Ook studentbestuurder moet collegegeld betalen

Dat zei minister Plasterk gisteren in debat met de Tweede Kamer. “Je mag alleen van je medestudenten verlangen dat ze de rekening van jouw jaar betalen, wanneer je werkelijk in hun belang dingen doet”, redeneerde hij.

Dat geldt volgens hem in elk geval voor bestuurders van de Landelijke Studenten Vakbond en het Interstedelijk Studenten Overleg, die “op voet van gelijkheid” met de overheid in gesprek gaan. Daar zijn aparte beurzen voor. Verder zijn er momenteel nog twintig beurzen voor bestuurders van de Landelijke Kamer van Verenigingen, Aiesec en vergelijkbare clubs.

Maar niet voor de honderden bestuurders van medezeggenschapsraden aan allerlei hogescholen en universiteiten. Die moeten het maar met hun eigen instelling uitvechten. “Ik voel er geen snars voor om het landelijk vast te leggen”, aldus Plasterk. Hij wil het aantal landelijke beurzen wel verdubbelen van twintig naar veertig, maar het hoeven er van hem geen zevenhonderd te worden.

Dat zou volgens hem ook een verkeerde prikkel geven. Het is goed om zulk bestuurswerk naast je studie te doen – zelf was hij ooit penningmeester – en waarschijnlijk levert dat enige studievertraging op. Maar dat wil niet zeggen dat een studentbestuurder per definitie het gehele studiejaar als verloren moet beschouwen. De minister is bovendien bang dat sommige bestuurders dan uiteindelijk helemaal met hun opleiding zouden ophouden.

Plasterk wilde er geen halszaak van maken, maar hij ontraadde moties in die richting. Veel weerstand kreeg hij niet. Alleen D66 en GroenLinks drongen even aan, terwijl andere partijen alleen probeerden de redenering nog iets zuiverder te krijgen.

HOP