Elsevier: hoogopgeleiden verliezen voorsprong op arbeidsmarkt

Hoogopgeleiden dreigen hun bevoorrechte positie op de arbeidsmarkt te verliezen, schrijft weekblad Elsevier. Bijna zeven procent van de pas afgestudeerden zit zonder werk. Dat komt dicht bij het landelijke gemiddelde van negen procent.

Er staan steeds meer seinen op rood: hbo’ers die in 2011-2012 afstudeerden, deden er gemiddeld vier maanden over om een baan op niveau te vinden en universitair opgeleiden zes maanden. Een maand langer dan de vorige lichting onderzochte afgestudeerden.

Ook de kans op vast werk is sterk afgenomen: nog maar één op de drie afgestudeerden heeft na twee jaar een vast contract. In 2008 was dat de helft. Weinig verrassend dus dat ook de koopkracht van pas afgestudeerden gedaald is. De salarissen van jonge starters stijgen al enige jaren minder snel dan de inflatie.

Tijdens de recessie werden jonge hoogopgeleiden steeds minder gewild op de arbeidsmarkt, stelt Elsevier op basis van onderzoek dat het liet doen onder zesduizend hbo’ers en academici, anderhalf jaar na hun afstuderen. Het is nog maar de vraag of hoogopgeleiden hun aloude voorsprong straks weer herwinnen.

Veel hangt af van het diploma. Van de academici zijn bèta’s en ict’ers het kortst werkloos, gevolgd door economen en fiscalisten. Voor geesteswetenschappers als archeologen, (kunst)historici en filosofen is de arbeidsmarkt altijd al ongunstiger, maar tijdens een recessie is dat verschil nog groter.

Onder de hbo’ers vinden financiële dienstverleners, elektrotechnici, informatici, mondzorgkundigen en talenleraren binnen twee maanden een baan op niveau. Creatief therapeuten, pedagogen, veiligheidskundigen, sociaal werkers en musici zijn veel langer op zoek.

Advertentie