Gesteggel over vijfde jaar bèta

"Veel opleidingen hebben de gestelde eisen onderschat", zeiprof.dr. B. Veltman vorige week desgevraagd. Als voorzitter van detoetsingscommissie voegde hij daaraan toe "dat wij zeker niet alleaanvragen voor vijf jaar zullen goedkeuren." De zes universiteitenmet bètastudies, plus Wageningen met zijn opleiding biologie,zijn het echter oneens met de opstelling van Veltman en de zijnen.Daarom is er begin deze week een gezamenlijk protest aan decommissie verstuurd, die ook wordt gesteund door dewerkgeverskoepel VNO-NCW.

Na de Kamerbehandeling van de wet over de bèta-opleidingenleek de snelle start van vijfjarige studies verzekerd. Er lag eenconvenant dat minister Ritzen nog gesloten had. Het vijfde jaardiende voor betere 'studeerbaarheid' en verbreding metberoepsgerichte vakken. Langs die lijn stelden de bèta'snieuwe programma's op. Een lichte toetsing van de plannen leekgenoeg, vooral omdat het beroepsgedeelte van de programma's al doorde werkgevers was bekeken.

Die toetsing loopt echter stroef. Dat begon met de samenstellingvan de commissie; die bestond eerst uit drie oud-hoogleraren van deTU Delft. Gezien de eeuwige rivaliteit tussen techneuten en'gewone' bèta's is dat een vreemde keus. Na protest werd ereen vierde lid toegevoegd. Daarna kon de commissie aan de slag,onder leiding van de Delftse oud-rector (en later: Twentsecollegevoorzitter) Veltman.

"Men is zeer detaillistisch bezig", vat de Groningsecollegevoorzitter prof.dr. E. Bleumink de problemen samen. Over devraag of milieuvakken wel bètavakken zijn, of over hetacademisch niveau van afzonderlijke programma-onderdelen dreigt eenoeverloze discussie. Bleumink vindt dat niet slim: "Die programma'smoeten nog beginnen. Je kunt niet alles vooraf regelen. Zulkevragen moet een visitatiecommissie over een paar jaar maarstellen."

Behalve moeite met de stijl van de commissie hebben deuniversiteiten ook formele kritiek op haar criteria. Zo biedt hetbètaconvenant ruimte om een studie al na een jaar te splitsenin diverse afstudeervarianten. Maar de commissie gaat uit van eenvaste basis van minstens twee jaar. Ook noemt ze eenminimumpercentage bètavakken (85 procent voor onderzoekers, 75procent voor andere studievarianten).

Met hun eisen gaan Veltman en de zijnen veel verder dan de wetof hetbètaconvenant, menen de universiteiten. Dat kan niet,vinden ze. Hun gezamenlijke brief moet de commissie tot inkeerbrengen.

FS, HOP