Keuze voor gemengd promotiestelsel

Flexibiliteit is het sleutelwoord in het voorstel waarin defaculteiten een grote vrijheid krijgen in de manier van aanstellenvan hun promovendi. Op basis van een eerder uitgevoerd experimentmet promotiebeurzen krijgen voortaan alle faculteiten demogelijkheid om hun promovendi hetzij een aio-aanstelling hetzijeen promotiestipendium aan te bieden. Wel hebben promovendi met eenbeurs in beginsel recht op een kleine aanstelling als junior-docentom zo enige onderwijservaring op te doen. Een adder onder het grasvormt echter de uitzonderingsclausule die bepaalt dat een faculteitvan de verplichte docent-aanstelling mag afzien als er geenonderwijstaak beschikbaar is.

In navolging van de faculteiten Natuur- en Sterrenkunde enScheikunde, die zich dit voorjaar door de concurrentiestrijd met detechnische universiteiten gedwongen zagen om het aio-salaris teverhogen, krijgen in de toekomst alle Utrechtse faculteiten demogelijkheid om aio's onder bepaalde voorwaarden een extraarbeidsmarkttoelage te geven. Voor promovendi die onderzoek doenbinnen Utrechtse zwaartepunten en die betaald worden door externeopdrachtgevers (derde geldstroom), bestaat zelfs de mogelijkheid omhet aio-schap over te slaan. Zij kunnen in de toekomst directworden aangesteld als junior-onderzoeker.

Aio's blijven meer verdienen dan hun collega's met eenpromotiebeurs. Volgens het college van bestuur valt dit tebillijken omdat aio's tot een kwart van hun tijd voor onderwijskunnen worden ingezet. Als de promotiebeurs echter wordtgecombineerd met een aanstelling als junior-docent van gemiddeldtien procent, dan blijkt uit berekeningen van het college vanbestuur dat promotiebursalen netto in vier jaar meer verdienen danaio's.

In en eerste reactie toont voorzitter Miranda Pronk van deUtrechtse Belangenvereniging voor Aio's (BAU) zich teleurgesteldover het voorstel. "Het lijkt of er voor een deel aan onze eerderebezwaren tegemoet wordt gekomen, maar in feite is er sprake vanoude wijn in nieuwe zakken. Wat heeft het voor zin om te stellendat promotiebursalen recht hebben op een aanstelling alsjunior-docent als de faculteit Letteren, waar de meeste bursalenrondlopen, nu al een overschot heeft aan docenten? Zo'n voorstel isniet meer dan een retorische facade. Wij blijven vinden dat allepromovendi rechthebben op een fatsoenlijke arbeidsrelatie met deuniversiteit. En dat is niet verenigbaar met het aanbieden vanstipendia."

EH