Laten we het Nederlands weer liefhebben

To be or not to be, that is the question.

Welke Nederlandse vertaling zou de lading van deze woorden kunnen dekken? Te zijn of niet te zijn, dat is de kwestie? Bestaan of niet bestaan, dat is de vraag?

Goede pogingen, maar geen pogingen die ooit zo beroemd of bekend gaan worden als Hamlet’s huiveringwekkende uitspraak. Simpelweg omdat geen van de pogingen Hamlet’s twijfel werkelijk op eenzelfde manier tot uitdrukking kan brengen als het Vroeg Moderne Engels van Shakespeare.

Met vertalingen gaan culturen en denkwijzen verloren, die alleen terug te vinden zijn in de precieze woorden van het origineel. Vertalingen creëren een nieuwe betekenis, die op een andere manier veelzeggend en onvervangbaar kan worden, maar die nooit de exacte lading kan dekken waar het origineel toe in staat was.

Ik hou van Shakespeare, zijn geniale verhalen en zijn prachtige woordspelletjes. Ik hou van de Engelse taal, de onuitputtelijke woordenschat. En geen Nederlandse vertaling kan het in mijn ogen beter doen dan Shakespeares Vroeg Moderne Engels.

Maar dat geldt evengoed in omgekeerde richting: William of Nassau am I, of German blood. Pure Nederlandse zinnen kunnen in hun Nederlandse betekenis alleen maar tekort gedaan worden als ze vertaald worden naar het Engels of enig andere taal. Herman Koch in het Engels, Andre Hazes vertaald – alle vertalingen zouden geen recht doen aan het Nederlands culturele erfgoed. Want een goed origineel is onvervangbaar, slechts bewerkbaar.

De Nederlandse Taal en Cultuur sector wordt met uitsterven bedreigd – dit studiejaar waren er slechts 200 eerstejaars in heel Nederland die hun moedertaal de moeite waard vonden om te bestuderen. Hoe kunnen we voor volgend jaar meer middelbare scholieren enthousiast krijgen voor het vak? Hoe kunnen nieuwe studenten warm gemaakt worden voor hun moedertaal?

Overheidsgeld voor de universiteiten en een vernieuwd curriculum kunnen daar nooit verandering in brengen, want de theorie wordt pas interessant als de praktijk spraakmakend is. En de praktijk op dit moment is dat Nederlands het ondergeschoven kindje is van de Engelse taal en cultuur. De Nederlandse overheid heeft geen Rode Ploeg, maar een Red Team, en de Universiteit Utrecht heeft liever een Science Park dan een Uithof. Het is ongeveer hetzelfde als tegen je kind zeggen dat het zijn groenten op moet eten terwijl je er zelf naast een pizza zit te eten. Een kind imiteert je daden, niet je woorden.

Zolang Nederlands een slap aftreksel blijft van een verheven en onovertroffen Engels, zolang Nederlands gezien wordt als een gestripte versie van een betere taal, zal Nederlands geen harten verwarmen.

Om een kind te leren dat groenten lekker zijn, zul je de groenten goed moeten bereiden, en daarna met een smakelijk gezicht opeten om het goede voorbeeld te geven. Zolang de pizza aantrekkelijker blijft dan de groenten, zal het kind uiteindelijk toch voor de pizza kiezen. Het is dus geen kwestie van alleen het juiste voorbeeld geven, maar het ook plezier hebben in het geven van het juiste voorbeeld .

Voor nieuwe studenten Nederlands is niet enkel wat gezonde verschoning nodig: we hebben weer wijknamen, teksten en toespraken nodig die zo afdoend en doeltreffend zijn, dat een Engelse vertaling wel een mooie poging is, maar geen recht doet aan het Nederlandse origineel.  

Advertentie