'Je kunt studenten niet zomaar op mensen loslaten'



Utrecht wil in het nieuwe geneeskunde-curriculum eenzogeheten Skillslab invoeren, waarin studenten aan'basisvaardigheden' kunnen oefenen: hoe naai ik een wond, hoe bouwik een consult op, hoe leg ik een verbandje aan? En dat zonder dater een echte patiënt aan te pas komt. Maastricht heeft er aléén. Op reportage met een Utrechtse geneeskunde-studentin het diepe zuiden.

Een goede dokter moet naast medische kennis en eenwetenschappelijke houding ook bepaalde basisvaardigheden beheersen.Daarom leren medische studenten uit Maastricht in het 'Skillslab'vaardigheden zoals injecteren, vragen stellen aan een patiënt,een bacteriologisch preparaat maken en wonden hechten.

Op de bovenste twee verdiepingen van het halve maan-vormigegedeelte van het gebouw van de medische faculteit in Maastrichtbevindt zich het Skillslab. Aan het begin van de praktijk-afdelingstaan tafels waarop intekenboeken liggen. "Hier kunnen de studentenzelf intekenen welke vaardigheid ze willen volgen. Dan zorgen wijvoor de ruimte en de spullen", zegt Albert Scherpbier, nog néthoofd van het Skillslab. "De lessen zijn niet verplicht. We willende studenten verantwoordelijkheid aanleren om hun agenda bij tehouden."

Zijn opvolger Maarten Verwijnen vult aan: "Als een student zicheenmaal heeft ingeschreven is hij wel verplicht om te komen."

De studenten volgen zes weken lang een blok met een bepaaldthema. Eerstejaars beginnen met 'een inleiding in de studieGeneeskunde'. Naast hoorcolleges volgen alle 1200 Maastrichtsestudenten praktische vakken in het Skillslab, die op de theorieaansluiten. De vaardigheden zijn verdeeld in vier groepen:lichamelijk onderzoek, gespreksvoering, therapeutische vaardigheden(bijvoorbeeld reanimeren) en laboratorium-vaardigheden.

Bij het inleidingsblok horen praktische vakken zoals: omgaan metspuit en naald, verbandleer en het hemoglobine-gehalte van hetbloed bepalen Ook communicatieve vaardigheden als de structuur vanhet consult worden behandeld. Bij elk studiejaar horen nieuwevaardigheden die worden opgebouwd.

Ieder jaar moet elke geneeskunde-student uit Maastricht eenverplichte praktijktoets afleggen. Vierdejaars studenten kunnentijdens hun toetsen ook vaardigheden uit de voorgaande jarenverwachten. "Voor normale tentamens ben ik nooit zenuwachtig maarvoor de vaardigheidstoetsen raak ik altijd gestresst", zegt FransBakers, vierdejaars geneeskunde uitMaastricht. "Je wordt enorm opje vingers gekeken en je wordt individueel beoordeeld", erkennenScherpbier en Verwijnen gezamenlijk.

Afstemmen

Het is niet de eerste keer dat dit duo een rondleiding verzorgt.Er is veel belangstelling voor het Skillslab: gemiddeld klopt elkeweek wel één groepje belangstellenden aan. "Dit is eenalgemene kamer", zegt Scherpbier. De kamer oogt sober: in hetmidden staat een tafel met stoelen, verderop staan tweeonderzoekstafels met het bekende witte papier erop en in de hoekstaat een aantal anatomische modellen. "Als je moet leren hoe jeeen knie kan draaien en bewegen, kan een docent dat laten zien aande hand van dit model. Acht studenten gaan bij zo'n knie-onderzoekin groepjes van twee naar de onderzoeksbanken en leren op elkaarhoe ze patiënten moeten onderzoeken. De docent controleert endoet voor", vervolgt Scherpbier.

Leander van den Ham, vierdejaars uit Utrecht, kijkt toe bij deles 'Blaascatheterisatie'. "Dit vak heb ik niet gehad in Utrecht",zegt Leander. "De groep is klein, de docent geeft helder les en eris genoeg en goed materiaal." Leander is positief gestemd over dezepraktijklessen: "Ik vind het mooi om te zien dat je geconcentreerdin een aantal kamertjes allerlei handelingen kan leren. Bij ons opde faculteit zie je nu soms mensen lopen met oefenmateriaal, zoalspoppen, van het secretariaat naar een vergaderkamertje en weerterug."

Tijdens colleges wordt de theorie behandeld. "Dat soort besefheb je wel nodig in de praktijk, anders leren we de studenten hieralleen maar een paar apenkunstjes die ze snel weer vergeten", aldusScherpbier. Verwijnen vult hem aan: "Deze lessen moeten goedaansluiten op de colleges. Je moet de praktijk op de theorieafstemmen."

Toch heeft Leander van den Ham ook kritiek op het MaastrichtseSkillslab: "De vaardigheidslessen lijken soms uit hun verbandgerukt. De studenten krijgen hier een situatie voorgeschoteld, zeleren een specifiek onderzoek. Maar je moet ook wetenwannéér of waaróm je iets doet."

Verwijnen: "Bij een aantal trainingen gaat het alleen om detechnische handeling, bij sommige hangt er meer omheen. Soms is hetbeter om te zien hoe iets gebeurt voordat je het waarom weet."

Scherpbier: "Het Skillslab is gericht op de diagnostiek. Dat wilzeggen: met je eigen ogen en handen plus enkele simpelehulpmiddelen vaststellen wat een patiënt heeft. Dat vereistoefening."

Basaal

Voor gynaecologisch onderzoek zijn er twee kamers beschikbaar.Vierdejaars studenten krijgen hier onderwijs vanvrijwilligers diespeciaal opgeleid zijn om zich te laten onderzoeken en daarfeedback op te geven. "Een patiënt die een inwendiggynaecologisch onderzoek ondergaat zal nooit tegen een jonge dokterzeggen wat er beter kan", zegt Scherpbier. De studenten oefeneneerst allerlei handelingen op poppen, daar zijn verschillenderuimtes voor ingericht.

Er is in het Skillslab zelfs een nagebootstehuisartsen-praktijk. De cursisten voeren hier simulatiegesprekkenen onderzoeken elkaar. Daar wordt een videoband van gemaakt dieuitgebreid wordt nabesproken. "Die nabespreking is belangrijk, daarleer je het meest van", meent Scherpbier. "In feite moet je lerenom een handeling op jouw manier te doen."

De praktijklessen worden gegeven door docenten die daarbuitennog werken in de gezondheidszorg. "De studenten kunnen elkpraktijkvak éénmaal volgen, dat zijn 25 trainingen perjaar', vertelt Scherpbier. Daarnaast kunnen de studenten onbeperktoefenen in de docent-onafhankelijke kamertjes.

Leander: "Qua uitgebreidheid van vaardigheden is het eenverbetering op het bestaande curriculum in Utrecht. Wij hebben ookveel practica, maar die zijn verspreid over de vakgroepen. Als jedeze vaardigheden uit het Skillslab leert, word je goed voorbereidop je co-schappen. Maar ik denk dat je veel van deze dingen ook inde praktijk van de co-schappen kunt leren. Het Skillslab-werkblijft toch heel basaal: je kunt niet alles nabootsen."

Frans, de Maastrichtse collega van Leander: "Ik kan me nietvoorstellen dat ik in een ziekenhuis terecht zou komen zonder datik weet hoe ik een buik moet onderzoeken. Je kunt studenten nietzomaar op mensen loslaten."

Leander wil ondanks zijn kritische kanttekeningen graag eenSkillslab in Utrecht. "Ik vind het jammer dat ik het Skillslab nietmeer ga meemaken", denkt hij. "Vergeet niet dat hier al jaren overwordt gepraat. Zoiets kost handen vol geld."

Het Skillslab in Maastricht kost alleen aan personeelskosten alzo'n tien procent van de totale onderwijsbegroting. "In Utrechtzijn alle practica verspreid en verdekt opgesteld, dus kan je nietzien hoeveel geld er in omgaat", meent Scherpbier. "Wij hebben hetSkillslab opgezet één jaar nadat de faculteit Geneeskundeis gestart. Het lab is dus meegegroeid. In Utrecht beginnen zevanuit een oude situatie."

"Ik zou wel een curriculum zoals jullie dat nu in Utrechtbeginnen, willen hebben", zegt Scherpbier. "De studenten gaan altijdens het derde studiejaar co-schappen lopen. Co-schappen,afgewisseld met vaardigheidslessen... dat is een uniekesituatie."

Ook Leander is tevreden over de veranderingen. "Utrecht krijgteen uniek curriculum: het praktische gedeelte is uit Maastrichtovergenomen, het casus-onderwijs uit Amsterdam en de nadruk opcommunicatieve vaardigheden uit Groningen." De Utrechtse studentlacht en zegt: "Betergoed gejat, dan slecht verzonnen."

Joke van der Glas