'Het is voorbij. Jij hebt onze vriendschap al beëindigd, nu ik nog'

'Het is voorbij. Jij hebt onze vriendschap al beëindigd,nu ik nog'

"Wat vooral geholpen heeft, is het schrijven van hetdagboek. Daar ben ik voor mezelf mee begonnen. Maar toen na pakwegéén jaar bleek dat het heel moeilijk was om te pratenover de zelfmoord van Carla en over wat dat met me deed, toen benik stukjes uit dat dagboek gaan opsturen naar mijn ouders en dievan Carla. Die waren en zeer door getroffen en hebben mijgestimuleerd er een boekje van te maken." In 'Om zes uur zou zekomen eten' vertelt Barbara Post over de zelfdoding van haarhartsvriendin en over het rouwproces dat ze vervolgensdoormaakte.

"Papa en mama zijn eerst gaan kijken. Ze zeiden dat Carla erheel mooi uitzag en dat het net leek of ze sliep. Hand in hand benik voetje voor voetje naar het kamertje gelopen waar ze lag. Ik konbijna geen adem meer krijgen en pas bij de tweede poging durfde ikheel even om het hoekje te kijken. In een flits zag ik d'r liggen.Ik schrok ontzettend, haar gezicht was ook vrij dik. Van achter demuur heb ik d'r gedag gezegd. Maar ik ben blij dat ik het gedaanheb."

Carla was op de rails gaan liggen. Ze had regelmatig last vandepressies. Barbara maakte vier van die depressies mee. "In zekerezin is dat een geluk geweest, dat ik haar heb meegemaakt inperioden dat ze écht niet meer verder kon", vertelt ze. "Haaraankondigingen van een zelfdoding waren echt geen signaal om hulp.Ze had trouwens al heel veel hulp. Misschien dat ik mede daarombijna geen schuldgevoel heb gehad bij haar dood. Ik wist dat zeplannen had, hoewel het op het moment dat de politie mij kwaminformeren niet gelijk tot me doordrong. Op een bepaalde manier hebik die angst toch weggestopt."

Carla en Barbara leerden elkaar kennen via een oproep in deVPRO-gids voor een Israël-reis naar Kibboets - waar zij samenéén jaar woonden. Na terugkomst ging Barbara in UtrechtCulturele Antropologie studeren en Carla Algemene Letteren. Zewoonden bij elkaar in de buurt op IBB, maar schreven elkaarniettemin regelmatig brieven, kaartjes, gedichtjes.

"Ik denk dat de diepgang van onze vriendschap ook te maken hadmet de periode waarin we elkaar leerden kennen", vertelt Barbara."Tijdens je studietijd komen allerlei levensvragen boven: uit watvoor gezin kom je, wat wil je met je leven, heb je ook zo'n lastvan de eisen die de omgeving aan je stelt, die druk vanalles temoeten - studeren, uitgaan, leuke vriendschappen, lezen, de krantbijhouden, over alles kunnnen meepraten... We hebben daar nachtenover doorgeboomd. Ik kwam er zelfop een gegeven moment wel uit,vond mijn draai. Maar bij Carla bleven die vragen doordenderen; hetzich afhankelijk voelen van wat anderen van haar vondenbijvoorbeeld werd alleen maar erger. We zijn toen een beetje uitelkaar gegroeid. Maar niettemin was zij één van debelangrijkste personen uit mijn leven."

"Ik heb gisteren besloten te stoppen met studeren voor een halfjaar. In het begin dacht ik 'Och, het gaat wel, ik moet alleen watvaker huilen maar verder lukt het wel'. Nu merk ik echt dat het eenpijnlijk proces is, het vreet aan je. M'n kop zit zó vol metCarla - pijn, verdriet, teleurstelling en boosheid - dat er niksbij kan."

Het is toch maar een vriendin, was een reactie die Barbara inhet begin veel hoorde. Het verdriet over zo'n verlies zou toch nietzo lang hoeven duren. "Voor veel mensen was het niet herkenbaar. Ikkreeg niet uitgelegd hoe belangrijk Carla voor mij was. Er waren erzelfs die al na twee weken zeiden: 'Ben je daar nu nóg meebezig?' Maar gelukkig waren dat soort reacties in de minderheid. Demeeste mensen lieten toch merken dat ze begrepen dat ik verdriethad, die gaven me daar de ruimte voor. Mijn vriend bijvoorbeeld,die troostte me als ik moest huilen. Maar als het ernaar uitzag datik een hele avond moest huilen, gaf hij me een handdoek en gingzelf aan tafel een boek zitten lezen. Dat was heel prettig. Je hebtdan niet het idee raar bezig te zijn, je krijgt gewoon deruimte."

Uit haar dagboek en die hele doos correspondentie, heeft Barbarahaar boekje samengesteld. "Het steeds weer overlezen, passages aanandere mensen laten lezen en er dan over praten en het op diemanier met Carla bezig zijn, heeft me ook enorm geholpen. In hetbegin kon ik alleen maar huilen, twee, drie uur per dag. Ikgeloofde maar niet dat het verdriet minder zou worden.

"Totdat ik me op een gegeven moment realiseerde dat die continueherhaling van boosheid, onbegrip en verdriet een manier was omCarla vast te houden. Dat was een groot inzicht. Ik ben mezelf gaantrainen om onderscheid te maken tussen huilen omdat ik echtverdrietig was - al was het maar omdat ik een zinnetje in eenliedje hoorde dat me weer aan Carla deed denken - en huilen omdatik me aan Carla wilde vastklampen - wat ik zoveel mogelijkprobeerde te vermijden. Dat hielp. Ik huilde een uurtje, en dan konik weer verder met mijn leven.

"De afgelopen twee maanden had ik vaak geen zin me in hetCarla-verleden te storten. Ik doe mezelf daar alleen maar verdrietmee. Het bespaart me veel pijn zonder dat ik het gevoel heb dat ikiets wegdruk. Teveel herinneringen ophalen is niet goed."

Carla stierf op 23-jarige leeftijd, in 1994. "Veel mensen hebbeneen beeld bij iemand die zelfmoord pleegt als een zielig hoopjemens dat alleen op een kamertje zit en moeite heeft met socialecontacten. Dat beeld klopt niet", vertelt Barbara. "Carla was eenleuk meisje, vlot, modern. Ze had veel contacten en had zich enormin zichzelf verdiept. We hadden gesprekken over zaken die bij mijnog lang niet waren opgekomen. Ze kon emoties heel goed onderwoorden brengen.

"Toen ze dood was ben ik op zoek gegaan naar boekjes overzelfmoord binnen vriendschappen. Maar die zijn er nauwelijks. Ikheb er eentje gevonden over een broer, en dat was heel herkenbaaren troostend. Je las dat zo'n dood ook andere mensen gigantisch inbeslag kan nemen, maar óók dat je er overheen kuntkomen.

"Dat gebrek aan boekjes is wel één van de drijfverengeweest om 'Om zes uur zou ze komen eten' samen te stellen. Het isheel persoonlijk. Het was ook een hele stap om passages uit brievenvan Carla erin op te nemen. Die waren immers aan mij persoonlijkgericht. Maar als je dan achteraf hoort dat wat je wilt meedelenoverkomt, zelfs bij mensen die Carla noch mij kennen, dan geeft datvoldoening Als mensen er écht iets aan hebben, als het zeaanzet om over hun eigen leven na te denken of hen helpt bij hetverwerken van hun verdriet... dat vind ik ontroerend."

"Ik moet jou in het verleden achterlaten. Langzaamaan moet iksteeds minder tijd aan jou besteden, mijn toekomst en activiteitenbehoren steeds meer aandacht te krijgen. Het leven gaat verder. Ikmoet me niet teveel door mijn verdriet laten meeslepen. Dat geeftme jou niet terug. Het is voorbij, over. Jij hebt onze vriendschapal beëindigd, nu ik nog."

Barbara is inmiddels afgestudeerd. Ze werkt in Utrecht bij desociale dienst.

'Om zes uur zou ze komen eten' is in eigenbeheer uitgegeven en wordt verspreid door Lakenman PublishersHuizen. Verkrijgbaar in de boekhandel voor 29,90 gulden.

Armand Heijnen