Referendum: Nederland als de wc-papier natie

Lopen studenten wel warm voor het Oekraïne-referendum van woensdag? Een ludieke campagne met wc-papier helpt volgens Ariënne Mulder niet om een goed overwogen keuze te kunnen maken.

Over een paar dagen mogen we naar de stembus. Stembus? Stemmen? Na maanden van campagnestilte, fiets ik inmiddels op weg naar De Uithof langs een aantal mistroostige campagneposters. Er schijnt schandalig veel overheidsgeld naar het referendum te gaan, maar dit geld zit duidelijk niet in de opmaak van deze posters. Witte posters met in het rood ‘Stem voor’ of ‘NEE’ en ach veel meer past er natuurlijk ook niet op zo’n poster. Maar was het in werkelijkheid maar zo simpel.

Dankzij de wanhopige obstipatie van Geen Peil, moeten wij nu over elke scheet een mening hebben, iets wat dan wel weer goed samen gaat met de wc-papier campagne. Een bedrijf ontving 50.000 euro voor “het laten vervaardigen, transporteren en door studenten laten verspreiden van toiletrollen bedrukt met argumenten tegen toetreding van Oekraïne tot de EU”.

Is het nodig om over dit onderwerp een referendum te houden? Is het iets wat leeft onder de studenten of de rest van de bevolking? Unitas organiseerde deze week een debat over het referendum en mijn studievereniging Urios hield er een paar weken geleden ook een lezing over, maar als ik in mijn omgeving kijk, lijkt niemand een echt duidelijke mening over het verdrag te hebben.

Ook als ik naar mezelf kijk, weet ik bijzonder weinig over het verdrag. Het is een ontzettend dik en droog document en ik heb het dus niet doorgelezen. En al zou ik dat wel gedaan hebben, dan zou ik waarschijnlijk nog niet in kunnen schatten wat dit verdrag voor voor- en nadelen heeft en wat de consequenties zijn voor onze economie en buitenlandbeleid of voor de Oekraïners zelf.  Ik ben geen expert of beleidsmedewerker op dit gebied, maar moet er wel een duidelijke en uitgesproken mening over hebben wil ik mijn stem uit kunnen brengen. Knap lastig dus, maar ik word er met een referendum wel toe gedwongen iets te vinden.

En geldt dit niet voor steeds meer dingen? Kemphanen staan tegenover elkaar te schreeuwen over vluchtelingen, over de fouten die gemaakt zijn bij aanslagen of over de integratie. Voor mijn gevoel ontstaan er zo twee kampen, kampen waarbinnen er geen ruimte is voor een genuanceerde afgewogen mening of het simpelweg niet hebben van een mening omdat je niet genoeg over het onderwerp weet.  

Gelukkig ben ik niet de enige die zo denkt, twintig Utrechtse studenten hebben op 26 maart de campagne ‘Dare to be Grey’ gelanceerd en roepen juist op tot nuance. Nu hopen dat de stem van nagenoeg iedereen harder klinkt, dan de stem van de kemphanen.

Terug naar het referendum, ik ben erg benieuwd of de kiesdrempel wordt gehaald en wat de uitslag dan is. Voor mijn gevoel leeft het referendum nog meer in Oekraïne dan hier in bijvoorbeeld Utrecht. Volgens mijn studiegenootje uit Kiev is het referendum daar al tijden dagelijkse kost en worden er campagneliedjes gemaakt, stemmen gepeild en vergelijkingen gemaakt tussen de Nederlandse tulp en de Oekraïnse tryzub (drietand). En wat hebben wij? Een campagne met wc-papier en Arjen Lubach die in Lubach op Zondag, op een overigens ontzettend komische manier, uitlegt dat het eigenlijk niks uitmaakt of je gaat stemmen of niet.

Maar misschien zit ik er ook compleet naast en moet ik me er gewoon nog beter in verdiepen. Gelukkig zit ik op 6 april de hele dag op een stembureau, daar kan ik vast wel een beginnetje maken aan het associatieverdrag en zelfs een stemstrategie bedenken. 

Advertentie