Studiehuis in de praktijk

Gisteren, 14 oktober, werd in het Nifterlake College in Maarssenhet resultaat van dit experiment openbaar gemaakt: het boek 'Vakkenvullen in het Studiehuis.' Volgens co-auteur dr. St. ten Brinke,emeritus-hoogleraar didactiek, bestaan er veel misverstanden overhet Studiehuis. Zo heeft het idee postgevat dat het om een schoolzou gaan waarin vooral zelfstudie door leerlingen plaatsvindt en derol van de leraar slechts die van 'begeleider' is.

Door een twintigtal docenten binnen hun eigen vakgebied te latenexperimenteren met het Studiehuis, heeft het concept een meerduidelijke afbakening kunnen krijgen. 'Geleidelijkheid' waar het deinvoering van het Studiehuis betreft blijkt een sleutelwoord tezijn. Niet alleen de leerlingen moeten kunnen wennen aan het nieuweconcept, óók de docenten. "Controle door docenten blijftnoodzakelijk", zeggen bijvoorbeeld de docenten taalonderwijs."Alleen al uit concurrentie-overwegingen kun je het je alsmiddelbare school domweg niet permitteren om deverantwoordelijkheid voor het leerproces te ver naar de leerlingtoe te schuiven. Het blijft een gedeelde verantwoordelijkheid."

Het boek geeft een aanzet tot een praktische didactiek van hetStudiehuis. De conclusie van de auteurs is dat het Studiehuis "geendoodgeboren kindje is, maar een gezonde baby met groeistuipen.""Een belangrijke doorbraak in het voortgezet onderwijs", aldus TenBrinke. Opmerkelijk is dat - volgens de experimenterende docenten -educatieve uitgeverijen nog nauwelijks zijn ingesprongen op hetnieuwe concept. Ze hebben hun lesmateriaal overwegend zélfmoeten maken. De rol van audio-visuele media en ITC is beperktomdat scholen daarvoor nog onvoldoende toegerust zijn.

Leerlingen blijken in het algemeen enthousiast over dit soortonderwijs. Hun 'taakbereidheid' is groot en ze zijn in het algemeen'actiever' dan binnen het 'traditionele' onderwijs. Het 'lerenleren' komt vooralsnog echter minder uit de verf, blijkt uit hetexperiment.

AH

Zie ook de rubriek Opinie