'Juist dankzij de biercultuur is er ruimte voor de muzen'

"Hé lullo, heb je nog geneukt?" luidt de bekendekreet waarmee Jiskefet enige jaren geleden de corpsbal kenschetste.Leden van het studentencorps hebben de reputatie alleengeïnteresseerd te zijn bier en wrede ontgroeningen. Maar watgebeurt er nog meer in dit enge, besloten wereldje, waar ouderwetserechtse ballen in drie-delige kostuums en vroegrijpe dames inmantelpakjes de dienst uit lijken te maken?

De schok die Nederland beleefde was hevig, toen in Groningenvorig jaar een eerstejaars student van het corps het leven liet nahet drinken van een fles jenever. Alle studentenverenigingen en metname de corpora - die te vinden zijn in Rotterdam, Amsterdam,Utrecht, Groningen, Wageningen, Leiden en Delft - lagen zwaar ondervuur. De ontgroeningen (door de verenigingen zelf Kennismakingstijdofwel KMT genoemd) van dit jaar, die nog bezig zijn of zojuistafgelopen, zijn gebonden aan meer regels dan ooit. Drankverboden encontrolecomissies zijn het gevolg van de Groningse tragedie.

Wat de buitenwereld te weten komt van het corps, via de pers enuit de volksmond, is zelden méér dan het wredeontgroeningsverhaal. Dit tot groot ongenoegen van destudentencorpora. Hoewel "de KMT er niet voor is om cultureel tezijn", zoals Joris Oster uit de Senaat van het Utrechtsch StudentenCorps stelt, is er tijdens de twee weken groentijd tochméér te doen dan drinken op commando of anderevernedering. De eerstejaars krijgen op verschillende manieren dekans om zich te profileren. Wie kan zingen of dansen wordtbijvoorbeeld meteen geplaatst in het groenentoneel.

In Utrecht presenteren de 'nullen' een voorstelling van allerleilosse liedjes, geschreven door de toneelcommissie. In Amsterdam enLeiden zorgt een aparte musicalcommissie ervoor dat deaspirant-leden een mooie show opvoeren. In elke stad en bij elkevereniging is het principe hetzelfde: tijdens de KMT zorgen detoneelcommissies ervoor dat de 'nullen' een goede voorstelling opde planken krijgen om de heren en dames die al lid zijn, tevermaken.

In Leiden geven de nuldejaars bovendien een concert, het'nullenstrijchje'. "Met ch omdat er in de jaren zeventig een abactis was die geen k op zijn typemachine had", verklaart BasGarvelink, praeses van het studenten-muziekgezelschap 'SempreCrescendo', dat bestaat uit een madrigaalkoor, een grootkoor en eensymfonie-orkest. Zelf is Bas hoboist. Zijn orkest, datookgedeeltelijk open staat voor studenten die niet lid zijn van eengezelligheidsvereniging, telt zo'n veertig permanente leden,waarvan er dertig tevens corpslid zijn. Tijdens de KMT wordt hetconcert echter uitsluitend verzorgd door aankomende muzikalestudenten, onder leiding van een ouderejaars als dirigent.

Fonds

Opvallend is dat op de namenlijsten met 'honorair-bestuurderen'van deze verenigingen een groot aantal mensen staat dat incultureel Nederland tot de top behoort. Het Koninklijk UtrechtschStudenten Tooneel rekent onder meer operazanger MaartenKoningsberger en Purper-oprichters Erik Brey en Haye van der Heydentot zijn oud-leden. In Leiden was Paul van Vliet actief binnen hetLeidsch Studenten Tooneel en het Leidsch Studenten Cabaret. Freekde Jonge, Bram Vermeulen, Vasterd van Aardenne en aanstormendstand-up comedian Bas Grevelink waren lid in Amsterdam.

"Ik kreeg laats een e-mail van een meisje dat geschokt was toenze ontdekte dat ik lid was geweest bij 'die ballen'", lacht ErikBrey, die na 16 jaar Purper nu een eigen muziektheater-show heeft."Terwijl ik alles wat ik nu doe te danken heb aan het feit dat iklid ben geweest van het corps. Daar kwamen mijn talenten naarboven." Zijn hele studententijd maakte Erik Brey muziek of speeldetoneel... op de sociëteit! "Neem nou bijvoorbeeld zo'ngroenentoneel. De liedjes zijn vaak vulgair en amateuristisch, maarje maakt wel een productie die in zeer korte tijd moet staan alseen huis. De grote, drinkende, zwetende en huilende zaal kent geenmedelijden met een slechte voorstelling."

De meeste mensen die lid zijn geweest van eengezelligheidsvereniging dragen die vereniging nog een warm hardtoe. Uit de grote schare 'ouwe lullen' worden dirigenten, musici,regisseurs en docenten voor de toneellessen geput. De debatingclubsvinden een groot deel van hun sprekers op de lijsten van oud leden.Ook de financiële bijdragen van veel mensen maakt een hoopmogelijk. "Als een gezelschap iets bijzonders wil organiseren en zehebben te weinig geld, dan kunnen ze een beroep doen op hetreünistenfonds. Als het een goed idee is dan keert het fondspraktisch altijd wel uit", zegt Wopke Hoekstra, praeses collegiivan de Leidse Studenten Vereniging 'Minerva'.

"Als ik soms nog op de sociëteit kom om te borrelen metoude vrienden of een groep toneelcommissarissen, dan is er nietsveranderd. Je zit meteen weer in dezelfde traditie. Dan is het geen'meneer Brey', maar gewoon 'je' en 'jij' en 'Brey'. Dat is waarommensen blijven komen." Erik Brey gaat noggraag af en toe naar deborrelavonden op vrijdag. "Wel heb ik de indruk dat het de laatstejaren wat agressiever is geworden, bijvoorbeeld tijdens de KMT. Hetvoldoet om iemand verbaal hard aan te pakken; het duwen en trekkenvind ik overbodig. Het corps moet spiritueel zijn, ook in zijnbotheid. Die is overigens ook nodig, want je moet wel ergens tegenkunnen."

Bier

"Studenten zuipen veel, dat is nu eenmaal zo", weet Olivier vanTill, ab actis van de Senaat van het Amsterdamsch Studenten Corps.Alle leden van de gezelligheidsverenigingen zijn het erover eens:bier is essentieel. De feiten liegen er niet om. Destudentensociëteiten behoren tot de grootste afnemers van debierbrouwerijen. Binnen veel verenigingen is het een eer om op deeerste plaats te staan van de bierlijsten. Aan het eind van demaand worden bij sommige verenigingen de lijsten opgehangen ofzelfs gepubliceerd. Veel gedronken betekent veel aanwezig, en veelaanwezig betekent prominent zijn.

"Juist dankzij de biercultuur is er ruimte voor de muzen. Jekunt het één niet los zien van het ander. Op cultuur meteen grote C, daar zit toch niemand op te wachten?" Erik Breybenadert de kunst nog steeds zoals hij dat deed als student. "Wehebben in mijn tijd serieuze eenakters gedaan. Maar nóóithet bier aan de kant en nu even lekker cultureel doen... nooit! Dathaat ik in de culturele wereld ook zo. Lachen is daar vaak meteenplatvloers. Ik heb het laatst ook weer gemerkt toen ik met eengroot orkest samenwerkte, dat vreselijke cultureelfundamentalisme."

En hoe zit het dan met het imago van de eeuwige student, die naacht jaar drinken is vergeten wat hij nu ook weer studeerde, die nade borrelavond in ondergekotst driedelig-pak en een sigaar in demond naar zijn smerige studentenkamertje strompelt, onderweg nogwat jongerejaars, meisjes en burgers verrot scheldt, en die devolgende dag bij zijn steenrijke vader weer om geld moetbedelen?

"Het enige wat het corps kan doen om de negatieve berichtgevingin de pers tegen te gaan, is de interne controle versterken en datsoort achterlijke excessen als in Groningen te vermijden. De ledenmoeten er gewoon voor zorgen dat ze geen aanleiding geven totslechte kritiek, want het positieve blijft verborgen voor debuitenwereld. Want het corps schopt zelf net zo hard aan tegenalles wat niet lid is. Het blaten en het aanstellen en het beeldvan dat elitaire willen de corpsleden juist ook zelf behouden. Hetis een groot spel", zo verklaart Brey.

Daan Richard