'Multiple choice stond wel heel erg haaks op mijn idee van intellectuele vorming'

'Multiple choice stond wel heel erg haaks op mijn idee vanintellectuele vorming'

"Ik ben in 1977 in Utrecht psychologie gaan studeren en wat meuit mijn eerste jaar vooral nog levendig voor de geest staat, is deverbazing. Niet alleen omdat we begonnen met het vak fysiologie,maar vooral omdat dat vak werd afgesloten met een multiple choicetentamen. Dat je namen uit je hoofd moest leren en vakjes moestaankruisen, stond wel heel erg haaks op mijn idee vanwetenschappelijk onderwijs als intellectuele vorming.

Daar kwam bij dat ik ook niet erg enthousiast was over de manierwaarop het vak gegeven werd, zeker niet als eerste kennismaking metde studie. Uiteindelijk was ik psychologie gaan studeren om tebegrijpen hoe mensen in elkaar zaten en ik vond het nogal vreemddat ze begonnen met een uitgebreid overzicht van celletjes. Diestart heeft me waarschijnlijk wel gemotiveerd om vrijwel van meetaf aan actief te worden in het eerstejaarsoverleg en inverschillende commissies die zich bezig hielden met deherprogrammering van het onderwijs.

Er waren in die tijd veel studenten actief binnen psychologie,maar als lid van de Jonge Socialisten was ik toch een beetje eenbuitenbeentje, want de studentenbeweging en de USF werden toen noggedomineerd door de CPN. Veel last heb ik daar overigens niet vangehad. Aan de ene kant werd ik gewantrouwd als een beetje eenreformist, maar aan de andere kant kwam ik wel regelmatig met leukenieuwtjes uit Den Haag terug. Dat sprak ze wel weer aan.

Als ik nu op mijn eerste jaar terugkijk, was die intensievebemoeienis met de studie-inhoud al een voorbode van mijn latereoverstap naar de politiek. De eerste jaren heb ik nog enthousiastgestudeerd, maar geleidelijk kwam ik er achter dat ik de politieken het besturen van organisaties veel leuker vond dan het oplossenvan de problemen van individuele mensen alleen. Ik zocht naarmanieren om wat te doen aan de maatschappelijke oorzaken van veelproblemen. In 1981 werd ik voorzitter van de Jonge Socialisten endat was in feite al een full-time baan. Ik heb toen alsstudieopdracht nog wel een paar vormingscursussen geschreven voorde JS, maar uiteindelijk ben ik toch met psychologie gestopt.

"Ik ben nooit lid van een vereniging geworden, niet omdat ikiets tegen verenigingen had, maar gewoon omdat ik er nooit bij stilheb gestaan. Ik hockeyde in het tweede van Kampong en verder had ikook genoeg te doen. Uitgaan deden we in de Woolloomoolloo. Waarom?Heel eenvoudig. Dat was toen de enige plek in Utrecht waar jelekker kon dansen.

Dat ik als geboren en getogen Utrechtse hier ben gaan studeren,komt omdat ik Utrecht altijd een leuke stad heb gevonden. Ik hadgeen enkele behoefte om ergens anders heen te gaan, maar ik vondwel dat ik snel op kamers moest. Of er toen ook al kamernood was?Reken maar. Mijn eerste kamer was een hok van 1.80 bij 2.90 op deJ.P Coenstraat. Die had ik nooit genomen als ik wat beters hadkunnen krijgen. Al met al heb ik een prima tijd in Utrecht gehad,maar een speciaal Utrecht-gevoel? Nee, dat heb ik niet aan mijnstudietijd overgehouden.

Erik Hardeman