13 duizend trage eerstejaars moeten beurs terugbetalen

Eerstejaars moeten sinds de invoering van de prestatiebeurs 21punten halen. Twaalf procent is daar in het studiejaar 1998/1999niet in geslaagd. Vooral voor universitaire studenten bleek die eiste hoog gegrepen. Dat blijkt uit cijfers van de Informatie BeheerGroep (IBG).

Deze eerstejaars moeten nu hun basisbeurs en, als ze diegekregen hebben, ook hun aanvullende beurs terugbetalen. Daarkunnen ze alleen aan ontkomen door binnen zes jaar hun diploma tehalen. Tot nu toe kon dat alleen als de student minimaal tienpunten had gehaald in het eerste studiejaar, maar deze regel heeftHermans met terugwerkende kracht geschrapt. Alle eerstejaars diesinds 1996 minder dan tien punten haalden, kunnen daarvanprofiteren. Hermans vond de tienpuntenregel in strijd met zijnstreven om de studiefinancieringswet flexibel te maken.

De cijfers van de beheergroep laten ook zien dat het aantal '1februaristakers' is toegenomen. Eerstejaars die al voor 1 februaristoppen met hun studie, hoeven de beurs die ze tot dan toe kregenniet terug te betalen. In het jaar 1998/1999 deden ruim 6600studenten dat, tegen 5800 het jaar daarvoor. Cijfers over hetlopende studiejaar heeft de IBG nog niet.

Verder was het studiejaar 1998/1999 het laatste met studentendie onder de regels van de tempobeurs vielen. Die studenten warentoen vierdejaars en moesten 21 punten halen, net als de eerstejaarsonder de prestatiebeurs. Over deze drempel struikelden ruim 1700studenten, opnieuw verhoudingsgewijs meer aan universiteiten danaan hogescholen.

HOP, HO