UU wil op alle fronten de beste zijn

Afgelopen dinsdag is de Universiteitsraad akkoordgegaan met het ontwikkelingsplan 2001-2005 waarin de ambities endoelstellingen staan van de Universiteit Utrecht op velerleigebied. Het bestuurlijke stuk, dat al gedragen werd door hetcollege van bestuur en alle decanen, zal op aandringen van deraadsleden een meer toegankelijke versie krijgen voor een 'breedpubliek'. Want, zo stelt de raad, het ontwikkelingsplan is voor dehele universitaire gemeenschap van belang en zou door iedereengelezen moeten worden.

Nieuws
Uitgave: Uitgave 6
Jaargang: Jaargang 32
on 05/10/2000

Er zijn verschillende redenen om de koers van de UU bij testellen. Zo is daar het voornemen om het universitaire model aan tepassen aan het Angelsaksische onderwijssysteem van bachelors enmasters. De discussie over de vormgeving van dit systeem dat in2002 moet worden ingevoerd, is al in volle gang. Door opname in hetontwikkelingsplan wordt een bepaalde richting aan de discussiegegeven. Evenveel belang wordt gehecht aan de andere onderwerpen inhet OP, zoals het ontwikkelingsplan wordt afgekort. Hetpersoneelsbeleid is daar een van. Met het oog op het vertrek vanvele zestig-plussers in de nabije toekomst, moet de universiteitnieuw personeel werven en talenten zien te behouden door eenaantrekkelijke werkgever te zijn. Daarnaast krijgen onderwijs enonderzoek de nodige aandacht waarvoor Utrecht -kort samengevat-maar n doel heeft: op alle fronten de beste zijn en op geen enkelterrein de slechtste.

Dat Utrecht danig in haar maag zit met de laatste plaats in deKeuzegids mag duidelijk zijn. Zo staat in het OP: 'Geen enkeleUtrechtse opleiding staat in de laagste categorie van de Keuzegids;een aantal opleidingen is koploper'. Overigens een aanmerkelijkbescheidener ambitie dan die in het Utrechtse strategisch programmavan september 1999. Hierin staat: 'Geen enkele Utrechtse opleidingstaat lager dan de derde plaats in landelijkekwaliteitsvergelijkingen en een aantal opleidingen iskoploper.'

Collegevoorzitter Veldhuis noemt de ambities in hetontwikkelingsplan realistisch. Nu is het streven bijvoorbeeld dattachtig procent van de alumni tevreden terugblikt op zijn of haartijd aan de UU. Een voorstel van de U-raadstudentleden om datpercentage op te trekken naar honderd werd als 'nog niet haalbaar'van de hand gewezen. Veldhuis zal, zo zie hij, al heel blij zijnals de voorgestelde tachtig procent wrodt gehaald.

GK