Kutleeftijd

De fotoshoot van de make-over van Sophie gemaakt door haar Amsterdamse vriendin

Een van mijn vriendinnen heeft de theorie dat 20 een kutleeftijd is. Eens in de zoveel maanden ga ik bij haar op bezoek in Amsterdam, dan kookt ze voor me en zitten we een nacht lang op het balkon. Achteroverleunend in kampeerstoeltjes strekken we onze benen uit en tussen ons en het duivengaas waar onze voeten op rusten, spant er een wereld. Ik aai een synthetisch, roze schapenvachtje en vertel haar over mijn columns. Zij ast een sigaret af, en vertelt mij – anderhalf jaar ouder – wat zij die maand heeft geleerd. De eraan gekoppelde theorie is altijd geformuleerd als statement, eerst verkondigd, daarna eventueel verklaard; ‘Nederland is … ’, ‘Mannen zijn …’.

Aan het begin van deze zomer hadden we zo een avond. Ik had niet de beste dag, of maand in dat geval, en droeg een witte broek. De witte broek zat iets te los rond mijn taille, had iets te lange flared pijpen en was skinny voor de rest. In mijn vriendin haar woorden – wat meteen ook haar begroeting was – “honey, you aren’t wearing those pants, they are wearing you”.

Eenmaal op haar balkon neergestreken, vertelde ik haar over mijn verjaardag, enkele weken eerder. Het uur voordat ik 20 werd, zat ik bij een van mijn beste vriendinnen op bed, samen met een van mijn andere beste vriendinnen en een meisje dat ik wel mag, maar verder niet heel goed ken. We waren verlicht door een rood-blauw-groene gloed van fairlylights die over de muur kronkelden. De kamer was warm en rook naar geurkaars. We deden heel erg ons best de sfeer gezellig te houden, maar ik moest zo hard huilen dat dat niet echt lukte.

Ik was depressief, mijn opa en oma gingen keihard achteruit, ik wilde niet 20 worden, en al helemaal niet met een vaginale schimmelinfectie (zie noot). Toen mijn vrienden me vroegen wat er aan de hand was, lukte me het tussen het adem happen door alleen de laatste twee punten te vertellen – mijn vrienden troostten me, het meisje dat ik niet zo goed kende, zei weinig.

De volgende ochtend, op de tijd van mijn precieze verjaardag, pelde ik in de badkamer mijn onderbroek van mijn lichaam die plakkerig was van de zetpil die ik de avond ervoor nog huilend had ingebracht. Gefeliciteerd.

"Kutleeftijd". Zo reageerde mijn vriendin toen ik dit verhaal vertelde. “Het is de leeftijd waarop je voor het eerst op jezelf in de wereld staat, er achter komt dat de wereld kut is, en jijzelf ook.” Ik had er weinig tegenin te brengen, het is een balkontheorie, daarnaast zijn de woorden van deze vriendin altijd gospel voor me. Ik ken haar sinds mijn geboorte en op onze gezamenlijke skivakanties liet ik haar altijd voor in de rij van de skilift in ruil voor respect en verhalen over groep vijf.

“Toen ik 20 was, was ik het ongelukkigste dat ik ooit ben geweest.” Het was juni, en ik deelde haar ervaring, “en 21?” “21 is een stuk beter, 21 is wel leuk.” Ze sprak me moed in, vertelde me dat ik nog maar elf maanden te gaan had. “20 is het jaar dat je erachter komt dat je ouders je niet perfect hebben opgevoed”, “20 is wanneer je echt te oud bent om te beginnen met roken”, “20 is, inherent, kapitalistisch", "20 is …’" Het werd een van onze grootste gespreksonderwerpen, en ik beloofde er een column over te schrijven. Daarna hadden we het weer over mijn witte broek, die mij zo ongelukkig droeg.

Het probleem met de broek, zo stelde zij vast, was dat witte broeken niet in zijn, maar ook niet zo erg uit de mode dat het schuurt. “You have to wear the pants with confidence, it’s your personal challenge, your white pant Everest.” Ik droeg de broek met een hele normale trui, en mijn outfit verraadde volgens haar mijn depressie, ze zag het meteen toen ik binnenliep. De broek was nog wel te redden, maar ík had een uitvoerige make-over nodig. We hielden een fotoshoot, en toen ik in het donker naar huis fietste, voelde ik me voor het eerst sinds ik 20 was weer de persoon die ik wilde zijn.

Het woord van mijn vriendin heb ik altijd voor waar aangenomen. Maar het verschil tussen 20 en 21 is niet zo groot, en de laatste keer dat we gingen skiën, ging gewoon de persoon die als eerste in de rij stond voor. Wanneer zij mij belt om over deze column te praten, vertel ik haar dat 20 mijn lievelingsleeftijd is.


Noot van de schrijver:

Drie op de vier vrouwen heeft minimaal een keer in haar leven last van een schimmelinfectie, wat door zo een beetje alles veroorzaakt kan worden. Het was niet mijn bedoeling om in deze column de schimmelinfectie te normaliseren, maar het is een belangrijk onderdeel van het verhaal dus ik laat het er in, ook past het leuk bij de titel van mijn column. Laat er alsjeblieft geen gemene comments over achter. Hoewel het stigma op een schimmelinfectie onterecht is, vind ik het toch best genant.

 

Advertentie