Computermodellen rekenen natuurbeleid door




Beleidsscenario's tegen verdroging stroomgebied van deDommel

Politici en ambtenaren overtroffen Utrechtseonderzoekers in hun keus voor beschermende maatregelen in hetstroomgebied van het riviertje de Dommel. Dat was de uitkomst vaneen symposium ter afsluiting van een vierjarig onderzoek met geldvan de Europese Unie. Milieukunde maakte modellen voor het helestroomgebied tot honderden meters onder de grond en met inbegripvan flora en fauna. Alleen het risico dat boeren met mestkarrengaan protesteren is niet met de computer te voorspellen.

"Kijk, hier heb je de drinkwateronttrekking in het gebied."Promovendus Nico Pieterse laat een kaartje zien van het riviertjede Dommel dat voor éénderde in België en voortweederde in Nederland stroomt, ter hoogte van Eindhoven. Op hetkaartje staan cirkels van allerlei grootte, een maat voor dehoeveelheid drinkwater die elk pompstation onttrekt. Pieterse heeftin de computer kaarten tot op enkele honderd meters diepteopgeslagen. "Hier bij Wintelre zie je op dertig meter diepte eengrote cirkel dus veel wateronttrekking. Dat is relatief ondiep enheeft dus een groot effect aan de oppervlakte."

Dat laatste laat hij op andere kaarten zien waarop de computerberekeningen voor grondwaterstanden heeft afgebeeld. Eén vande grote problemen in het ruim zestienhonderd vierkante kilometergrote stroomgebied van de Dommel is de verdroging, verteltprojectleider dr. Ton Verkroost. Dat is funest voor de natuur inhet gebied. Sinds 1994 heeft Verkroost met zes medewerkers van dedisciplinegroep Milieukunde en Hydro-ecologie gewerkt aanvoorspellende modellen van het riviertje. De bedoeling van hetproject was namelijk om beschermende maatregelen 'door te rekenen'om zo het effect ervan op de natuur in het gebied tevoorspellen.

Verkroost: "Er bestaan allerlei plannen om de verdroging tegente gaan: je kunt de drainage van landbouwgronden verminderen, jekunt beken die gekanaliseerd waren opnieuw laten meanderen; je kuntook in steden de hoeveelheid verhard oppervlak verminderen. Maartot voor kort was hetmoeilijk om het gezamenlijke effect daarvan teoverzien."

Verkroosts team heeft al die effecten verwerkt in zogehetenhydrologische computermodellen, die waterstromen en grondwater inhet hele gebied volledig in kaart brengen. Vervolgens zijn diegegevens gebruikt in ecologische modellen die, uitgaande van dewatergegevens, voorspellingen doen over de soorten planten die opbepaalde plekken kunnen groeien. Globaal gezegd komt het er op neerdat een beleidsmaker met een set plannen naar Verkroost encollega's toe kan gaan met de vraag om uit te rekenen wat dat voorde natuur betekent.

Mest

De onderzoekers hebben enkele beleidsscenario's doorgerekend diewaren opgesteld in samenwerking met het Staring Centrum inWageningen. Pieterse laat een derde kaartje van het gebied zienwaarop de vooruitgang of achteruitgang van de natuur is aangegeven.Het is er een van een extreem scenario, waarbij de invloed van demens in het hele gebied drastisch is teruggebracht; alleenEindhoven als stad is overgebleven. Op het kaartje is aan rodestippen de vooruitgang van de natuur op diverse plaatsen te zien.Op een ander kaartje, dat gebaseerd is op het huidige beleid, isook menige blauwe stip te ontwaren, ten teken vanachteruitgang.

Het hele onderzoeksproject van Verkroosts team maakt deel uitvan een groter samenwerkingsverband met de Provincie Noord-Brabant,het Waterschap de Dommel en een aantal Belgische overheden.Financier is de Europese Unie met een bedrag van 680.000 Ecu. Eenpaar weken geleden is het project in feite afgerond met een grootsymposium. Ruim honderd Belgische en Nederlandse lokale politici enbeleidsambtenaren hebben toen kennisgemaakt met de mogelijkhedenvan de modellen.

De deelnemers bereikten aan het slot van de bijeenkomstconsensus over een eindscenario dat ook daadwerkelijk hetuitgangspunt moet worden voor toekomstig beleid. In het scenariostaan ingrijpende maatregelen - zoals het dichtgooien van sloten,het verminderen van beregening met 20 procent op landbouwgronden enhet vervangen van maar liefst 35 procent van het naaldbos doorloofbos. De totale kosten zouden ruim honderd miljoen Ecu bedragen,uitgesmeerd over twintig jaar.

Verkroost is eerlijk gezegd wel verbaasd over de voortvarendheidvan de beleidsmakers.

"Hun eindscenario is zelfs duurder uitgevallen dan het meestoptimistische scenario dat we zelf van tevoren hadden opgesteld.Dat er over dit scenario overeenstemming is bereikt wil natuurlijkniet zeggen dat het ook exact zo uitgevoerd wordt; zo gaat dat nietin de politiek. Ik vermoed dat er eerst proefprojecten wordenopgezet."

Hoe kun je als onderzoeker bij het opstellen van dit soortscenario's nuinschatten of ze ook maatschappelijk haalbaar zijn?Daarvoor is gebruik gemaakt van onderzoek, waarbij directbetrokkenen werden geïnterviewd. Verder zijn veelbeleidsstukken geraadpleegd en is een workshop gehouden metbeleidsmedewerkers. Pieterse: "Beleidsmedewerkers weten heelprecies hoe ver ze kunnen gaan zonder dat ze boeren met mestkarrenvoor hun deur krijgen."

Overigens heeft de mestproblematiek bij het project slechts eenondergeschikte rol gespeeld. Die valt namelijk in het niet bij hetprobleem van de verdroging. Mestreducties komen dan ook niet alsmaatregel voor in het eindscenario. Verkroost: "Ik vermoed dat erdaarom maar weinig vertegenwoordigers van de boeren op hetsymposium waren. Ook de andere punten zijn niet direct nadelig voorde boeren. Want hoewel er aanpassingen zijn op het gebied vandrainage en beregening gaan de boeren er volgens ons eindscenariofinancieel op vooruit. Simpel gezegd zit het zo: als je de drainagevermindert hoef je ook minder te beregenen."

Dat de mestproblematiek niet zo'n belangrijkste factor is, wasnieuw voor Verkroost. Hij beschouwt het als een interessant gegevenom in detoekomst verder te onderzoeken. Ook op het gebied van deecologische modellen, die promovendus Harry Olde Venterink heeftontwikkeld, heeft het project de onderzoekers veel nieuwsgeleerd.

Beestjes

"We hebben voor het meten van een voor- of achteruitgang van denatuur gekeken naar drie karakteristieke ecosystemen in hetgebied", vertelt Verkroost. "Dat zijn broekbossen (een soortmoerasbos), weidegebieden en beken. Pieterse voegt eraan toe: "Datis echt een hot topic in het vakgebied op dit moment." De modellengaan uit van de gegevens over de waterhuishouding op een bepaaldeplaats en bekijken vervolgens de invloed op de plantengroei in debeekdalen en de beestjes in de beken.

De hydrologische modellen die zich specifiek met dewaterhuishouding bezighouden bestonden al wel langer. Maar hetinvoeren en verifiëren van massa's geografische gegevens, dieook in België moesten worden opgevraagd, is voor Pieterse tocheen hoofdtaak geweest. Pieterse lachend: "Vergelijk die modellenmaar met een tekstverwerker. Als je een tekstverwerker hebtgeïnstalleerd wil het nog niet zeggen dat er ook automatischeen proefschrift uitrolt."

Frans van Mieghem