Béta's zijn het minst gelovig

Het percentage mensen dat helemaal niet in God of in een hogerekracht gelooft is het laagst op het hbo (14) en het hoogst bij deuniversitaire bèta-studies (35,6). Maar ook al geloven langniet alle studenten in God of iets hogers, er zijn er wel veel diezich verwant voelen met het christendom. Hier scoort het hbo hethoogst (58,2 procent) en bèta het laagst (35,5 procent).

Met de overige religies voelen aanmerkelijk minder mensen zichverwant: met de islam 1,3 procent, met het hindoeïsme 0,6procent, met het boeddhisme 2,9 procent en met het jodendom 0,2procent. Bijna dertig procent van de ondervraagden voelt zich metgeen enkele religie verwant en nog eens ruim veertien procent zegtin elke religie wel 'iets' te zien.

De meeste studenten beschouwen Jezus als een historisch persoon:37,5 procent. Ruim tien procent denkt dat het om een verzonnenpersoon gaat. En 26,4 procent denkt dat Jezus de zoon van Godis.

Er is leven na de dood, denkt 66,8 procent van de ondervraagdestudenten. Hoe dat leven er dan uitziet is minder duidelijk: 'Er iswel iets maar ik weet niet wat!', aldus een veelgehoord antwoord.Bijna eenvijfde van de studenten denkt dat het om een hemel gaat;ééntiende ziet meer in reïncarnatie, eenonpersoonlijk voortbestaan of een geestenwereld. Daarentegen meent14,5 procent van de studenten zeker te weten dat er helemaal nietsmeer is na de dood.

Sociale wetenschappers en hbo-studenten zijn het meest actiefwaar het gaat om kerkgang of bijbellectuur. Ruim een kwart van destudenten zegt jaarlijks naar de kerk te gaan, veelal met dechristelijke feestdagen zoals Kerst.

Op basis van de uitkomsten van hun enquête hebben destudentenverenigingen de studenten ingedeeld in drie groepen. "Derationalistische student - een kwart van het totaal - gelooft nietin God. Deze student voelt zich niet zo verwant met een religie endoet er verder niets mee, maar heeft wél meermaals het ideedat er méér is tussen hemel en aarde. Dan is er een groepstudenten van het type 'er is wel iets maar ik weet niet wat'. Dezestudent - bijna eenderde van het totaal - doet echter geen moeiteom te ontdekken wat dat 'iets' dan welzou kunnen zijn. En tenslotteis er nog de overtuigde student (15 procent van het totaal), die inGod gelooft en daar ook wat mee doet.

AH