Voedseladviezen zijn veel te gecompliceerd

 De complexe voedingsadviezen van de deskundigen spelen de hippe foodbloggers in de kaart, zegt psycholoog Denise de Ridder. Hou het simpel en concentreer het advies op het waar en wanneer het gepast is om te eten.

De Green Happiness-affaire waarin twee hippe diëtisten eventjes het gesprek van de dag waren na een interview in NRC Handelsblad ligt alweer een maand achter ons. Met hun omstreden dieetadviezen – geen eieren eten want dat is ‘menstruatie van een kip’ - haalden de ‘dieetguru’s’ zelfs nationale televisie. Naast hilarische commentaren was er vooral verontwaardiging over het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing voor het door henzelf als ‘gezond’ omschreven dieet.

Maar hoeveel eenduidig wetenschappelijk bewijs bestaat er eigenlijk voor een gezond dieet? In een recent artikel veegt voedingsonderzoeker John Ioannidis van het Stanford Prevention Research Center de vloer aan met het idee dat er wetenschappelijke consensus bestaat over de gezondheidseffecten van specifieke voedingselementen. Voor elke bewering dat voedingselement X effect heeft op gezondheidsparameter Y is er wel een studie te vinden die dit weer onderuithaalt.

Voedingsadviezen leiden nu tot verwarring
In Nederland worstelen de Gezondheidsraad en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu al jaren met de vraag hoe we deze complexe en soms tegenstrijdige informatie in een gemakkelijk te begrijpen advies aan de consument moeten gieten. Dat lukt in de meeste gevallen maar matig. Mensen krijgen veranderlijke en overgedetailleerde richtlijnen voorgeschoteld die leiden tot verwarring en scepsis over een gezond dieet.

Geen wonder dat sommige diëtisten met een zekere jaloezie kijken naar de sexy adviezen van de green happiness meisjes met hun 200.000 volgers op Instagram. Volgens een enkeling heeft deze benadering, ook al is het klinkklare onzin, zelfs meer kans om Nederland aan het fruit en de groente te krijgen dan de saaie en vaak wat belerende adviezen van het Voedingscentrum. Als foodbloggers daarin zouden slagen, zou dat fantastisch zijn.

Maar behalve het handjevol foodie’s dat de posts van green happiness dagelijks tot zich neemt, lopen er in Nederland nog ruim 8 miljoen volwassenen en kinderen rond die een ongezond dieet hebben en (veel) te zwaar zijn. Een groot deel van die mensen wil graag afvallen en gezonder eten maar slaagt er niet in omdat ze niet weten hoe ze dat moeten doen: ze hebben niks met hippe bloggers en haken af bij saaie dieetadviezen.

Tijd voor radicale ommekeer
Misschien is het daarom tijd voor een radicale ommekeer in het volksgezondheidsbeleid. Als het niet gaat lukken om op korte termijn een aansprekend voedingsadvies te maken dat zowel wetenschappelijk onderbouwd is als gemakkelijk op te volgen in het dagelijks leven, moeten we het over een andere boeg gooien. Het zou al heel veel helpen als mensen mindereten zonder zich veel zorgen te maken over wat ze precies in hun mond stoppen. In onze moderne samenleving kunnen we 24 uur per dag op elke plek (veelal ongezond) eten krijgen, zelfs bij het benzinestation en de kassa van de bouwmarkt.

Een simpel dieetadvies zou daarom niet in detail moeten voorschrijven wat en hoeveel mensen moeten eten maar beter aangeven waar en wanneer het gepast is om te eten. Niet voor niets gooit Michael Pollan met zijn compacte eaters manual Food Rules hoge ogen in Amerika – met tips als ‘Do all your eating at a table’ en ‘Don’t get your fuel from the same place your car does’ geeft hij consumenten een kans om meer greep te krijgen op een gezond dieet. Het is hoog tijd voor een Nederlandse versie van dit handboek voor eters.

Deze column verscheen eerder op de site van NRC Handelsblad als gedragscolumn.

 

Advertentie