Een goed gesprek over politiek

Mark Rutte is een toppremier, vinden sommige kringen, foto Rijksoverheid

Als ik het goed begrijp, stemmen mensen op rechtse partijen omdat China kolencentrales heeft. Dat leerde ik twee jaar geleden van een collega die mij uitlegde waarom hij op de VVD stemt. We werkten bij een freelancebedrijf voor jongeren waar we 13 euro per uur kregen om te flyeren, maar omdat we hier ook onze eigen ondernemersbelasting van moesten betalen, viel dat bedrag veel lager uit. Bij elk foutje dat we maakten op het online aangifteformulier – en er waren veel foutjes – moesten we 60 euro aan de overheid dokken.

Mijn collega was een jaar of twee ouder dan ik. Ik ontmoette hem bij het verzamelpunt, een leeg en winderig plein ergens in Amsterdam-Oost. Onze opdracht was om voor een yogaschool flyers uit te delen aan voorbijgangers, maar de taak kon gelukkig ook drie keer zo snel gedaan worden door de flyers in willekeurige brievenbussen te proppen. We hadden net deze efficiëntere techniek ontdekt, toen de jongen en ik aan de praat raakten.

“Op wie stem je?”, vroeg ik.
Huh?”

Zomergasten was op TV en dat had mijn journalistieke ambities doen oplaaien. Ik had zin om met een scherpe blik tot op de bodem van mensen hun identiteit te komen, en besloot dat uit het niets komen aanzetten met een veel te persoonlijke vraag hiervoor de beste aanpak was. Gelukkig stond mijn gesprekspartner open voor het idee.

“VVD gewoon.”

Hij mat met zijn duim de dikte van een brievenbus, om vervolgens zijn vinger langs het pakje flyers te glijden­­­­ en zo uit te zoeken hoeveel er maximaal door de gleuf konden zonder deze te kreuken.

Hij keek op. “En jij?”

Voor zover ik het wist, stemde iedereen die ik kende links­. Praten over je politieke voorkeur was in mijn omgeving gemiddeld taboe, maar een ander antwoord dan een linkse partij kon ik me nauwelijks voorstellen. Ik vertelde hem dit, en liet hem zo kennis maken met mijn bias. Bij hem stemde iedereen rechts, en vinden mensen Rutte een toppremier.

Het gesprek bleef beschaafd. Over meningsverschillen op economisch vlak kan ik wel heen kijken, en links en rechts zijn ook slechts hokjes.

‘Maar het klimaat dan?’

Hij haalde zijn schouders op, en vertelde mij dat voor elke kolencentrale die wij afbreken, China er tien bijbouwt. Waarom zouden wij als klein land dan toch zo ons best doen?

Ik kon geen antwoord bedenken, want simpelweg ‘een goed voorbeeld geven’ voelt voor veel mensen niet overtuigend genoeg om hun levensstijl drastische aan te passen. Zelf eet ik geen vlees, maar de mondiale vleesconsumptie stijgt. Ik ontzeg mezelf goedkope vliegtickets, maar het vliegtuig gaat alsnog. Voor alle moeite dat ik in een beter klimaat steek, verpesten andere mensen dat weer door wel de dingen te doen die ik van mezelf niet meer mag – als mijn minieme invloed al wat uitmaakt.

Mijn act als Zomergastenhost vertoonde barstjes. Ik antwoordde: “Gewoon.”

Om te mogen stoppen met het betalen van ondernemersbelasting, moest ik een handgeschreven brief naar de belastingdienst sturen. Deze brief kwam niet aan, dus moest het opnieuw, en daarna nog eens opnieuw. Zoals communiceren met de belastingdienst, is het klimaat proberen te redden net schreeuwen in een donkere afgrond. Maar een schreeuw in een afgrond is tenminste iets. Misschien ben ik onrealistisch, maar ik voel me niet verslagen.

Advertentie