Onderwijs ondergeschoven kind bij scheikunde

De Utrechtse scheikunde-opleiding is "op de goede weg", vindt decommissie. Ze heeft lof voor de samenwerking met anderebta-studies. Ook de introductie van alfa- en gamma-vakken en eenverplichte stage krijgen waardering.

Toch kan het nog wel beter. De nieuw afstudeervarianten moetenal in de eerste jaren aandacht krijgen. Met name in dedoctoraalfase lopen te veel studenten vertraging op, volgens decommissie simpelweg omdat het programma te zwaar is. Door nieuwewerkvormen, zoals onderzoeksopdrachten, wordt de studieintensiever. Daardoor is het nodig om elders in het programma "deteugels wat te laten vieren".

Over de hele linie zijn de scheikunde-opleidingen van "goedekwaliteit", de afgestudeerden "uitstekend", schrijft eenvisitatiecommissie die alle veertien opleidingen kritisch bekeek.Maar er hangt hen nogal wat boven het hoofd. Om op niveau teblijven, moet het onderwijs een "veel grotere prioriteit"krijgen.

Allereerst zijn de meeste opleidingen druk bezig met hetinvoeren van nieuwe, vijfjarige studieprogramma's. Daarnaast moetenze inspelen op eerstejaars die straks het vernieuwde vwo hebbendoorlopen en zijn er inhoudelijk lacunes in hun onderwijs dieopgevuld moeten worden.

De commissie vraagt zich af of de zwaar belaste staf dit alleswel aankan. De faculteiten zijn in de opbouw van hun personeeleenzijdig gericht op onderzoek. Ze hebben bijvoorbeeld veel aio'sin dienst. De vaste staf is klein, en die moet zowel het onderzoekals het onderwijs in goede banen leiden. De vereisteonderwijsvernieuwingen komen daardoor in de knel. De commissieraadt aan aio's in te ruilen voor vaste docenten. Dan voorlopigmaar wat minder onderzoek, redeneert zij.

Inhoudelijk heeft de commissie vooral aanmerkingen op degebrekkige aandacht voor milieu-aspecten. Als ze studenten vroegnaar een sleutelbegrip als life cycle analysis, zag ze "vrijweloveral vraagtekengezichten". Studenten die zo'n begrip niet kennen,zijn "absoluut onvoldoende voorbereid op een functie in demaatschappij", vindt de commissie.

De opleidingen moeten zich dat aantrekken, vindt de commissie.Ze merkte dat studenten tijdens practica nog zonder mankerenvervuilende proeven opgedragen krijgen. Het ontbreekt nog aan dewil om "chemie schoon te bedrijven". De opleidingen moeten daaromsnel een "flinke inhaalslag" maken.

Scheikunde-studenten studeren hard. Misschien is de studieeigenlijk wel te zwaar, oppert de commissie. De studenten die zesprak woonden vaak nog thuis en waren geen lid van eengezelligheidsvereniging, om al hun tijd te kunnen besteden aan hunstudie. Maar, zo luidt de waarschuwing, een studie die te hogeeisen stelt, zal niet populair worden.

De aantallen scheikunde-studenten zijn toch al een reden totzorg. Dat aantal daalt, en volgens de commissie is dat eenbedreiging, zowel voor de scheikunde zelf als voor de Nederlandseeconomie. De opleidingen moeten daarom alle zeilen bijzetten om detrend te keren.

HOP, HO