Unidentified Scientific Subjects

Waarom wordt er zo heftig gereageerd op de Delftse wetenschapper Coen Vermeeren die gelooft in het bestaan van UFO’s? Dat vraagt hoogleraar Milieukunde Klaas van Egmond zich af. 

‘Deze man is totaal van de wereld. Het is diep triest en de universiteit zou er afstand van moeten nemen.’ Gelukkig slaan deze, uit het AD opgetekende uitlatingen niet op onze Utrechtse universiteit. Het ging ook niet over de wetenschappelijke fraude van Diederik Stapel en de opvallend omvangrijke media-aandacht daarvoor. Het bleek ook niet te gaan om de onbekende ECB-econoom die zonder theoretisch-modelmatige kennis van het financiële systeem, honderden miljarden euro’s als bluswater voor de nauwelijks begrepen financiële crisis gebruikt. Het ging ook al niet om een onderzoeker die voor het dertigste achtereenvolgende jaar publicaties schrijft over insecten met vierkante ogen.

Nee, het ging om dr.ir. Coen Vermeeren, een wetenschapper aan de Delftse faculteit voor Lucht- en Ruimtevaart techniek, die was overgeplaatst naar Studium Generale, omdat hij ‘in UFO’s zou geloven’. Volgens het AD wordt er ‘een toezichtcommissie ingesteld om Vermeeren’s uitlatingen over UFO’s tot een minimum te beperken’.

Komt bekend voor. Enige tijd terug had je Galilei, die met zijn ‘Hollandse kijker’(Huygens) de toenmalige elite, dus de Paus, er van wilde overtuigen dat de aarde om de zon draait. Wat de Paus niet begreep kon niet waar zijn, dus hij weigerde door de Hollandse kijker te kijken. Galilei werd onder dreiging van huisarrest, een soort overplaatsing,  gedwongen om zijn, door waarnemingen ondersteunde theorie in te trekken. Wel schijnt hij daarbij nog net hoorbaar gemompeld te hebben ‘en toch draait zij’.

Vanwaar toch die eeuwenoude angst voor nieuwe ideeën ? Natuurlijk, de verworvenheden van de wetenschap als fatsoenlijke taal om op een hygiënische manier  tot kennis van onszelf en de omringde wereld te komen, moet worden gekoesterd. Die kennis is gebaseerd op de transparante wisselwerking tussen verifieerbare waarmeningen en de daarmee te verbinden theoretische begrippen. Voor zover ik begrijp beweert Vermeeren alleen maar, dat er inmiddels een overweldigende hoeveelheid foto- en videomateriaal is waarop die Unidentified Flying Objects te zien zijn. De door sceptici geuite veronderstelling dat al die waarnemingen terug te voeren zijn op bekende natuurverschijnselen en op zeer grootschalige fraude, is niet bij benadering waar te maken. Zolang ze dat niet kunnen, ligt er een indrukwekkende set aan waarnemingen die een wetenschappelijke verklaring behoeven, in plaats van irrationele ontkenning of ridiculisering.

Waarom wordt daar zo heftig op gereageerd ? Is het, zoals destijds bij de Paus de angst voor het verlies van een oud wereldbeeld ? Is het wetenschappelijke arrogantie; ‘wat ik niet begrijp kan niet waar zijn’? En waarom wordt het onderwerp zo geridiculiseerd, terwijl één van diezelfde sceptische wetenschapsjournalisten in het Een-Vandaag televisieprogramma wel met droge ogen vierkant staat te verdedigen waarom NASA met de Mars-verkenner destijds een grammofoonplaat heeft meegestuurd met daarop onder andere de Vijfde van Beethoven? Onder de klaarblijkelijke veronderstelling dat ze een pick-up hebben, was het de bedoeling om onze cultuur aan eventuele buitenaardsen kenbaar te maken.  

Echte wetenschappers nemen moeilijk weerlegbare waarnemingen serieus en nemen de uitdaging aan om met nieuwe wetenschappelijke verklaringen te komen. Echte wetenschap is verwondering. Een samenleving die zich niet meer verwondert, kan beter haar universiteiten sluiten. Wil de laatste de Verlichting uit doen ?

 

Advertentie