Bussemaker: 'Ik ben niet aansprakelijk voor gedupeerde Inholland-studenten'

Studenten die door de crisis bij twee Inholland-opleidingen zware studievertraging hebben opgelopen, krijgen geen schadeloosstelling van de minister. Ze verwijst hen naar het profileringsfonds van Inholland, of anders naar de rechter.

Minister Bussemaker voelt zich niet verantwoordelijk voor wat er in 2011 mis bleek te zijn met de opleidingen media & entertainment management en commerciële economie van de Hogeschool Inholland. Ze vindt daarom niet dat het Rijk een schadeloosstelling moet toekennen aan studenten die waardoor slecht onderwijs hebben genoten en nu problemen hebben met afstuderen.

Oppositiepartijen D66, SP en PVV zijn het daar hartgrondig mee oneens, bleek tijdens een vandaag gevoerd debat in de Tweede Kamer. Ze vinden dat de overheid wel degelijk aansprakelijk voor falend toezicht waardoor pas na jaren blijkt dat een opleiding onder de maat is en zittende studenten ineens met veel zwaardere exameneisen worden geconfronteerd. Van Meenen (D66): “Daardoor kregen veel studenten niet in hun eerste, maar pas in hun vijfde jaar te horen dat ze feitelijk ongeschikt zijn om hun opleiding af te maken. Dat heeft grote gevolgen.”

De drie partijen verwachten dat de vergoedingen vanuit het profileringfonds van Inholland onvoldoende zullen zijn en pleit ervoor dat de minister een “ruimhartige schikking” treft met de gedupeerde studenten, al was het alleen maar door hun prestatiebeurs om te zetten in een gift. Een onafhankelijke commissie zou moeten beoordelen wie van de studenten voor welke vergoeding in aanmerking komt.

Maar minister Bussemaker wierp tegen dat de belangstelling voor een financiële schadeloosstelling gering lijkt. Van de 586 gedupeerde studenten die werden aangeschreven door Inholland, dienden er maar 79 een aanvraag in. Er werden 52 aanvragen gehonoreerd door een speciaal ‘panel’, waarvan onder anderen een Inholland-student en voormalig TU-Delft bestuurder Paul Rullmann deel uitmaakt. De 27 studenten die bot vingen kunnen zich wat Bussemaker betreft wenden tot het College van beroep voor het hoger onderwijs, dat per geval kan beoordelen of schadeloosstelling op zijn plaats is.

De oppositie hield vol dat er beter een schikking met alle studenten kan worden getroffen. “Misschien dat er dan studenten zijn die ten onrechte gecompenseerd worden”, stelde Van Meenen, “maar dat is beter dan dat studenten buiten hun schuld het slachtoffer worden van het falende overheidstoezicht op Inholland.”

VVD, CDA en PvdA steunden de lijn van de minister. Die zal Inholland vragen om alle afstudeerders nogmaals te wijzen op de mogelijkheid van schadeloosstelling bij het profileringsfonds. Ook vraagt ze het panel dat over de aanvragen beslist om een geanonimiseerd verslag van de af- en toewijzingen. Verder zegde ze toe dat de NVAO al over anderhalf jaar een tussenrapport zal uitbrengen waaruit duidelijk moet worden of Inholland de toegezegde verbetering in de begeleiding van afstudeerders wel echt heeft waargemaakt.

De oppositie is nog niet tevreden en heeft een voortgezet algemeen overleg aangevraagd.

 

Advertentie