's Nachts huilen er de coyotes in volstrekte eenzaamheid'

Op uitnodiging van het U-blad bracht de Groningsedichter Ruben van Gogh een bezoek aan Utrecht. Hij is lid van hetdichterscollectief Triade en auteur van de bundel 'De Man vanTaal'. Werk van hem verscheen voorts in Komrij's bloemlezing van deNederlandse poëzie, in de Literaire Agenda, op dePoëziekalender 1998 en in de festivalbundel 'Double Talk, Rap& Poëzie'. Verbazing van een begenadigd schrijver bij deaanblik van een relatief onbekende stad.

Hoopgevend is de aankomst in Utrecht niet. De inmiddels gelukkigalweer voorbije nieuwe lelijkheid in het bouwen heeft eind jarenzeventig haar hoogtepunt gevonden in het stationsgebied. Nadiegenen die fout waren in de oorlog (de Tweede Wereldoorlog, nietSrebrenica), de voormalig communisten, die - aangezet doorBolkestein - openlijk spijt hebben betuigd, is de tijd nu rijp datook de planologen en architecten van het stationsgebied terverantwoording worden geroepen voor deze historische vergissing,bijvoorbeeld in een speciale uitzending van 'Het spijt me'. Ik ziehet al voor me. Gewapend met een bosje bloemen stapt een 'foute'architect moedig de door hem ontworpen donkere spelonken in. Hijhoudt zich groot, maar bij de aanblik van de eerste zwervers schiethij vol. Met een slap handje overhandigt hij de bloemen. "Dit isniet wat ik wilde", snikt hij, en de zwervers begrijpen hem."Welkom in Utrecht."

Utrecht kende ik vroeger, net als andere grote steden vanNederland, alleen maar van Monopoly: Vredenburg, Neude enBiltstraat in oranje, net voorbij de gevangenis. Het begon er alaardig prijzig te worden, maar dan zat je ook goed, tussen dewaterleiding en de elektriciteitscentrale. Nu loop ik op eenbewolkte augustusmiddag zelf over het Vredenburg, in volleverbazing. Wat een onduidelijk plein, overal staan de skeletten vanmarktkramen kriskras door elkaar. Links word je onder de voetgereden door een scooter, rechts ontwijk je ternauwernood eenwandelwagen. Voorts is er ergens nog een onduidelijke waterpartijin de diepte. Vredenburg ontbeert enige vormen van houvast.Gelukkig zie ik aan de gevelwanden een aantal vertrouwde namen dieme tot rust brengen: HIJ aan de ene kant, Blokker aan de andere. Enzowaar: Monopoly bestaat, een hotel, een écht hotel, waarvroeger vier huizen stonden. Laat ik de Monopoly-route volgen en zoUtrecht ontdekken. Op naar het Neude, de Oudegracht over.

Het Neude is het tegenovergestelde van het Vredenburg. Het Neudeis een duidelijk plein. Overzichtelijke terrasjes voor decafés. Ballen aan de ene kant, intellectuelen aan de andere.Aangezien mijn ex er heeft gewerkt en ik vandaag besluit mezelfintellectueel te voelen, stap ik Le Journal binnen voor eencolaatje. Natuurlijk, een flinke leestafel om aan te zittenlezen,met Vrij Nederlanden, Elseviers, en wat lees ik daar, 'Gullitis een homo!'... de Story. "Op een gegeven moment dacht ik, of hijis homo, of hij heeft andere vrouwen." Dat zal mijn ex nooit overmij vertellen, maar goed, zij staat ook niet naakt in dePlayboy.

Het Neude is een fijne plaats om te verpozen. Bij mooi weer kunje half Utrecht voorbij zien lopen of fietsen en voor dedagjesmensen is het al bijna te ver. Het Vredenburg hoeft niet zovoor mij, maar het Neude is terecht vertegenwoordigd in hetMonopoly-spel. Nog geen hotel, maar genoeg fraaie huizen om tewonen.

Nu door naar de Biltstraat. Ik ga het Jansveld in. Tegenovertheatercafé De Bastaard staat een eenzame politieagent eenauto te bekeuren. Het kan maar zo die van Giphart zijn. Iedereletterenstudente zou op verplichte schrijverssafari in De Bastaardmoeten. Daar zijn ze te vinden, de schrijvers en theatermakers vanUtrecht. Je mag ze altijd wel wat aanbieden.

Via de Voorstraat steek ik de Wittevrouwensingel over en danopenbaart zich de Biltstraat in volle lengte. De eerste associatieis die met een Western-stadje. Een brede rechte straat metverrassend lage bebouwing. 's Nachts huilen er de coyotes involstrekte eenzaamheid. Als ik er een tijdje doorheen wandel, merkik dat ik alleen maar eetgelegenheden en uitzendbureaus tegenkom,met af en toe een kopieerzaak. Zou in Utrecht ieder restaurant zijneigen uitzendbureau hebben? Dat als je voor werk komt, dat ze danzeggen: "Gaat u hiernaast maar een hapje eten, dan zoeken wijintussen een baan voor u." Dat je dan zit te eten en de eigenaar natien minuten aan tafel komt en zegt: "Ze hebben net gebeld vanhiernaast, je kunt meteen wel beginnen in de keuken, de maaltijdverrekenen we later wel met je loon."

Ik neem de proef op de som en haal een hap bij eetcaféWeerbericht. Ik krijg geen baan, maar wel geweldige frieten, eenouderwetse karbonade en net zulke ouderwetse bloemkool. Dit kostdan nog niet eens een tientje. Ik heb het gevoel of ik in hetMonopoly-spel van mijn opa en oma ben terechtgekomen, waar je opjeugdige leeftijd al nostalgisch werd. "Kijk, vroeger kostten vierhuizen maar duizend gulden! Hahaha."

Na deze stop wandel ik verder de Biltstraat in. Eetgelegenhedenmaken plaats voor makelaars (die heb je bij Monopoly niet),uitzendbureaus transformeren tot advocatenkantoren enhuiswerkinstituten. Kortom, ik nader de betere buurten. Rechtsstaat een beeld van een beer, voor een reusachtige villa. Het iseen beer voor de bevrijders lees ik erop. Op 7 mei 1945 trok eeneerste Canadese verkenningspatrouille de Biltstraat door, richtingNeude en Vredenburg. Via de gedenkbeer nader ik het voorportaal vande gelukkigen, het Hoogelandsepark, waarachter de chiqueherenhuizen beginnen. Waarschijnlijk liggen de honden des huizesverveeld in hun manden; hondenspeelweide 'Daisyland' ligt erverlaten bij. Ik sla eensprookjesallee in, Emmalaan luidt dezeUtrechtse vertaling voor het Walhalla. Hier wil ik wel wonen zeg.Bronzen beelden op het grasveld voor de deur, lavendel in deperken, knappe Koreaanse schoonmaaksters achter de ramen en errijdt goddomme gewoon een witte Rolls voorbij, die dienst doet alstrouwauto. Ik wil ook huwen, nu, met een Emmalaanse! Waarom staatde Emmalaan niet op het Monopoly-bord, is daar een commissie voor?Mogen er hier geen hotels gebouwd worden?

Achter de grote rode beuk zweef ik het Rosarium voorbij envervolgens begint het Wilhelminapark, ook al zo'n grote afwezigebij Monopoly. Hier staan toch werkelijk zeer fraaie huizen.Monumentale panden met erkertjes, nissen, torentjes en geheimekamertjes. Af en toe tientallen fietsen voor de deur, ten teken dater studenten wonen. En dan, helemaal aan het einde van hetWilhelminapark, staan ze ineens: zes majestueuze nieuwbouw villa's.Hier heeft iemand hoog spel gespeeld, dit is Monopoly in het echt.Reusachtige ramen met uitzicht op woonkamers van twee verdiepingenhoog, met balustrades. Er lopen nog mensen in rond ook. Die wonendaar.

Ik stel voor dat het Wilhelminapark wordt opgenomen in Monopoly,alleen mag je er dan geen hotel plaatsen, wel zes huizen. Nummer120 is dan van mij. Het witte huis met de vier meter hogeboekenkast met verrijdbare ladder ervoor, gewoon openlijk tebewonderen vanaf de straat. Met altijd pruttelende koffie, en hetMonopoly-spel op tafel. Een marmeren tafel, uiteraard. DeEmmalaanse vraagt of er melk bij moet. Het is goed.

Ruben van Gogh