'Avontuurlijk' Studentendictee dit jaar iets makkelijker

De studente Nederlands Laurie Hasselt won gisteravond het derde Utrechts Studentendictee van Taleninstituut Babel en DUB. Bij de hoogleraren bleek Josine Blok, hoogleraar Oude Geschiedenis, de beste te zijn.

“Ik voel me een beetje een sadist”, zei presentator en schrijver Jelle Brandt Corstius tijdens het voorlezen van de in zijn ogen mooie en avontuurlijke tekst De jobhopper. Hij had medelijden met de deelnemers van dit Utrechts Studentendictee dat door Babeldocent Peter J. van Dijk geschreven is. “Maak je geen zorgen, iedereen maakt fouten.”

Je komt ook niet elke dag woorden tegen als kramakkelige, hippocampus, fracking, prince-de-gallesruit of andersoortig abracadabra. En hoe zit het met accenten in woorden als tiramisu’tje, cc’tjes of ngo’s? Ook de vraag of er wel of geen koppelteken hoort in woorden als cv-killer, neuro-educatie, proactief en Kyotoprotocol hield de gemoederen bezig.    

Toch was na afloop de overheersende stemming dat het dictee weliswaar moeilijk was, maar iets minder lastig dan vorig jaar. “Dat hebben we ook met opzet gedaan”, vertelt Babeldirecteur Marc Gebuis. "Zo gaat het meer om de taal zelf."

Dat neemt niet weg dat er genoeg was om over na te praten. “De regels in het Nederlands zijn niet altijd even duidelijk. Soms moet je gewoon weten wat het goede is”, beaamde Edwin Braakhuis die na afloop het dictee met de deelnemers doornam.  Zo schrijf je pico bello los van elkaar, maar petitfourtje aan elkaar. Maar waarom?  En waarom is de afkorting cv met kleine letters en ADHD weer met hoofdletters?

Bij het nakijken bleek dat het dictee ook enkele grappige verschrijvingen opleverde. Zo had een deelnemer van het woord 'crèche' een 'crash' gemaakt en werd de 'mond-tot-mondreclame' in de tekst verbasterd tot 'mond-op-mondreclame'.  Het woord prince-de-gallesruit bleek het grootste struikelblok. Het gaat hier om een Engels ruitjespatroon dat veel voor jacquets gebruikt wordt en dat in het Frans verwijst naar de Prince of Wales.

Voor het eerst hadden Babel en DUB ook zes hoogleraren uitgenodigd mee te doen. Dat waren Johan Jeuring van Informatica, Josine Blok van Geschiedenis, Denise de Ridder van Psychologie, Dop Bär van Biomedische wetenschappen, Frank Huisman van Geneeskunde en Rob van der Vaart, die tot voor kort dean van het University College Utrecht was.

Zij schreven dapper mee. “Het is zeker leuk om te doen, maar makkelijk vind ik het niet,” zei Dop Bär na afloop. “Mijn Nederlands is niet meer wat het nooit geweest is”, zei Rob van der Vaart eerlijk. “Wij zijn meer gewend aan de regels van vroeger. Het nieuwe Groene Boekje maakt het dan niet makkelijk”, merkte Josine Blok op. Zij was dan ook blij verrast dat ze met twintig fouten de beste van de hoogleraren was.

Ook hogeschoolstudenten mochten dit jaar meedoen. Zij moeten nog wel even oefenen, want over de hele linie maakten de universitaire studenten het dictee beter. En hoewel er beduidend meer vrouwelijke studenten deelnamen, scoorden de mannen gemiddeld net iets beter.

De top drie zat dicht bij elkaar. Op een gedeelde tweede plaats stonden de masterstudent Onderwijskunde Ellen Sinot (de winnaar van het eerste Studentendictee) en student Geesteswetenschappen Catharine de Vliet. Zij hadden beiden 13 fouten.

De eerste prijs ging naar Laurie Hasselt, vierdejaars Nederlands met slechts 12 fouten. Zij heeft dan ook echt wat met taal en spelling. “Ik ben zo iemand die mijn docenten op taal corrigeert”, zei ze bij de uitreiking. Toch was de keuze mee te doen een impuls. “Ik kwam terug van een avondje stappen en zag de mail met de aankondiging. Toen heb ik me in een opwelling aangemeld.” Geen slechte keuze. Hasselt verliet het Academiegebouw met een forse cheque van 500 euro.

 

Het derde Utrechtse Studentendictee (2016)

De jobhopper

1.Toen de evacuee Zafira K. onverhoeds in Midden-Nederland belandde, beschikte zij over een grenzeloos enthousiasme daar waar het het verkrijgen van een bijdetijdse baan betrof.

2.Je zou haar een cv-killer kunnen noemen, want de door haar gecreëerde levensloop bezat naar verluidt een reikwijdte van hier tot gunter. Cc’tjes verzond ze naar haar goeiige Kaapverdische vriendin die haar verrichtingen met argusogen gadesloeg.

3.Alvorens ze haar eerste sollicitatiegesprek voerde, at zij tegenover een opticien in een ijssalon een tiramisu’tje. Boven het pand hing een uithangbord met de fluorescerende reliëfletters: VERRUKKELIJK!

4.‘Nu gebeurt het’, juichte ze zichzelf toe, terwijl ze de stof van haar klassieke mantelpakje met streek. Erboven dwarrelde een kek sjaaltje van fletse indigokleuren.

5.Ze betrad een majestueus pand waar de functie van managementconsultant ad interim werd geoffreerd. Tien minuten later stoorde ze zich  aan de woorden: commitment, proactief, powerpointpresentatie, gebenchmarkt en het empathische trackrecord van de een of andere goeroe, zodat ze linea recta weer buitenstond.

6.Ze besloot zich te richten op de markt van de CO2-uitstootrechten. Ook hier intimiderende grafieken, verhalen over het Kyotoprotocol, ngo’s, investeringsstrategieën, loyaliteit en andersoortig abracadabra.

7.’s Anderendaags betrad ze de wereld van het brein. Neuro is een hype, hoorde ze, evenals fluisteringen over de neuropsychiatrie, de neuro-educatie en andere afgeleide neurowetenschappen die te maken hebben met de zeepaardjevormige hippocampus in onze hersenen.

8.Zeker, het gedachtegoed van onder meer een elektricien, fysiotherapeut, rijinstructeur of zangeres in spe zou nooit ofte nimmer het hare worden. De meesten van hen bezorgden haar geen kippenvel, maar ze kreeg bij dergelijke beroepen evenmin het nummer 1-gevoel.

9.Ze arbeidde voor een anti-establishmentbeweging onder leiding van een oud-burgemeester die niet aan de leiband van de regering wilde lopen. Hij richtte zich met name tegen het proces van fracken waarmee schaliegas wordt gewonnen.

10.Tegelijkertijd kwam ze via mond-tot-mondreclame van een ambitieuze dame die een crèche leidde in aanraking met een comité van critici dat haar vroeg de vacature van paparazzifotografe in ogenschouw te nemen.

11. Gestrest vermande ze zich de tweeëntwintigste april. Maar wat dan, weifelde onze allroundster op Koningsdag in haar favoriete cafeetje, snoepend van een petitfourtje? Ben ik een schrijnend geval of misschien een ADHD’er? Er bekroop haar een déjà-vugevoel.

12.Via een onlineverbinding zocht ze verder achter haar kramakkelige pc’tje terwijl ze bijkans gedachteloos dacht: eerst nog maar een cursus volgen bij dat pico bello instituut aan de Nieuwegracht.

Peter J. van Dijk

Advertentie