Wij helpen de universiteit om de goede vragen te stellen

De entourage in de stijlvol ingerichte directiekamer is in tweejaar niet wezenlijk veranderd: aan de wanden smaakvolle modernekunst; in de kopjes koffie van uitzonderlijke kwaliteit; en achterde grote vergadertafel Van Dijk, zo mogelijk nog terughoudender danvorige keer. Misschien niet onlogisch want zijn entree in deuniversitaire publiciteit staat hem nog helder voor ogen. Het wasjuni 1997 en hoe omzichtig hij zich verder ook uitdrukte, zijnhardop uitgesproken irritatie over het feit dat de universiteit wasovergegaan op Max Havelaar-koffie leidde prompt tot vragen in deUniversiteitsraad. Hij glimlacht nauwelijks merkbaar. "Dieuitspraak over de koffie, die had ik geloof ik beter niet op datmoment kunnen doen."

Argusogen

Ruim anderhalf jaar is de Raad van Toezicht nu in functie, maarmeer dan een handvol besluiten zijn tot nu toe niet naar buitengekomen. En dat waren dan nog vrijwel onveranderd tweeregeligemededelingen waaruit bleek dat de Raad had ingestemd metbijvoorbeeld de universitaire begroting of de aankoop van hetKromhout-terrein. Het lijkt er dus op alsof de Raad weinig meerheeft gedaan dan trouwhartig 'ja' knikken. Maar wie dat denktvergist zich, waarschuwen ambtenaren in de omgeving van het collegevan bestuur.

Omdat de Raad van Toezicht haar werk in beslotenheid verricht,weigeren collegeleden en ambtenaren in het openbaar iets los telaten over de gang van zaken tijdens de vier vergaderingen perjaar. Maar zij laten wel doorschemeren dat de toezichthouders metname de universitaire bedrijfsvoering met argusogen volgen. Deonverwacht hoge prijs die moest worden betaald voor hetKromhout-terrein en de forse overschrijding van deinvesteringsbegroting hebben tot pittige discussies geleid, maarfundamentele verschillen van inzicht zouden nog niet zijnopgetreden. Op de vraag of de Raad al een keer een besluit van hetcollege heeft teruggedraaid, antwoordt Van Dijk, die als voorzittervan de Raad vanToezicht twee maal per maand contact heeft metcollegevoorzitter Veldhuis, dan ook ontkennend. Maar, legt hij uit,dat kan ook niet anders want als dat zou gebeuren, dan zouden wijons werk niet goed doen.

"Het is onze taak om vanuit onze eigen specifieke achtergrondmee te denken over de grote lijnen van het universitaire beleid.Wij gaan niet op de stoel van het college van bestuur zitten, dus uhoeft mij ook geen vragen te stellen over de koers die deuniversiteit moet uitzetten. Wat ik wil, is niet interessant. Maarhet is ook niet zo dat wij elk voorstel van het college met eenminzame glimlach accepteren. Wij stellen kritische vragen. Waaromdoen jullie dat zus en zo? Waarom vinden jullie dit en dat? Je zoukunnen zeggen dat wij de universiteit helpen om de goede vragen testellen. Wij entameren discussies maar die moeten uiteindelijk weltot een gezamenlijk standpunt leiden. Als het zover zou komen datwij een collegebesluit afkeuren, dan is er of sprake van eencommunicatiestoornis of van een vertrouwensbreuk."

Gebouwenbezit

Een van de vragen die de Raad de afgelopen tijd met enige nadrukheeft gesteld is de vraag of de universiteit geen geld zou moetenreserveren voor het onderhoud van haar gebouwenbezit op basis vaneen lange termijn plan. "Wij hebben die vraag gesteld naaraanleiding van de enorme overschrijding van het investeringsbudgetgedurende de komende jaren. Zoals u weet moet de universiteit inverband met de nieuwbouw van de bibliotheek en de renovatie van hetDiergeneeskundecomplex meer dan honderd miljoen interen op haarreserves. Op dit moment kon dat nog, maar in de toekomst zou zoietszonder adequate voorziening wel eens heel problematisch kunnenworden. Vandaar ons voorstel voor een gestructureerdeonderhoudsvoorziening, waarmee het college gelukkig meteeninstemde."

Ook op vrijwel alle andere punten bleken college en Raad het totnu toe roerend eens, aldus Van Dijk. Er was instemming met de'outsourcing' van het ACCU ("Maar ik ga niet in op de vraag of erin de toekomst meer diensten moeten worden afgestoten."), en er wasruime steun voor de start van het University College ("Wij vindenhet welslagen van dat initiatief van groot belang voor deuniversiteit"). Een van de recente discussiepunten vormt de eigenbeleidsruimte van het college van bestuur die in de ogen van VanDijk wel erg minimaal is.

"Op dit moment staat het college van bestuur voor de vraag naarde plaats van de Utrechtse universiteit in het nationale eninternationale bestel. Op welke gebieden willen we echt naar de topen op welke gebieden zijn wetevreden met een plaats in hetmiddenveld? Wil je die keuze op een goede manier kunnen maken enwil je je speerpunten financieel op een adequate manierondersteunen, dan heb je daar als college van bestuur geld voornodig. Op dit moment bedraagt de vrije beleidsruimte van hetcollege nog geen twee procent van de begroting. Dat vind ik wel ergmager, daar kun je geen ruiten mee ingooien. Wat ons betreft magdie beleidsruimte fors worden uitgebreid."

Decentralisatie vindt hij een goed ding, maar wat hem op deuniversiteit verbaast, is het soms nogal benepen eigenbelang datverhindert dat de meest rationele beslissing ook echt wordtgenomen. Met stijgende verbazing heeft hij bijvoorbeeld de gang vanzaken gevolgd rond de samenvoeging van diensten binnen hetFSB-cluster. "Dat is wel een hele moeizame", zucht hij met nauwverholen afkeer. "Ik weet ook wel dat het samenvoegen van dienstengeen sinecure is. Dat merken we binnen dit bedrijf ook regelmatig.Maar dat betekent niet dat je dan moet kiezen voor een onduidelijkcompromis zoals nu lijkt te gebeuren. Ik begrijp eigenlijk nietwaar de discussie over gaat. Het facultaire onderwijs en onderzoekwordt er toch niet minder van als de dienstverlening isondergebracht in een eigen dienst onder een eigen leiding? Kom noutoch!"

Salarissen Gevraagd naar de juistheid van het hardnekkigegerucht in het Bestuursgebouw dat de Raad van Toezicht desalarissen van de collegeleden heeft verhoogd, doet Van Dijk er hetzwijgen toe. "Het spijt me voor u, maar dat is geenbeleidsvraagstuk en dus gaat het met alle respect niemand iets aan.Het enige wat ik kan zeggen, is dat wij als Raad van Toezichtverantwoordelijk zijn voor een adequate honorering van decollegeleden en dat wij ons zeer goed van die verantwoordelijkheidbewust zijn." Deze week zal Van Dijk als het even kan acte deprésence geven tijdens dedies, want hij heeft het prima naarzijn zin in zijn nieuwe bijbaan. "Ik loop nu ruim anderhalf jaarrond in de universiteit en ik moet zeggen dat ik het een hartstikkeleuke en bijzondere wereld vind. Waar kom je nog mensen tegen diehun hele leven besteden aan een paar vierkante meter wetenschap? Ikvind het geweldig om die mensen te ontmoeten en om te horen waarmeezij bezig zijn, maar ik ben eerlijk gezegd blij dat ik niet in deschoenen van Jan Veldhuis sta. Ik heb grote bewondering voor eencollege van bestuur dat aan zo'n gezelschap hoogintelligenteeigenwijze individuen leiding moet geven."

Erik Hardeman