'Hoger onderwijs kan bijna niet toegankelijker'

Optimistische geluiden op een symposium van de Amsterdamseonderzoeksinstituten SCO-Kohnstamm en SEO, vrijdag in Amsterdam.Zij doen, in opdracht van het ministerie van Onderwijs, jarenlangonderzoek naar de studiekeuze van studenten.

De aanwezige onderzoekers en beleidsmakers concluderen dat hethoger onderwijs ongeveer zo toegankelijk is als maar kan. Er moetniet zozeer actie worden ondernomen om meer studenten te trekken,maar eerder om de kwaliteit van het onderwijs niet onder demassaliteit te laten bezwijken.

Er hebben nog nooit zoveel mensen gestudeerd als nu, stelttopambtenaar Roelof de Wijkerslooth de Weerdesteijn van hetministerie van Onderwijs. Het enige probleem is dat de aantallenscheef zijn verdeeld over de studies. Er bestaat een groot verschilin populariteit tussen bijvoorbeeld rechten en technischenatuurkunde.

De Amsterdamse onderzoeker Jaap Dronkers wijst erop dat er nogaltijd een paar groepen zijn die minder kans maken om te gaanstuderen. Hij maakt zich vooral zorgen over de kinderen vanwerkloze autochtone ouders. Die vind je het minste in decollegebanken. Terwijl het aantal allochtone studenten zienderogengroeit, zit er in deze groep net zoveel beweging als in een brokgraniet, aldus de professor.

"Er is absoluut geen sprake van een drama", zegt Uulkje de Jongvan het SCO-Kohnstamm Instituut over het aandeel allochtonenstudenten. Dit is tussen 1995 en 1997 met drie procent toegenomenen ongeveer even groot als in het havo en vwo. Wel komenallochtonen gemiddeld met lagere cijfers van de middelbare schoolen halen ze minder vaak hun propedeusediploma binnen een jaar. Ooklopen ze vaak een wat hogere studieschuld op. Maar dit zijnproblemen die op den duur vanzelf voorbij gaan, denkt deonderzoekster.

Jaap Dronkers geeft haar gelijk. Hij wijst op het 'onbedoeldegrote inhalen van vrouwen'. Er is weinig beleid gevoerd om dezedoelgroep naar universiteiten en hogescholen te jagen. Maar het isvanzelf goed gekomen. Opeens maken ze de meerderheid uit van destudentenpopulatie. Al zie je wel dat vrouwen nog vaak traditionelekeuzes maken. Er studeren bijvoorbeeld nog erg weinig meisjes in detechnische hoek.

Dat zou echter kunnen veranderen als exacte opleidingenbijvoorbeeldeen ander imago naar buiten brengen, blijkt uit cijfersdie het SCO-Kohnstamm Instituut en de SEO binnenkort naar buitenbrengen.

Onderzoeker Jaap Roeleveld vroeg scholieren die twijfelen overeen exacte studie waardoor ze zich zouden laten overhalen. Daaruitblijkt dat ze in twee jaar tijd veel meer waarde zijn gaan hechtenaan de mogelijkheid om later parttime te kunnen werken en tochcarrière te maken.

Nog belangrijker vinden ze de mogelijkheid om na drie jaar eentussendiploma ('bachelors') te halen, en dan eventueel te stoppenmet hun studie. Dat komt omdat veel exacte studies inmiddels vijfin plaats van vier jaar duren, denkt Roeleveld. Studenten zien ermisschien tegenop om zo lang onderweg te zijn.

HOP, Inge Hoogendoorn