Faculteiten en diensten gaan huur betalen

Dat is de kern van een voorstel waarmee het college eendoelmatiger gebruik wil bevorderen van de beschikbare ruimte. Opdit moment neemt het college zelf nog alle huisvestingskosten voorzijn rekening. Dat betekent dat soms lastige afwegingen moetenworden gemaakt over de redelijkheid van de wensen van verschillendegebruikers. Als het beschikbare huisvestingsbudget over defaculteiten en diensten wordt verdeeld, is dat probleem van debaan, redeneert het college. Met het geld waarop zij gezien hunomvang recht hebben, kunnen de gebruikers voortaan zelf bepalenhoeveel ruimte zij willen huren en welke kwaliteit die huisvestingmoet hebben. Het college verwacht dat sommige gebruikers danwellicht ook wat zuiniger met de beschikbare ruimte zullenomspringen dan ze nu doen.

Voor de berekening van de 'huur' die betaald moet gaan worden,is het college uitgegaan van een berekening van adviesbureauTwijnstra Gudde. Dat schat de huidige waarde van het universitaireonroerend goed op ongeveer twee miljard gulden. Uitgaande van eenafschrijvingstermijn van dertig jaar is er jaarlijks dus 67 miljoengulden nodig voor groot onderhoud en renovatie. Met aanvullendekosten voor onder meer energie, schoonmaak en klein onderhoud denkthet college van bestuur jaarlijks 121 miljoen gulden aan huur nodigte hebben om het huidige gebouwenbezit op peil te houden.

Om dat bedrag op te brengen, zal de 97 miljoen gulden die op ditmoment op de universitaire begroting voor huisvesting isgereserveerd onder de gebruikers worden verdeeld. Dat betekent datde faculteiten zelf het resterende gat van 24 miljoen gulden moetenopbrengen. Daartoe zullen zij op hun beurt opdrachtgevers vancontractonderzoek de huur in rekening moeten gaan brengen voor deruimte die nodig is voor de huisvesting van onder meer promovendien derde-geldstroom onderzoekers.

Op basis van de prognose van Twijnstra en Gudde dat jaarlijks 67miljoen nodig is om het universitaire gebouwenbestand op peil tehouden, stelt het college dat in de periode 1995-2009 dus eenmiljard gulden beschikbaar is aan investeringsmiddelen. Als gevolgvan de aankoop van het Kromhoutterrein, de bouw van hetMinnaertgebouw en het Educatorium en de reservering voor de nieuweUniversiteitsbibliotheek is dat bedrag de afgelopen vijf jaar albijnavoor de helft uitgegeven. De grootste kostenpost in de komendejaren vormt de renovatie van het Diergeneeskundecomplex, waarvoorhet college tot 2009 een bedrag van 150 miljoen gulden denkt uit tetrekken.

In een eerste reactie op het plan hebben verschillendefaculteiten vraagtekens gezet bij de voorstellen. Zo vraagt defaculteit Ruimtelijke Wetenschappen zich bijvoorbeeld af of hetvoorstel niet onnodig veel administratieve rompslomp met zich meezal brengen. Ook vreest de faculteit door de huur die aan derdenmoet worden berekend in een nadelige positie te komen op de marktvoor contractonderwijs- en onderzoek. De plannen voor de periodetot 2009 noemt de faculteit te zeer 'dichtgetimmerd'. Nu al hetgeld al is toegewezen, blijft er te weinig ruimte over voorplotselinge nieuwe ontwikkelingen, vrezen de geografen.

EH