Vijf procent van de eerstejaars verteerd door heimwee

Wat is heimwee, hoe ontstaat het en wie hebben er last van?Boeiende vragen waarnaar tot voor kort nauwelijks onderzoek wasgedaan. Merkwaardig, want volgens een ruwe schatting zou alleen alhet Amerikaanse bedrijfsleven jaarlijks zo'n 100 miljoen dollarverlies lijden doordat naar het buitenland uitgezonden werknemersvanwege heimwee voortijdig naar huis terugkeren.

Na een risicoloze doch weinig inspirerende loopbaan in hetbedrijfsleven, zoals hij het zelf omschrijft, zag de nu 45-jarigeVan Vliet in het thema 'heimwee' de kans voor een wat kleurrijkerwetenschappelijk vervolg van zijn carriere. Resultaat is hetproefschrift 'Homesickness' waarop hij eind deze week promoveert.Zijn geruststellende conclusie: heimwee is geen stoornis, zoalsjarenlang werd vermoed, maar een natuurlijke reactie op hetverlaten van de vertrouwde omgeving.

Van Vliet baseert zijn conclusies op onderzoek onder Utrechtsestudenten en naar het buitenland uitgezonden werknemers vanbedrijven. Omdat er nauwelijks criteria bestonden om deaanwezigheid van heimwee vast te stellen, gebruikte hij zijngegevens mede voor het ontwikkelen van een onderzoeksinstrument datinmiddels de naam Utrechtse Heimwee Schaal (UHS) heeftgekregen.

Een opvallende uitkomst uit het onderzoek is dat de onderzochtestudenten na een verhuizing eerder hun vrienden dan hun familiemisten. Vooral studenten die het contact met oude vrienden snelkwijt raken en die hun nieuwe omgeving als bedreigend ervaren,blijken vatbaar voor heimwee. Uit het onderzoek blijkt dat de helftvan alle verhuisde studenten soms last van heimwee heeft. Vijfprocent kampt er vaak tot zeer vaak mee. Het advies dat Van Vlietnieuwe studenten geeft, is om zo snel mogelijk contacten te leggenin de nieuwe omgeving. Dat blijkt de beste manier om heimwee tegente gaan.

Hoe hevig de gevoelens kort na de verhuizing ook mogen zijn,toch relativeert Van Vliet de ernst van het probleem. Bij allebetrokkenen was het aanvankelijk zo heftige verlangen naar devroegere omgeving na twaalf tot zestien maanden verdwenen. Volgensde promovendus kan hieruit geconcludeerd worden dat heimwee geenchronisch karakter heeft. Mensen passen zich na verloop van tijdaan de nieuwe situatie aan.

Daarmee neemt hij afstand van de Zwiterse wetenschapper JohannesHofer die in de zeventiende eeuw waarschuwde dat heimwee op termijnzelfs de dood tot gevolg zou kunnen hebben. Honderden jaren laterbekijkt Van Vliet het wat lakonieker. Volgens de auteur zou er danook niet gesproken moeten worden van 'homesickness', maar hoogstensvan 'homelonging'.

MW