Oratie over de komst van de schoolarts

Prof.dr. Piet 't Hart heeft deze geschiedenis beschreven in zijnoratie, waarmee hij op 1 februari het ambt aanvaardde van bijzonderhoogleraar Utrecht Studies. De stoel is bedoeld om hetinterdisciplinaire onderzoek naar en het onderwijs te stimuleren inonderwerpen die stad en provincie Utrecht betreffen. 't Hart is deeerste bekleder van de leerstoel.

Met het benoemen van schoolartsen in 1907 kwam een einde aan eenal sedert 1850 gehouden pleidooi voor betere hygiënischeomstandigheden op scholen. Met name de socialisten (de SDAP) haddenzich er sterk voor gemaakt. Nadat de schoolarts eerst zijn entreehad gemaakt op openbare scholen, volgden de confessionelen spoedig.Tegenwerking was er die halve eeuw geweest omdat "men de zorg vanhet kind te veel verplaatst (achtte) uit het huisgezin naar deschool" en omdat men botsingen tussen de artsen en de onderwijzersvreesde: wie bepaalde er immers welk kind op de eerste rij hoordete zitten? De arts (vanwege bijziend- of slechthorendheid) of demeester? Niettemin bleef, toen het eenmaal zo ver was, tegenwerkinguit.

De schoolartsen speelden vervolgens een rol in hetbeschavingsoffensief, constateert 't Hart. Van een verbetering vanhet heil der kinderen in scholen kon immers ook de gehelemaatschappij haar vruchten plukken. Iedereen vond het dan ooknormaal dat het hier om een verzorgingsarrangement van de overheidging, dat niet overgelaten kon worden aan het particulierinitiatief.

AH