Helft masteropleidingen heeft te weinig startmomenten

Bij de helft van alle universitaire masteropleidingen kunnen studenten alleen in september van start. Wie het bachelordiploma net niet op tijd behaalt, loopt bijna een jaar studievertraging op.

Aan de TU Delft en de Universiteit Leiden hebben vrijwel alle masteropleidingen twee of meer instroommomenten per jaar. Dat geldt ook voor 90 procent van de Groningse masteropleidingen. Van de Universiteit Utrecht heeft 52 procent van de masteropleidingen meer instroommomenten per jaar.

Maar de Vrije Universiteit en de Universiteit Maastricht lopen flink achter. Bij hen heeft nog geen kwart van alle masteropleidingen een extra instroommoment. Die informatie heeft minister Bussemaker op verzoek van GroenLinks naar de Tweede Kamer gestuurd.

Voorheen mochten studenten alvast aan hun master beginnen als ze in hun bachelor nog maar een paar studiepunten hoefden te behalen. Zo konden ze maanden studievertraging voorkomen, was de gedachte.

Maar het nadeel was dat veel studenten min of meer automatisch voor de doorstroommaster aan hun eigen universiteit kozen en niet nadachten over masteropleidingen in een andere stad of in het buitenland.

Daarom heeft het vorige kabinet een zogeheten ‘harde knip’ tussen bachelor en master ingevoerd: studenten mogen pas aan hun masteropleiding beginnen als ze hun bachelordiploma op zak hebben.

Voorwaarde was dat masteropleidingen – uitzonderingen daargelaten – allemaal twee of meer instroommomenten per jaar moesten bieden, vonden toenmalig staatsecretaris Zijlstra en de Tweede Kamer. Dat zou de schade voor vertraagde studenten binnen de perken houden.

Sinds dit studiejaar hebben 10 van de 13 universiteiten een harde knip. De Vrije Universiteit, de Universiteit van Tilburg en Wageningen Universiteit kregen een jaar respijt, onder meer omdat hun masters nog niet genoeg instroommomenten boden. Nu blijkt dat ook andere universiteiten achterlopen.

Instroommomenten masteropleidingen

 

 

Totaal aantal master-opleidingen

masters met extra instroom-moment

percentage

Maastricht University

58

14

24%

Vrije Universiteit

96

23

24%

Wageningen Universiteit

27

8

30%

Erasmus Universiteit

48

15

31%

UvA

153

49

32%

Universiteit Twente

33

11

33%

Tilburg University

51

25

49%

Universiteit Utrecht

110

57

52%

Radboud Universiteit

71

49

69%

TU Eindhoven

23

20

87%

Rijksuniversiteit Groningen

122

110

90%

Leiden University

71

69

97%

TU Delft

31

31

100%

Totaal

894

481

54%

 

© HOP. Bron: ministerie van OCW.

Advertentie