Net op de arbeidsmarkt is het voorbij met de vrijblijvendheid

Anne Rietveld is op weg om van student een burgertrut te worden. De vrijblijvendheid die ze als student wel had, is verdwenen. Ze kan nu niet zeggen: “Toedeledoki, ik ben een maandje weg.”

“Zo, ziet er goed uit. Tegen de tijd dat je weer langskomt, zul je me wel alles vertellen over je masterscriptie”, kreeg ik 5 maanden geleden van de tandarts te horen. Ik zie mezelf nog zelfverzekerd glimlachen. Er is echter nog geen afgeronde masterscriptie om over te vertellen, laat staan dat ik doordeweeks de tijd heb om even mijn tandarts te bezoeken.

Sinds een tijdje heb ik ook last van het draadje achter mijn tanden, maar even langs de ortho gaan, ho maar. Sommigen zullen het laksheid noemen, misschien zelfs luiheid, maar ik gooi het op onzekerheid. Als nieuweling op de arbeidsmarkt probeer ik een goede indruk achter te laten. Ik ben (vrijwel) altijd op tijd, ren met collega’s mee tijdens hardloopwedstrijden voor het goede doel en werk zo nodig langer door om mijn goede intenties te tonen. Dus ’s ochtends later aan komen kakken, omdat ik met mezelf heb afgesproken dat ik minimaal twee keer per jaar tandsteen wil laten verwijderen, zit er voorlopig nog even niet in.

Ben ik onmisbaar?
Ik heb ook niet meer de vrijblijvendheid die ik als student wel had. Zo kan ik morgen niet zeggen: “Toedeledoki, ik ga nu twee maanden op reis. Ik stuur wel een kaartje.” Nee, met een lange rij trappelende net-afgestudeerden is dat niet iets wat je zomaar kunt doen, zonder je baan te verliezen. Ik weet dat ik niet de enige ben, die zich het gevoel heeft toegeëigend onmisbaar te zijn.

Ook al weet ik stiekem dat wanneer ik morgen onder een bus kom, er binnen no time nieuwe, jonge en frisse juristen klaar staan om mijn onafgemaakte werk zich helemaal eigen te maken. Geen haan die er naar kraait. Zo af en toe tijdens mijn toiletbezoekjes kijk ik wel zeer sikkeneurig naar het meisje in de spiegel met strohaar en de unibrauw. Niet alleen heb ik graag schone en witte tanden, ook lig ik graag in een, met handdoek bedekte, ligstoel alwaar ik mijn huid met moddermaskertjes laat verwennen.

Online shoppen is ideaal voor de werkende mens
Inmiddels heb ik voldoende geld om de unibrauw te laten veranderen in twee verleidelijke boogjes en ook aan het strohaar kan in principe al wat gedaan worden. De vraag is echter: wanneer geef ik mijn verdiende centjes uit? Je loopt als werkende tegen het feit aan dat wanneer jij klaar bent met werken, iedereen klaar is met werken. Even snel ’s avonds naar de kapper (koopavond uitgezonderd) zit er niet meer in. Je helemaal vastbijten in je werk heeft daarom het voordeel dat je lekker kunt sparen.

Toch snap ik inmiddels beter waarom online shoppen ideaal is voor de werkende mens; thuis op de bank met je laptop even rustig door alle sale items op Zalando (aaaaah!) of Bijenkorf scrollen, zonder dat je de ogen van de verkoopster in je rug voelt prikken. En ben je overdag niet thuis? Dan wordt je aanwinst bezorgd bij de buren, die wellicht na het zoveelste pakketje vermoeden dat je wel een shopaholic zult zijn.

Op feestjes kom ik niet meer 
Alhoewel ik nog de gevreesde masterscriptie moet inleveren en ik me diep van binnen nog wél student voel, vertelt de realiteit mij toch wat anders: ik ben een burger. In tijden ben ik al niet naar een feestje geweest. Nu was ik al niet zo’n feestbeest, maar toch, het idee dat je kunt gaan zonder de volgende dag als een zombie op kantoor te zitten is aantrekkelijk.

De laatste keer dat ik alcohol heb gedronken en de volgende dag kotsend boven de plee hing, was tijdens carnaval; iets wat een nuchtere Rotterdamse sowieso al niet had moeten doen. Over twee weken is mijn stageperiode voorbij, ga ik over op parttime werken en hard aan de slag met literatuuronderzoek. De komende paar maanden ben ik nog héél even de (master)student. Iets waar ik stiekem zo erg naar heb verlangd.

Advertentie