College houdt vast aan promotiebeurzen

Een oorlogsverklaring. Zo werd in kringen van deUniversiteitsraad de brief ervaren waamee het college van bestuureind vorige week aankondigde onverkort vast te houden aan zijnvoorstel voor een Utrechts promovendibeleid. Kern van dat voorstelis dat faculteiten de vrijheid krijgen om zelf te bepalen of zijhun promovendi een aio-aanstelling of een promotiebeurs willengeven.

De commissie onderzoek van de U-raad had eerder zeer afwijzendop de collegeplannen gereageerd. Promovendi moeten volgens het grosvan de commissieleden als werknemers worden beschouwd en dienendaarom zonder uitzondering een aio-aanstelling te krijgen.Desondanks besloot het college al een week later om de mening vande commissie voor kennisgeving aan te nemen en op de ingeslagen wegvoort te gaan.

Een unanieme Universiteitsraad, bij monde van prof.dr. Dirk vander Plas, liet dinsdag weten teleurgesteld te zijn dat het collegevoorbij was gegaan aan de mening van de commissie, maar hetbovendien niet nodig had gevonden om van gedachten te wisselen metde voltallige raad. Van der Plas vroeg namens zijn collega's om debesluitvorming op te schorten tot na de vergadering van de U-raadvan september, een verzoek dat na enige aarzeling werdingewilligd.

Voorzitter Veldhuis, die de scheidende raadsleden aan het eindvan de vergadering met de traditionele paraplu bedacht, maakteoverigens duidelijk dat dat niet betekent dat het college zich aaneen uitspraak van de raad gebonden voelt.

Behalve de Universiteitsraad zal ook het Lokaal Overleg tussende vier ambtenarenbonden en het college van bestuur de voorstellenbespreken. In dat overleg, dat over twee weken plaatsvindt, komt inieder geval de vraag aan de orde of de door het collegevoorgestelde aanstelling als junior-docent voor beurspromovendi totde mogelijkheden behoort. Volgens de bonden sluiten verschillendeuniversitaire regelingen deze mogelijkheid uit. Binnen de faculteitLetteren komen bijvoorbeeld alleen gepromoveerde medewerkers inaanmerking voor een junior-functie. Ook geldt volgens de bonden inUtrecht nog steeds de eis dat een aanstelling minstens anderhalvedag in de week moet omvatten. Dat is meer dan in het voorstel vanhet college van bestuur is voorzien voor de junior-aanstelling voorbeurspromovendi.

EH