'Corps-lulletjes en UVSV-trutjes'

Aan Ronald Naar heeft de jubilerende UtrechtseStudenten Alpen Club (USAC) met zekerheid het meest illustereoud-lid. De bergbeklimmer, avonturier, expeditieleider en schrijverblikte kort voor het vertrek van zijn Antarctica-expeditie terug opzijn ervaringen bij de vereniging die dit jaar het zeventigjarigbestaan viert.

'Een week later verhuis ik naar Utrecht. Geïnspireerd doorde aanwezigheid van een aantal goede klimmers bij de lokalestudentenklimclub, wil ik aan de Rijksuniversiteit wiskunde gaanstuderen.' Dit schreef Ronald Naar in zijn boek 'op zoek naarevenwicht' over het motief voor zijn studiekeuze. Naar zou van 1974tot 1985 elf jaar aan de RUU studeren. "Ik heb inderdaad uitvoerigmogen genieten van de faciliteiten van de universiteit", schamperthij. Uiteindelijk werd hij nog wel een 'heuse doctorandus'. "Maardat lukt iedere boerenlul", zo stelt het kopstuk van de vaderlandsebergsport.

Ronald Naar is er de persoon niet naar om een blad voor zijnmond te nemen. Dat moeten ze bij de USAC ook al snel gemerkt hebbentoen hij daar aan het begin van zijn studie aanklopte. De Hagenaarmocht zich toen al een ervaren en volleerd bergbeklimmer noemen.Klimmen was al sinds zijn dertiende levensjaar een passie. Dieinstelling strookte niet met het belegen sfeertje dat hij, naareigen zeggen, bij de studentenklimvereniging aantrof.

"De USAC was in die tijd nog gelinkt aan het corps", verteltNaar. "Dat was niet bepaald mijn stijl. Sterker nog; ik moest nietshebben van die Corps-lulletjes en UVSV-trutjes. Van elk Corps-lidwerd min of meer verwacht dat hij zich aansloot bij eensportvereniging. Mensen met twee linkerhanden die ongeschikt werdengeacht voor de rugby- of hockeyvereniging kwamen dan bij de USACterecht."

Bij de herinnering aan de introductie-periode van de vereniginglijkt Naar zich opnieuw op te winden "Ze wilden nota bene dat ikexamen deed!", sneert hij. "Terwijl ik beter was dan hun bestevoorklimmers. Ze moesten verdomme bij mij examen komenafleggen."

Ondanks al zijn bezwaren tegen de verenigingscultuur bleefRonald Naar gedurende zijn studie over de vloer komen bij de USAC.De club was voor hem het enige sociale contact in Utrecht. Bij eengezelligheidsvereniging had hij zich nooit aangesloten. "Misschiendat ik een of twee keer decontributie van de USAC heb betaald, maarje kon me er wel geregeld vinden", vertelt hij. "Zo was ik er vaakwel bij wanneer op de derde donderdag van de maand bekende klimmerseen praatje kwamen houden op de zolder van de UVSV."

Eenmaal ondernam Naar nog een overmoedige poging de verenigingnaar zijn hand te zetten. Hij stelde zich kandidaat voor hetvoorzitterschap met de geheime agenda 'het Corps en de UVSV eruitte flikkeren'. "Ik was jong en idealistisch en ik dacht dat ik hetallemaal wel even zou veranderen, maar al snel bleek dat er bij demeeste leden helemaal geen behoefte was aan een frisse wind. Toenheb ik het daar maar bij gelaten."

Inmiddels had Naar bij de USAC-training in de gymzaal van hetWillem Arntz-huis enkele gelijkgestemde klimmers getroffen. In 'opzoek naar evenwicht' beschrijft hij zijn eerste ontmoeting in dekleedkamer met Bas Gresnigt, een bergsporter met wie hij later noggrootse dingen zou ondernemen. "Uiteindelijk heb ik aan de USACtoch mijn beste klimvrienden overgehouden", concludeert deavonturier die de komende maanden zal proberen de Zuidpool over testeken. "Zowel privé als zakelijk kom ik bovendien nog vaak inaanraking met mensen die toentertijd ook lid waren van devereniging. Velen zijn de bergsport een warm hart blijventoedragen. Dat waardeer ik."

Xander Bronkorst