Utrechtse meteoroloog helpt Ronald Naar

"Kijk, op dit stuk in het begin van zijn tocht krijgt hij hethet moeilijkst. Dan moet hij vanaf zeeniveau meer dan tweekilometer klimmen om Dronning Maud Land te bereiken. En bovendienheeft hij daar wind tegen. Maar als hij die eerste klim eenmaalgehad heeft, dan ligt er tot aan de Zuidpool een vrij vlakke routevan meer dan duizend kilometer voor hem met wind in de rug."

Post-doc Richard Bintanja wijst de route aan op éénvan de talloze kaarten van het Zuidpoolgebied die de muren van zijnkamer in het Buys Ballot Laboratorium bedekken. Afgelopen wintervertoefde de Utrechtse meteoroloog zelf nog in het land van sneeuwen ijs voor zijn onderzoek naar het Antarctische klimaat, en datwas de reden dat Roland Naar hem dit voorjaar belde.

Bintanja: "Hij zat toen midden in de voorbereiding voor zijntocht naar de Zuidpool en wilde weten of wij iets konden zeggenover de wind. Hij wil een groot deel van de afstand overbruggendoor te parasailen met een groot zeil op een slee. Hij had hetparkoers al zo'n beetje uitgestippeld, maar wilde even checken ofdie route gezien de wind wel te doen was. Voor zijn tocht dwarsdoor Groenland had hij informatie gekregen van Belgischemeteorologen en dat was hem prima bevallen.

Ik heb toen twee collega's ingeschakeld die allebei beschikkenover een klimatologisch model voor Antarctica. Op basis van dietwee modellen kon ik hem een redelijk gedetailleerde windkaartbezorgen en tot zijn grote opluchting bleek hij een route te hebbenuitgekozen waarop hij voor een groot deel wind mee heeft."

Hoewel Bintanja waarschuwt dat zijn kaart gemiddelden aangeeft,mag de Poolreiziger wat hem betreft toch rekenen op een redelijkstabiele rugwind. "Op de hoogste punten is de lucht op Antarcticavrijwel altijd kouder dan op minder grote hoogte, en omdat koudelucht zwaarder is dan warme lucht, staat daar dus een vrijpermanente windstroom van hoog naar laag. Op windkaarten kun jezien dat de wind over een jaar genomen wel in kracht, maar niet ofnauwelijks in richting varieert. Omdat Naar zijn tocht in de zomermaakt, krijgt hij waarschijnlijk te maken met windkracht drie totvier, ideaal dus voor een stukje parasailen. Ik heb met een collegaeen weddenschap lopen of hij het redt. Mijn collega denkt van niet,maar ikverwacht zelf dat het hem lukt. Met zo'n windje in de rugmoet drieduizend kilometer toch te doen zijn?"

EH

Meer over Ronald Naar op pagina 27 van dit Ubladen op Internet: www.tpgantarctica.nl