Studenten in de thuiszorg: vieze klusjes en gezellige praatjes

Steunkousen aantrekken, ramen lappen en koffieleuten; studenten die in de thuiszorg werken, doen het wekelijks. Een suffe bijbaan of dankbaar werk? “Ik heb weleens een klysma toegediend.”

“Het is altijd een verrassing wat ik aantref achter de voordeur van een cliënt. Het ene huis lijkt net schoongemaakt, in het andere baan ik me een weg door stapels verstofte boeken”, zegt Maria, student Orthopedagogiek en naast de studie werkzaam in de thuiszorg.

“Ook tref ik weleens een chaos aan. Laatst bezocht ik een verstandelijk beperkte vrouw met twee thuiswonende kinderen. De vloer lag bezaaid met kledingstukken en etensresten. Het gezin had nog niet ontbeten, omdat er geen geld was voor boodschappen. De mevrouw wachtte nog op geld dat ze van een instantie zou ontvangen.” 

Huishouden en verzorgen
Over een bijbaan in de thuiszorg kan Maria je genoeg vertellen. Ze is niet de enige. Veel studenten kiezen voor deze zorgende baan vanwege de flexible uren en de wens om iets voor anderen te betekenen. Als thuishulp werk je een paar uur per week en ondersteunt ouderen of mensen met een lichamelijke beperking bij taken die deze mensen zelf niet kunnen uitvoeren.

Veel van hen zijn huishoudhulp, bijvoorbeeld Maria en Heleen, net afgestudeerd in Sociale Psychologie. Studenten vervangen meestal vaste schoonmaaksters die ziek of op vakantie zijn, en hun taak is om binnen een paar uur een huis aan kant te maken. “Van ramen lappen, tot stofzuigen en wc’s schrobben; alles hoort erbij”, zeggen ze.

Andere studenten ondersteunen mensen bij hun persoonlijke verzorging. Deze functie van verzorgende hebben bijvoorbeeld Iris, student Humanistiek, en Lente, student aan de onderzoeksmaster DaSCA. Lente: “Je maakt cliënten wakker, helpt ze met douchen en het aantrekken van de steunkousen. Dan maak je het ontbijt klaar.” Ook medische taken horen bij de baan. Iris: “Ik reik cliënten medicijnen aan, en heb wel eens een klysma toegediend.”

Poetsen en praten
Tijdens hun werk trotseren studenten heel wat viezigheid. Een huishoudhulp gaat stof, schimmel en aangekoekte wc-potten te lijf, en de verzorgende komt regelmatig met lichaamssappen in aanraking. Lente: “Ontlasting en urine zie ik in alle mogelijke vormen, groottes en hoeveelheden. Maar daaraan raak je snel gewend.”

Maar ook minder vieze taken horen bij het werk; koffiepauze houden bijvoorbeeld. Eenzame cliënten zien in de hulp namelijk een luisterend oor. “Veel ouderen zijn geïsoleerd geraakt. Ze zien soms een hele week lang niemand anders, dus luchten ze hun hart bij mij, zegt Maria.

Nippend van hun koffie vertellen cliënten over hun weekendplannen, kleinkinderen en jeugdherinneringen. Boeiend, zegt Maria. “Een cliënt vertelt bijvoorbeeld vaak over haar vlucht uit Indonesië tijdens de oorlog.”

Wel vindt Heleen dat je de tijd moet bewaken. “Voor je het weet zit je een uur te praten. Ik ben aangenomen om schoon te maken en wil mijn taken niet afraffelen.”
 

Vriend en hulpverlener
Wie in de thuiszorg werkt, moet dus hard werken, krijgt vieze handen en ziet er nooit leeftijdsgenoten. Het zijn geen taken waarvoor de doorsnee student warm loopt. Waarom doen deze studenten dit werk eigenlijk?

“Je krijgt er waardering voor terug”, luidt het unanieme antwoord. Ze bouwen een bijzondere band op met cliënten, waar sommigen zelfs een vriendschap aan overhouden. Iris en haar cliënt van 93 jaar oud, delen bijvoorbeeld hun passie voor kunst en voeren daarover eindeloze gesprekken.

De twee spreken elkaar soms ook buiten de dienst om. “De ene keer bellen we, de andere keer ga ik bij haar langs om koffie te drinken. Het is een schat van een vrouw, en ik vind het bijzonder dat in vriendschap zelfs zeventig jaar leeftijdsverschil geen rol speelt.”

Aan zo’n vriendschap begint Lente liever niet. “Ook ik heb boeiende gesprekken met mijn cliënten, maar probeer wel professionele afstand te bewaren.” Daardoor hoopt ze dat cliënten gemakkelijker om hulp durven te vragen, denkt ze. “Ik denk dat mensen liever hun aambeien laten verzorgen door een hulpverlener dan door een vriend.”

Leren in de praktijk
Het begin van een carrière in de thuiszorg is vaak een sprong in het diepe. Huishoudhulpen bezoeken hun eerste cliënt zonder dat ze een training of inwerktraject hebben gevolgd en leren dus in de praktijk. Gelukkig zijn de kritische cliënten goede leermeesters, zegt Maria. “Ze leerden me bijvoorbeeld dat je stofdoeken moet uitkloppen en meubels niet met een natte doek afneemt.”

Ook een verzorgende leert door schade en schande. Want ook al moet je voor die functie een diploma (Verzorgende IG (MBO niveau 3),  of werkervaring hebben en word je goed ingewerkt, je loopt toch tegen vragen aan, zegt Iris.

“Wat doe wanneer iemand dement is en zegt dat de medicatie niet nodig is, of als de medicijnen te laat zijn ingenomen? Als ik de antwoorden zelf niet weet of niet kan vinden, dan bel ik een leidinggevende collega of mijn moeder die arts is.”

Opleiding
Ondanks de leerzame praktijkervaring, lijkt het de studenten veiliger als aanstaande werknemers een opleiding moeten volgen voordat ze hun eerste cliënt bezoeken.

Een EHBO-diploma is bijvoorbeeld belangrijk, denkt Lente. Dat weet ze uit ervaring. “Ooit stikte een cliënt in een stukje brood. Gelukkig kon mijn collega de mevrouw in de Heimlich-greep nemen. Ik kan dat niet dus ik had geluk dat ik niet alleen was. Het was in alle jaren dat ik hier werk de enige keer dat ik niet alleen met een cliënt was. Ik weet niet hoe het anders was afgelopen.”

Genieten van kleine dingen
Intellectueel werk is het niet, maar de studenten steken er wel degelijk iets van op. Lente: “Je leert niet alleen hoe je billen moet wassen, maar ook om van kleine dingen te genieten.” In het dagelijks leven overheerst de studiestress vaak, maar tijdens het werk neemt ze de tijd om met cliënten naar de mooie zonsopgang te kijken. “Daar zie ik dan opeens de schoonheid van in.”

Advertentie