Medewerkers geven universiteit een 7,1

Op bijna alle fronten meer tevredenheid

De meeste medewerkers van de Universiteit Utrecht waren eind vorig jaar iets gelukkiger met hun baan dan drie jaar geleden. Dat blijkt uit de medewerkersmonitor 2008. Vooral het oordeel over de zogenoemde Resultaat- & Ontwikkelingsgesprekken met de leidinggevende is sterk verbeterd. Veel klachten zijn er nog over ict-ondersteuning, de bedrijfsrestaurants en de universitaire gebouwen.

Xander Bronkhorst

De universiteit krijgt van haar medewerkers een 7,1 als rapportcijfer. In vergelijking met de twee voorgaande personeelsenquêtes, in 2002 en 2005, is de tevredenheid van de universitaire medewerkers met tweetiende punt toegenomen. Tijdens het eerste grootschalige onderzoek onder personeel in 2000 kreeg de UU nog een 6,6.

Bijna veertig procent van de respondenten waardeert de universiteit met een cijfer hoger dan 8. Acht procent geeft een onvoldoende.

Ongeveer 2900 medewerkers, de helft van het totale aantal, vulden de online enquête in. Daarmee viel de respons drie procent hoger uit dan vorige keer. Op vrijwel alle deelaspecten oordelen de medewerkers positiever dan voorheen.

Werkplezier

Meer dan tachtig procent van de respondenten gaat met plezier naar het werk. Driekwart zou zeker weer voor dezelfde baan kiezen, als ze opnieuw een keuze konden maken. Medewerkers tonen zich vooral in hun nopjes met de zelfstandigheid en vrijheid die de UU hen biedt. Ook zijn ze blij met het inhoudelijke en intellectueel uitdagende karakter van hun werkzaamheden. Verder wordt de sfeer en collegialiteit positief beoordeeld.

Opvallend is wel dat medewerkers in hogere salarisschalen meer tevreden zijn over hun werk dan hun lagerbetaalde collega’s. <ParaStyle:bod>Verder is het ondersteunend en beheerspersoneel (OBP) gemiddeld iets positiever dan het wetenschappelijk personeel (WP).

Daarnaast is er toch nog een vrij omvangrijke groep medewerkers, veertien procent, die is vastgelopen in zijn of haar werk. Vijf procent blijft zelfs liever thuis dan dat naar de universitaire werkplek wordt afgereisd.

Werkdruk en stress

Driekwart van het wetenschappelijk personeel neemt vaak of zelfs altijd werk mee naar huis. Eenzelfde percentage maakt meer uren dan waarvoor ze zijn aangenomen. Een kwart van de mensen die extra arbeid verzetten, zegt dit belastend te vinden. Hoogleraren werken het meest, maar juist deze groep vindt dit het minst bezwaarlijk.

Ook gedurende een werkdag moet er flink worden doorgeploeterd. <ParaStyle:bod>Liefst tachtig procent van het WP vindt geen moment om het even rustig aan te doen. Bij bijna de helft blijft er werk liggen. Dit wordt over het algemeen als belastend ervaren.

Het OBP maakt minder overuren en werkt ook minder thuis. Deze groep klaagt ook in geringere mate over de stress die daarmee gepaard gaat.

Ook ongewenst gedrag van collega’s, leidinggevenden en studenten kan werkstress opleveren. Tien procent van alle medewerkers heeft hier mee te maken gehad. De meest genoemde klacht betreft pesten, roddelen en psychisch geweld (zeven procent). Ook discriminatie komt bij drie procent van de mensen voor. Eén procent zegt slachtoffer te zijn geweest van agressie, fysiek geweld of seksuele intimidatie.

Faciliteiten

Hoewel de mening over de faciliteiten en dienstverlening positiever is dan drie jaar geleden, blijven medewerkers kritisch. Alleen de service van de Universiteitsbibliotheek scoort goed. Over elk van de andere bevraagde faciliteiten velt meer dan twinig procent van de respondenten een negatief oordeel. <ParaStyle:streamer>Vooral de ict-ondersteuning moet het ontgelden. <ParaStyle:bod>Meer dan één op de drie werknemers is daar ontevreden over.

Uit de respons op een vraag naar een oordeel over de ondersteunende diensten in het algemeen, blijkt dat de waardering hiervoor aanzienlijk lager ligt dan voor onderzoek en onderwijs. Wetenschappelijk personeel oordeelt daarbij negatiever dan het ondersteunend personeel zelf. Zeventien procent van het WP geeft de ondersteunende diensten een onvoldoende.

Overigens krijgen ook de universitaire gebouwen en bedrijfsrestaurants veel onvoldoendes. <ParaStyle:bod>Bijna de helft van de medewerkers vindt deze slecht.

Leidinggeven

Bij de verschillende vragen over het contact met hun directe leidinggevende oordeelt vier tot tien procent van de respondenten positiever dan drie jaar geleden. Zo zegt bijna tachtig procent dat hun baas de resultaten van hun werk voldoende tot goed kan beoordelen. Ook meent 85 procent voldoende steun te ontvangen. Bijna negentig procent van de ondervraagden noemt de werksfeer binnen de eenheid goed.

Opzienbarend is de gegroeide tevredenheid over het R&O-gesprek. Bijna driekwart ervoer het onderhoud als zinvol. Drie jaar geleden vond slechts de helft van de medewerkers dat ze er iets mee opschoten.

Toch is er ook kritiek. Zo vindt meer dan dertig procent dat er weinig aandacht is voor hun ontwikkelingsmogelijkheden. Meer dan een kwart zegt bovendien dat hun leidinggevende geen inhoudelijke bijdrage levert aan hun werk.

Ook de interne communicatie lijkt nog voor verbetering vatbaar. Veel respondenten vinden dat ze slecht op de hoogte worden gehouden van belangrijke zaken en ontwikkelingen in hun directe omgeving.

Arbeidsvoorwaarden

Tevreden met hun salaris zullen universitaire medewerkers nooit worden. Ongeveer een derde noemt het inkomen niet passend bij de werkzaamheden en ook niet in overeenstemming met hun kennis en capaciteiten. Bovendien zien velen dat de vooruitzichten voor salarisgroei niet denderend zijn. Bij het WP zijn vooral universitaire docenten ontevreden over hun salaris, bij het OBP zijn dat de analisten. Het salaris is relatief vaak één van de redenen om een andere werkgever te zoeken.

De gedachten over de secundaire voorwaarden zijn - vooral bij het OBP - stukken positiever. De mogelijkheden om in deeltijd te werken, om een opleiding te volgen en om betaald ouderschapsverlof op te nemen worden daarbij met name genoemd. Het WP is vooral blij met de mogelijkheden om de eigen werktijden te regelen en om thuis te werken. De medewerkers geven gemiddeld een 7.2 voor het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden, iets meer dan veertig procent geeft een 8 of hoger.