al enige tijd met enthousiasme aan zoiets engs als kennisbenutting of toegepast onderzoek. Ik vind dat belangrijk en het geeft me voldoening. Ik hou zelf niet van het Marxistische woord valorisatie of 'Verwertung' in de oorspronkelijke Duitse editie van Das Kapital, dat is te beladen. Zoek 'Valorisation' maar eens op in de Engelstalige Wikipedia*. Maar dat terzijde, daar ga ik binnenkort ook nog eens over schrijven hier.

Wat is er mis. Het bovenstaande mag duidelijk maken dat ik niet geloof dat de veel behuilde publicatiedruk en indexeringen debet zijn aan de huidige problematiek in de wetenschap. Volgens mij is er iets heel anders aan de hand, en dat al enige tijd, wat nog niet heel vaak belicht is in deze context.

Om te beginnen denk ik dat in 'de wetenschap' in het algemeen en in Nederland in het bijzonder de waardering en beloning voor werkelijke expertise, specialisatie en kennis onder een kritische grens is weggezakt. Ooit was een hoogleraar een specialist in zijn vakgebied, wist alles wat er over te weten was, en was bovendien een bijzonder kundig vakman waar studenten veel van konden leren.

Of dat echt zo was of alleen in mijn geïdealiseerde beeld van 'vroeger', laat ik even in het midden, zo oud ben ik nou ook weer niet. Wat ik helaas in de praktijk vooral zie, is dat je netwerk, vlotte babbel, het mooi kunnen schrijven over wat anderen doen, en het handig gebruik maken van expertise van anderen je pijlsnel van promovendus tot hoogleraar kunnen brengen. In het Duits noemen ze zoiets 'Senkrechtstarter', ik ken er geen beter woord voor. Het zijn gewoon mensen die de kansen grijpen die hen geboden worden, dus ik kan het niemand persoonlijk kwalijk nemen.

Wetenschappers die wel zaken diep uit willen zoeken, minutieus werken om zaken optimaal te maken, dingen tot in detail begrijpen en hier ook nog eens zeer boeiend over kunnen doceren komen vaak niet verder dan een positie als universitair docent, als ze niet al eerder afzwaaien uit pure frustratie. Hen bevorderen of financieren is niet sexy voor degenen die hierover gaan in instellingen en bij subsidieverstrekkers, positieve uitzonderingen daargelaten. Hier zal ook wel een verschil te zien zijn tussen bèta, gamma en alfa, maar laat ik daar maar niet te hard iets over roepen. Ik heb hier namelijk geen cijfers over maar dit is puur een persoonlijke observatie van 17 jaar meedraaien in het wereldje. Voor wat het waard is.

Bovenstaande heeft mijns inziens ook te maken met het feit (laten we even aannemen dat het dat is) dat onderzoek meer en meer losgezongen lijkt van de toepassing, waaruit vragen vaak zijn voortgekomen. Dit geldt niet alleen voor sociale wetenschappen of andere niet-technische vakken, maar is over de hele linie waar te nemen.

De innovatiecyclus wordt vaak nog maar half doorlopen, met alle schadelijke gevolgen van dien. Deze cyclus betekende ooit dat uit een praktisch probleem een serieus fundamenteel wetenschappelijk onderzoek voortkwam, wat nieuwe kennis en publicaties opleverde, waardoor toepassingen en instrumenten verbeteren, wat weer nieuwe waarnemingen, kennis en dus nieuwe praktische problemen of grenzen deed opdoemen die weer om nieuw onderzoek schreeuwden. Enzovoort, ad infinitum.

Neem bijvoorbeeld de optica. Toen Antonie van Leeuwenhoek, een fervent lensmaker, in de 17e eeuw al in staat was lenzen zo te slijpen en in een objectief te plaatsen dat een vergrotingsfactor van tot 500x werd bereikt en hij micro-organismen kon zien, was dit een uit de praktijk geboren wetenschappelijke doorbraak. Van de weeromstuit beschreef hij bacteriën, de microstructuur van spierweefsel, en nog veel meer, allemaal voor de eerste keer. En dan te bedenken dat deze man geen boek geschreven heeft (zegt Wikipedia*), alleen brieven.

Dit alles had doorbraken, fundamenteel nieuwe kennis en toepassingen in het nieuwe vakgebied microbiologie tot gevolg, die nieuwe praktische problemen opwierpen die weer om nieuwe onderzoeken vroegen. Onderzoek en wetenschap is dus historisch onlosmakelijk verbonden met een toepassing. Op de lange en korte termijn. Er zijn nog vele andere voorbeelden te noemen. In plaats van een nieuw instrument kan de toepassing ook een geneesmiddel voor een patiënt zijn, een nieuwe lesmethode voor een leerling, of een aanpak die de ontspoorde jongere weer op het rechte pad helpt.

Ik ben er ook van overtuigd dat in vakgebieden die zich iets gelegen laten liggen aan de toepassing van kennis die ze produceren, ernstige fouten, nalatigheden of ronduit bedrog zoals bij Stapel en anderen nooit zo lang kunnen voortwoekeren. Een fabrikant die een licentie neemt op een stukje intellectueel eigendom (want zo heet dat tegenwoordig) om dit toe te passen zal uit economisch lijfsbehoud heel zeker willen weten of dit ook echt zo is of echt zo werkt. Dát is naar mijn mening de echte, door nood en vraag gedreven 'check en balance' die er op de lange termijn voor zorgt dat wetenschap echte solide kennis en ook waarde creëert voor de samenleving.

Tegenwoordig gaat in het gunstigste geval een vraagstelling leiden tot interessant onderzoek, wat vervolgens gepubliceerd wordt in het meest gelezen blad. Dan valt de wetenschap midden in de innovatiecyclus halverwege dood neer. Anderen lezen het onderzoek, krijgen weer nieuwe ideeën, en het begint weer (halverwege) van voren af aan met nieuw onderzoek.

De natuurlijke controle door degene die de kennis wil toepassen ontbreekt geheel. De door mij benoemde checks uit de toepassing hoeven niet te worden afgedwongen door overbetaalde controlerende commissies, en onderzoekers hoeven geen ellenlange rapporten te schrijven om hun werk te rechtvaardigen, visitaties te ondergaan, en andere ellende te doorlopen. Een intacte innovatiecyclus doet dit helemaal gratis en vanzelf door de intrinsieke noodzaak ervan.

Ik ben trouwens de laatste die wil beweren dat nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek nutteloos is of niet gefinancierd moet worden. Zeer integendeel. Ik maak me er zelf regelmatig schuldig aan. Gewoon omdat het kan en fascineert. Maar het besef dat uiteindelijk al ons gezwoeg iets moet opleveren voor de samenleving die ons financiert zou meer aanwezig moeten zijn bij de academische beleidsmaker, de politiek, het publiek en niet in de laatste plaats de wetenschapper zelf.

(* Bij deze excuses voor mijn verwijzingen naar het niet gepeer-reviewde Wikipedia. Ik begeef me in dit stuk ver buiten mijn vakgebied en moet me dus bedienen van makkelijk toegankelijke bronnen.)

Dit artikel is onderdeel van het DUB-wetenschapsblog. Op het blog reageren wetenschappers in ingezonden bijdragen op de vraag: wat mankeert er aan de wetenschap, en wat is daarvoor de oplossing?

Advertentie