De parodieën van Katell Lavéant

Katell Lavéant is universitair hoofddocent bij Franse Taal en Cultuur, en heeft net een nieuwe werkplek aan de Trans. Ze doet onderzoek naar de vrolijke cultuur in en rond de Lage Landen van de dertiende tot aan de zeventiende eeuw.

Wie ben je en wat doe je?
Ik ben Katell Lavéant, universitair hoofddocent bij Franse Taal en Cultuur. Ik ben gespecialiseerd in de literatuur voor 1700. Ik ben dertien jaar geleden uit Bretagne naar Nederland gekomen om mijn promotieonderzoek over middeleeuws toneel in Amsterdam te doen, en kreeg daarna een vaste aanstelling aan de Universiteit Utrecht.

Ik heb net een VIDI-beurs ontvangen om onderzoek te doen naar de vrolijke cultuur in en rond de Lage Landen van de dertiende tot aan de zeventiende eeuw.

Waar is deze werkplek?
Op de kop van de Trans, met een prachtig uitzicht op de Nieuwegracht! Ik zit er nog niet zo lang, maar ik geniet nu al van het grote raam. Ik kijk graag naar buiten om ideeën op te doen.

Op de muur hangt een kaart van Parijs, die al in veel verschillende gebouwen en kamers van de faculteit heeft gehangen. Ik vind het een leuke verbinding met de vorige generaties van collega’s.

Ook vind ik bijzonder hier  op de Trans dat de stadsbeiaardier van april tot november op vrijdagmiddag een concertje vanuit de Domtoren geeft. Ik probeer dan altijd te raden welke liedjes ze speelt (ik heb weleens zitten te roepen: ‘Hé, maar dit is Abba!’).

Wat is er bijzonder aan je onderzoek?
Onderzoek naar historische letterkunde kan klinken als ver weg van de hedendaagse maatschappij, maar dat is niet zo. Ik ben bijvoorbeeld nu een project aan het opzetten met een middelbare school. Het gaat erom leerlingen met vroegmoderne spotteksten kennis te laten maken en zelf parodieën te laten schrijven.

Een parodie is het 'herschrijven' van een bekende situatie of verhaal, of het nadoen van een persoon, op een komische wijze. In de middeleeuwen ging men bijvoorbeeld serieuze, officiële teksten zoals testamenten of wettelijke teksten op die manier parodiëren. Zo kon een koning van Carnaval een grappig bevel geven om iedereen voor een feest uit te nodigen.

In publieke lezingen zie ik, net zoals veel van mijn collega’s, dat mensen veel interesse hebben voor onze ontdekkingen over de middeleeuwse en vroegmoderne literatuur en haar verbanden met de samenleving van toen. Daar gaat ook mijn project om: beschrijven hoe mensen met elkaar omgingen, waarom ze parodieën schreven en op welke manier ze samen feest vierden. Zo hoop ik ook een breed publiek te laten denken over hoe wij nu met elkaar communiceren via parodie in boeken of kranten en in de (social) media. Gaat het alleen om het bespotten, of kunnen we van de Middeleeuwen leren hoe we ook samen kunnen lachen en zo dichter bij elkaar komen, ondanks onze verschillen?

En voor mij als onderzoeker is het gewoon fantastisch om elke dag met grappige teksten en beelden te werken: je wordt er vanzelf vrolijk van!

Tags: de werkplek

Advertentie