Koehandel in Universiteitsraad over afstudeersteun

Zo was daar de in hun ogen wel erg strenge voorwaarde datbestuurders alleen in aanmerking komen voor steun als zij reedstweederde van het aantal studiepunten hebben behaald. Geschiktemaar minder hard studerende kandidaten zouden zo als bestuurderbuiten de boot vallen; een onwenselijke zaak gezien de moeite omgoede bestuursleden te vinden. Tevens maakten de studenten bezwaartegen de regel dat bestuurders ook in hun bestuurjaar nog tienstudiepunten moeten halen, en dat zij niet langer dan achttienmaanden recht hebben op een bestuursbeurs.

Collegelid Kardux weigerde aanvankelijk om pricipiƫleredenen aan de wensen van de studenten tegemoet te komen."Bestuurders van verenigingen moeten voorbeeldstudenten zijn engeen studenten die er met de pet naar hebben gegooid. Datbestuursleden niet meer dan achttien maanden steun krijgen en ooktijdens hun bestuursjaar nog wat moeten studeren? Ja hoor eens, wijzijn een onderwijsinstelling, geen kweekvijver voorbestuurders."

Maar de studenten hielden voet bij stuk en plaatsten tegenoverhet bod van het college (66%, 10 punten, 18 maanden) een tegenbodvan 50%, 0 punten en 24 maanden. Uiteindelijk koos Kardux voor destrategie van de veemarkt. "Ik vind het vervelend dat het eenkoehandel dreigt te worden, maar ik zal een poging doen om destudenten tegemoet te komen. Ik bied 60%, 8 punten en 20 maanden,maar dat is dan ook ons laatste bod." Na enige aarzeling gingen destudenten overstag.