A'dam krijgt topinstituut voor Nederlandse kunstgeschiedenis

Het kunsthistorisch onderzoek in Nederland is versnipperd en maakt zich daardoor kwetsbaar voor bezuinigingen. De KNAW pleit voor samenwerking in een nieuw kunsthistorisch topinstituut.

Het instituut zou een plaats moeten krijgen op of bij het Museumplein in Amsterdam, met zijn internationaal vermaarde Rijksmuseum, Van Gogh Museum en Stedelijk Museum, schrijft een verkenningscommissie van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen in een vandaag verschenen rapport.

Het topinstituut zal sterk leunen op de gerenommeerde bibliotheek en beeldcollectie van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD). Ook de landelijke Onderzoekschool Kunstgeschiedenis kan er worden ondergebracht. Het instituut moet bovendien een internationale masteropleiding in de Nederlandse kunstgeschiedenis verzorgen, waar onderzoekers van musea en alle opleidingen in Nederland doceren.

Het kunsthistorisch onderzoek aan de Nederlandse universiteiten staat onder zware druk van bezuinigingen en schaalvergroting. Leerstoelen worden samengevoegd of opgeheven en hoogleraren die met pensioen gaan worden soms niet vervangen. Kunsthistorici van universiteiten scoren matig in de tweede geldstroom van NWO. Het topsectorenbeleid van het kabinet - met zijn nadruk op economisch rendement - maakt de vooruitzichten niet rooskleuriger.

De commissie roept kunsthistorici daarom op om uit hun isolement te treden, beter te gaan samenwerken en een gezamenlijke onderzoekagenda te maken. De Onderzoekschool Kunstgeschiedenis moet een brug slaan tussen de universiteiten, de musea en de niet-academische partners bij onder meer de kunsthogescholen.

Onderzoeksfinancier NWO zou ook musea met een aantoonbare onderzoekscapaciteit het recht moeten gunnen om als aanvrager voor onderzoekssubsidies op te treden. En de minister op haar beurt zou ervoor moeten zorgen dat de topsector Creatieve Industrie zich minder exclusief op de zakelijke markt oriënteert.

Nog dit jaar verwacht de commissie een ‘startagenda’ voor het nieuwe topinstituut met afspraken over onderzoekszwaartepunten, een opleidingsprogramma en publieksgerichte activiteiten. Veel extra geld is er niet nodig, verwacht de KNAW. Het basisbudget bestaat uit de huidige financiering van het RKD, inclusief de middelen voor het Karel van Mander Instituut, een kennelijk mislukte eerdere poging tot een topinstituut.

Advertentie